De International Football Association Board (IFAB) heeft de nieuwe regels die in het voetbal van kracht zijn vanaf het seizoen 2023-2024 bekendgemaakt. Daarbij zijn enkele opvallende zaken beslist. Wij zetten ze op een rij.

De International Football Association Board (IFAB) is een door de Wereldvoetbalbond FIFA erkende organisatie die de zogenaamde Laws of the Game bepalen. Het gaat hierbij om de overkoepelende regels die wereldwijd gelden voor alle voetbalwedstrijden. Jaarlijks komt de IFAB samen om eventuele aanpassingen van die reglementen te bespreken. Dat gebeurde nu ook eerder deze week en de beslissingen van die Algemene Vergadering zijn nu gepubliceerd.

Langere blessuretijd

Vooral tijdens de groepsfase van het wereldkampioenschap voetbal in Qatar eind vorig jaar was het vaak een opvallend beeld: meer dan tien minuten blessuretijd per helft waren er geen zeldzaamheid meer. Dat zorgde voor zeer lange wedstrijden, maar wel voor een eerlijkere effectieve speeltijd. De IFAB wil wereldwijd de zogenaamde FIFA-tijd invoeren.

De bedoeling hierbij is dat scheidsrechters strikter in de gaten houden hoeveel tijd er verloren wordt tijdens een wedstrijd. Het gaat hierbij onder andere om de tijd die genomen wordt voor wissels. Daarnaast wordt er ook extra aandacht gevraagd voor de tijd die ‘verloren’ gaat bij het vieren van een doelpunt. Die tijd zal moeten toegevoegd worden aan de blessuretijd.

Doelmannen bij strafschoppen

Een ander belangrijk aandachtspunt is het gedrag van doelmannen voor het nemen van een strafschop. Ook dat kwam tijdens het recente wereldkampioenschap in de kijker te staan, vooral door de omstreden Argentijnse doelman Emiliano ‘Emi’ Martínez. Die deed er in Qatar alles aan om de strafschopnemer te irriteren en zenuwachtig te maken.

Doelmannen zullen vanaf volgend seizoen geen zaken mogen doen die de strafschopnemer afleiden op een manier die “geen respect toont” voor de tegenstander. Zo mogen doelmannen het net en de doelpalen of deklat niet meer aanraken voor een strafschop. Daarnaast mogen ze ook niets meer doen om het nemen van de penalty te vertragen of om de strafschopnemer “oneerlijk” af te leiden.