Operatie Replicator: het Pentagon wil duizenden autonome robots inzetten om de Chinese dreiging tegen te gaan

De recente gebeurtenissen in Oekraïne laten er weinig twijfel over bestaan: het tijdperk van ultramoderne gewapende drones is voorbij. De focus verschuift nu naar kleine robots die zowel potentieel gevaarlijk als makkelijk vervangbaar zijn. Grootmachten zoals de Verenigde Staten overwegen dit nieuwe perspectief in hun recente programma, genaamd Replicator. Liefst nog voordat China dezelfde stap zet.

De naam klinkt als een sciencefictionfilm uit de jaren 80, maar valt wel degelijk ernstig te nemen. Het Amerikaanse leger volgt aandachtig de recente conflicten wereldwijd, terwijl ze tegelijkertijd het groeiende vermogen van de Chinese strijdkrachten in het oog houdt. Deze observaties hebben tot de conclusie geleid dat het huidige model niet adequaat is. In plaats van te vertrouwen op drones met een lange actieradius, zoals de bekende Predator-drones (kosten: 4,5 miljoen dollar per stuk) en hun opvolgers, geeft men de voorkeur aan een grootschalige aanpak.

De voorbije jaren zijn drones toegankelijker geworden. Landen zoals Turkije, Iran en Israël produceren en verkopen kosteneffectieve aanvalsapparatuur die soms wordt ingezet als geleid projectiel. De oorlog tussen Armenië en Azerbeidzjan toonde aan hoe civiele toestellen, en zelfs oude vliegtuigen, werden omgebouwd tot geleide raketten. Het conflict in Oekraïne zag dergelijke improvisaties zelfs dodelijke proporties aannemen.

Grote impact tegen een kleine prijs

In dit kader, met het besef dat ook het Chinese tegenstander lessen trekt uit deze conflicten – als het land al niet voorop loopt – heeft de viceminister van Defensie van de Verenigde Staten, Kathleen Hicks, deze week de lancering aangekondigd van een grootschalig programma voor betaalbare drones.

Dit initiatief, Replicator genoemd, heeft tot doel samen te werken met defensiebedrijven. Dit om vervangbare apparatuur te produceren die relatief weinig kost, maar desalniettemin een grote impact kan hebben op het slagveld.

De Amerikaanse “moordende” Switchblade-drones werden (althans officieel) voor het eerst ingezet in Oekraïne. Ook hun grotere tegenhangers, de Phoenix Ghost-drones, bleken zeer doeltreffend.

Daarnaast heeft het Oekraïense leger slim gebruik gemaakt van maritieme robots. Die maken de Russische marine het leven zuur in de havens van de Zwarte Zee. Dit had een aanzienlijk strategisch effect met betaalbare apparatuur.

Het Pentagon denkt echter niet per se aan een “intelligent projectiel”. Wel aan een robot die in staat is om zonder al te veel kosten ook grote verliezen te incasseren. Deze drones kunnen m.a.w. worden opgeofferd als de missie dat vereist om vervolgens makkelijk te worden vervangen. Het is een concept dat Washington wil toepassen te land, ter zee en ook in de lucht.

Grote massa’s moet twijfel zaaien

Men moet geen helderziende zijn om de potentiële impact te begrijpen van zwermen van deze toestellen, vliegend of onder water varend, in een zeestraat als die van Taiwan.

Dat terwijl de Chinese president Xi Jinping denkt dat een invasie van het de facto onafhankelijke eiland in de komende jaren, zelfs al vanaf volgend jaar, overwogen kan worden.

Makkelijker gezegd dan gedaan, wanneer er een zeearm moet worden overgestoken die onder vuur wordt genomen door de eilandbewoners.

Het kamp dat dus over een capaciteit beschikt om de vijand te overspoelen met intelligente, makkelijk vervangbare robots en dat samen met zijn conventionele raketten en bommenwerpers, zou dus een duidelijk voordeel hebben. Een voordeel dat Washington niet aan Beijing wil laten.

“We moeten ervoor zorgen dat de Chinese regering elke dag ontwaakt, de risico’s van agressie overweegt, en concludeert “dat vandaag niet de dag is” – en niet alleen vandaag, maar elke dag, van nu tot 2027, van nu tot 2035, van nu tot 2049, en daarna.” (ddw)

Kathleen Hicks
Meer
Lees meer...