Voedselprijzen binnen Europa: Zwitserland het duurst, Boedapest het goedkoopst

De kosten voor dagelijkse boodschappen verschillen sterk in Europa, zelfs binnen hetzelfde land. Een nieuwe analyse van Deutsche Bank op basis van gegevens van Numbeo toont aan dat Zwitserse steden het duurst zijn, terwijl Oost-Europese hoofdsteden zoals Boedapest en Warschau opvallend goedkoop blijven.

Uit de index blijkt dat Zwitserland veruit de duurste plek is om boodschappen te doen in Europa. Genève prijkt bovenaan met een score van 106, gevolgd door Zürich met 103. Beide steden zijn daarmee duurder dan New York, dat als benchmark een score van 100 kreeg. Geen enkele andere Europese stad komt in de buurt van dat niveau.

De index vergelijkt de gemiddelde prijzen van alledaagse producten zoals brood, melk, eieren, vlees en fruit. Opgelet: er wordt geen rekening gehouden met lokale koopkracht of inkomensniveau.

Amerikaanse steden blijven duur, maar Zwitsers nog duurder

Hoewel Amerikaanse steden zoals San Francisco (104), New York (100), Boston, Chicago en Los Angeles allemaal hoger scoren dan de meeste Europese steden, moeten ze Genève en Zürich toch voor zich dulden. San Francisco is zelfs duurder dan New York en komt net onder Genève uit.

In Europa vervolledigen Oslo (78), Parijs (71) en Luxemburg (66) de top 5 van duurste steden om te winkelen.

België zit in de middenmoot

Heel wat grote Europese steden bevinden zich in een gemiddelde prijsklasse met scores tussen 58 en 63. Hieronder vallen onder meer Brussel, Amsterdam, Londen, Wenen, Kopenhagen, Milaan, Dublin en München. In deze steden betaal je dus minder dan in de topcategorie, maar nog steeds beduidend meer dan in Oost-Europa.

De goedkoopste steden volgens de index zijn Boedapest en Warschau, met elk een score van 37. Dat betekent dat een boodschappenmandje van 100 euro in New York in deze steden slechts 37 euro kost. Een verschil van maar liefst 63 procent.

Meer
Lees meer...