Onderzoeksinstituut J.D. Power bracht naar buiten dat er nog nooit zoveel technische problemen waren bij nieuwe auto’s als nu. Business AM vroeg uitleg aan Jorrit van der Valk van Menquiry.
Luister hier naar het volledige gesprek met Jorrit van der Valk:
De essentie: Automerken zitten in een concurrentiestrijd waarbij ze soms te snel gaan. Hoewel die ontwikkelingen in de Verenigde Staten al makkelijker beschikbaar zijn voor de consument, blijft in Europa vooral de wetgeving achter.
- “Vaak willen automerken haantje-de-voorste zijn met nieuwe updates en nieuwe modellen. Maar ook met name met hun technologie. De een komt met een volledig zelfrijdende auto, de ander met een geavanceerd lane departure-systeem waarbij de auto van rijstrook kan wisselen maar ook nog kan stoppen voor verkeerslichten”, zegt van der Valk. “Die dingen worden iets te snel ontwikkeld omdat de merken elkaar als een soort wapenwedloop de loef willen afsteken. En dat gaat niet altijd even goed.”
- “Tesla heeft een full self-driving package. Dat is een optie van 10.000 euro. Je auto stopt dan voor verkeerslichten en neemt afslagen op de autosnelweg zelf. Alleen: het is een bèta, dus je bent een bètatester voor Tesla. Dat soort systemen zijn zo verschrikkelijk gecompliceerd.”
- “In de Verenigde Staten werkt General Motors met Super Cruise. Dat zijn door de satelliet belezen wegen, vooral interstates en highways, waarop de auto echt helemaal zelf kan rijden. Het is een optie op bijvoorbeeld de Chevy Tahoe. Dat kennen we hier in Europa absoluut nog niet.”
- “Het gaat nog even duren voor we in Europa volledig zelfrijdende auto’s zullen gebruiken. Dat heeft niet alleen te maken met de techniek van de wagens, maar ook met de wetgevingen, zowel nationaal als Europees. Daar moeten eerst nog politieke debatten over gevoerd worden. Want stel je voor dat je in elk land weer een ander regeltje hebt wat wel en niet mag”, geeft van der Valk aan.