De Vlaamse Regering heeft een historische beslissing genomen: het dolfinarium in Brugge zal uiterlijk in 2037 definitief de deuren sluiten. Minister van Dierenwelzijn Ben Weyts bereikte een akkoord dat een einde maakt aan de jarenlange discussie over het lot van dolfijnen in gevangenschap in Vlaanderen.
Minister Ben Weyts (N-VA) had eerder al maatregelen genomen om het welzijn van de dolfijnen in Boudewijn Seapark, het dolfinarium in Brugge, te verbeteren. Zo werd er een kweek- en importverbod ingesteld en werd het park verplicht om tegen 2027 een buitenbassin te bouwen. Dit bassin moet de dolfijnen de mogelijkheid bieden om altijd buiten te zwemmen, wat hun welzijn ten goede zou komen.
“De huidige situatie voldoet niet aan de behoeften van dolfijnen”, zegt Weyts. “Met de sluiting in 2037 willen we een overgangsperiode inlassen om geleidelijk te evolueren naar een Vlaanderen zonder dolfijnen in gevangenschap.”
Wetenschappelijk onderzoek
De beslissing van de Vlaamse Regering is gebaseerd op wetenschappelijke studies die aantonen dat dolfijnen niet goed gedijen in gevangenschap. Volgens Weyts is het enige doel van het dolfinarium vandaag de dag het vermaken van bezoekers door middel van shows waarin de dolfijnen kunstjes opvoeren. “Dat is een achterhaald concept,” zegt Weyts. “Dierenwelzijn gaat voorop, en Vlaanderen wil hierin een voortrekkersrol spelen.”
Sinds 2014, toen de bevoegdheid voor Dierenwelzijn werd overgedragen aan Vlaanderen, werden al verschillende verouderde praktijken afgeschaft. Voorbeelden hiervan zijn het verbod op onverdoofd slachten, het einde van de pelsdierkwekerijen en het stopzetten van dwangvoederen voor de productie van foie gras. De sluiting van het dolfinarium is volgens de minister de volgende logische stap in deze evolutie.
Nieuwe rol voor opvangcentra
Na de sluiting van het dolfinarium zullen er in Vlaanderen enkel nog gespecialiseerde opvangcentra zijn voor gekwetste en zieke dolfijnen. Deze centra zullen zich focussen op de verzorging van de dieren met als doel hen uiteindelijk weer vrij te laten in hun natuurlijke habitat. “Het gaat hier om een noodzakelijke maatregel om het welzijn van deze bijzondere dieren te waarborgen”, besluit Weyts.