Volgens astronomen hebben we de laatste maand meer close-calls achter de rug met dicht voorbijvliegende asteroïden dan anders. Deze maand alleen al waren het er vier, en één van die vier vloog tussen de aarde en de hemel. In astronomische termen is dat het quasi-equivalent van vier keer per dag nét niet aangereden worden. Moeten we schrik beginnen krijgen?
Vier asteroïden, zoveel zijn er in de laatste maand voorbij de aarde gescheerd. Dat klinkt niet alsof het er spectaculair veel zijn, maar blijkbaar is ’t genoeg om astronomen de wenkbrauwen te laten fronsen. Want vier is een pák meer dan ze er normaal in één maand zien.
Asteroide 2017 BS32 (hadden we maar allemaal zo’n catchy naam) kwam vorige maand tussen ons en de maan zitten, da’s astronomisch dichtbij als we in space-termen spreken, en dat was er dus maar één van vier die dicht genoeg kwam om opmerkelijk te zijn. Dat deed astronomen ook meteen denken dat de vier afkomstig waren van één grotere, uit elkaar gevallen asteroïde.
“Niet aan elkaar gerelateerd”
Maar dat bleek ook niet te kloppen. We moeten dus geen schrik hebben voor een groter exemplaar dat onze richting komt uitgezoefd. Dat zegt Paul Cox, astronoom bij de sterrenwacht van Slooh aan CNET. “We zijn er nu van overtuigd dat we genoeg argumenten hebben om te bevestigen dat de asteroïden elk van een andere stuk afkomstig zijn. Ze zijn niet aan elkaar gerelateerd.” Ook het weer of seizoensveranderingen kunnen geen verklaring bieden.
“Wat onze metingen betreft, beschouwen we deze asteroïdenstroom als volstrekt toevallig. We weten niet waar ze vandaan komen, maar zijn wel telkens verrast als we er zo veel op korte tijd zien”, laat hij nog weten. Da’s geruststellend.