Noord-Korea heeft zaterdag twee ballistische korteafstandsraketten getest, aldus waarnemers in Seoul. Het is daarmee alweer de vierde test die het noordelijke regime deze week heeft uitgevoerd.

“Noord-Korea kan een vastberaden en overweldigende reactie van Zuid-Korea en de Verenigde Staten tegemoet zien als het probeert kernwapens te gebruiken”, zei de Zuid-Koreaanse president Yoon Suk Yeol op zaterdag in een reactie op de rakettests.

“Noord-Korea heeft zijn obsessie voor kernwapens en raketten niet opgegeven, ondanks het aanhoudende internationale bezwaar van de afgelopen 30 jaar”, aldus president Yoon. “Het herhaaldelijk afvuren van ballistische raketten is een ernstige provocatie, die de vrede en veiligheid op het Koreaanse schiereiland en in de internationale gemeenschap ondermijnt”.

De Zuid-Koreaan noemde de lanceringen “absoluut ontoelaatbaar” en voegde eraan toe dat vier rondes van raketproeven door Noord-Korea in één week “ongekend” zijn.

Reactie op militaire oefeningen

De tests van Pyongyang deze week worden gezien als een reactie op de recente marine-oefeningen van Zuid-Korea en de Verenigde Staten. Noord-Korea beschouwt dergelijke exercities als een invasie-oefening en hekelt het provocatieve beleid van zijn zuidelijke buur en de VS.

Vrijdag hielden Zuid-Korea, de Verenigde Staten en Japan hun eerste trilaterale marine-oefening in vijf jaar voor de oostkust van het Koreaanse schiereiland. En eerder deze week hielden Zuid-Koreaanse en Amerikaanse oorlogsschepen vier dagen lang bilaterale oefeningen in hetzelfde gebied. Bij beide oefeningen was het nucleair aangedreven vliegdekschip USS Ronald Reagan betrokken.

De Noord-Koreaanse raketproeven van deze week zijn ook een reactie op het bezoek dat de Amerikaanse vice-president Kamala Harris afgelopen donderdag bracht aan Seoul, waar zij de “ijzersterke” betrokkenheid van de Verenigde Staten bij de veiligheid van hun Aziatische bondgenoten bevestigde.

Raketafweer ontwijken

Op zaterdag meldden de legers van Zuid-Korea, Japan en de VS dat ze twee Noord-Koreaanse raketlanceringen hadden waargenomen in de omgeving van hoofdstad Pyongyang. Volgens Zuid-Koreaanse en Japanse inschattingen vlogen de raketten ongeveer 350 tot 400 kilometer op een maximale hoogte van ongeveer 50 kilometer, voordat ze landden in de wateren tussen het Koreaanse schiereiland en Japan.

Opvallend daarbij is dat de raketten in een “onregelmatige baan” vlogen, wat betekent dat ze ontworpen zijn om raketafweer te omzeilen, zeggen deskundigen. Ook waren ze in staat om kernkoppen te dragen.