Mobiele betalingen blijven in heel Europa terrein winnen, nu banken en consumenten volop inzetten op een vlottere betaalervaring. Smartphones en smartwatches worden steeds vaker ingezet aan de kassa, en dat zorgt voor opvallende verschuivingen in het Europese betaalgedrag.
Uit recente cijfers van de Europese Centrale Bank blijkt dat mobiele app-betalingen in 2024 goed waren voor 6 procent van alle fysieke transacties in de eurozone. Ook in waarde nemen ze toe, met een aandeel van 7 procent. Dat is een stevige stijging tegenover 2019, toen mobiele betalingen amper 1 procent vertegenwoordigden.
Ondanks die groei blijven traditionele methoden aanwezig. Contant geld blijft de meest gebruikte manier om te betalen, goed voor 52 procent van alle transacties. Betaalkaarten domineren dan weer qua totale waarde, met een aandeel van 45 procent. De opkomst van mobiele betalingen valt vooral op bij aankopen van hogere bedragen, waar het aandeel sneller groeit.
Nederland blijft Europees koploper
Het meest uitgesproken is de trend in Nederland, waar mobiele betalingen bijna 19 procent van alle transacties in winkels vertegenwoordigen. Consumenten kiezen er massaal voor contactloos betalen met smartphone of smartwatch, dat als sneller en gebruiksvriendelijker wordt gezien.
Ook Ierland en Finland scoren hoog, met elk 10 procent mobiele betalingen aan de kassa.
België hinkt achterop
In landen als Slovenië, Kroatië en België gaat de adoptie trager. Slechts 3 procent van de transacties gebeurt er via mobiele betaling. Daarmee behoort België tot de laagste regionen van de eurozone.
In de grootste economieën van de EU zitten Spanje (7 procent) en Duitsland (6 procent) rond of net boven het Europese gemiddelde. Frankrijk en Italië blijven onder dat niveau.
De cijfers tonen dat mobiele betalingen in Europa duidelijk aan een opmars bezig zijn, al blijft het tempo sterk verschillen per land. Terwijl Noord- en West-Europa steeds sneller overstapt, heeft België nog een flinke inhaalbeweging te maken.
