Het onzinverhaal dat in zowat alle media verscheen over hoe light-frisdrank ongezonder zou zijn dan gewone, is typerend voor hoe we anno 2017 een heel romantisch beeld van eten en drinken hebben. Het staat erg ver van de realiteit af. Het is een perverse houding, want door voedselchemie te verwerpen en te gaan voor ‘ambachtelijk’ en ‘natuurlijk’ zorgen we er vaak net voor dat ons eten ongezonder en onveiliger wordt.
Zaterdag brachten we een artikel over hoe een nieuwsbericht dat in zowat alle media verscheen over dieetfrisdrank compleet fout was. Je zou, als je die drinkt, drie keer meer kans hebben op een beroerte en om dement te worden. Maar dat klopt langs geen kanten.
Een heel groot deel van de lezers bleek dat niet te geloven, uitgerekend op de dag dat de wetenschappers van de wereld op straat kwamen om te waarschuwen voor dat hun werk steeds meer onder druk staat.
Er werd onder meer opgeworpen dat de artificiële zoetstoffen die in light-producten zitten kankerverwekkend zijn. “Dat is algemeen geweten”, “dat is al aangetoond in verschillende studies”, “geen chemische brol in mijn lijf”, …
Dat na dertig jaar onderzoeken, duizenden wetenschappelijke onderzoeken ondertussen, geen enkel bewijs daarvan is gevonden? “Wel, die onderzoeken zullen wel gesponsord zijn door de bedrijven die die drankjes maken.”
Apen zijn er zot van
Laten we dus even over een andere boeg gooien. Als je dit op een label ziet, zou jij dat in je lijf steken:
Water (75 procent), suikers (12 procent): glucose, fructose, sacharose, maltose, zetmeel, vezel E460. Aminozuren (minder dan 1 procent): glutaminezuur, asparaginezuur, histidine, leucine, isoleucine, lysine, fenylalanine, arginine, valine, alanine, serine, glycine, threonine, proline, tryptofaan, cysteïne, tyrosine, methionine. Vetzuren (minder dan 1 procent: palmitinezuur, linoleenzuur, linolzuur, oliezuur, palmitoleïnezuur, stearinezuur, laurinezuur, myristinezuur, caprine- zuur E570), as, fytosterol, kaliumsulfaat (E515), oxaalzuur, ascorbinezuur (E300), tocoferol (E306), fyllochinon, thiamine, pectine (E440). Kleurstoffen: riboflavine (E101) en bètacaroteen (E160a). Smaakstoffen (3-methylbut-1-yl ethanoaat, 2-methylbutylethanoaat, 2-methylpropaan-1-ol, 3-methylbutyl-1-ol, 2-hydroxy-3-me- thylethylbutanoaat, 3-methylbutanal, ethylhexanoaat, ethylbuta- noaat, pentylacetaat, ethanol (E1510) en etheengas
Nee toch? Daar ga je ongetwijfeld van dood. Wat is het eigenlijk? Tip: apen zijn er zot van. Wat hierboven staat is een doodgewone banaan.
Romantiek en religie
Of: we hebben anno 2017 een heel romantisch beeld van eten. Het staat erg ver van de realiteit af. Wellicht omdat het zo makkelijk is om het te krijgen en zo overvloedig aanwezig. Wie honger lijdt of zich zorgen moet maken of hij ‘s anderendaags of zelfs de volgende winter genoeg te eten gaat hebben, kan zich zo’n beeld niet permitteren.
Ons idee van gezond voedsel wordt gedomineerd door termen als ‘eerlijk’, ‘biologisch’, ‘ambachtelijk’ en ‘zelfgemaakt’ en resoneert door de samenleving. Het is voor steeds meer mensen iets geworden met bijna religieuze aspecten. En religie, in tegenstelling tot wetenschap, is niet echt betrouwbaar.
Koken en eten zijn verworden tot rituelen die zingevend zijn en da’s een probleem. De Pascale Naessens en Sandra Bekkari’s van deze wereld gaan het niet graag horen (en ongetwijfeld ontkennen) maar de waarheid is dat voedselchemie er niet alleen voor gezorgd heeft dat we ons geen zorgen meer moeten maken of er wel een volgende maaltijd is, ze heeft, over de hele lijn genomen ons voedsel ook lekkerder, maar ook veiliger en duurzamer gemaakt.
Er is geen wetenschappelijk bewijs bijvoorbeeld dat mensen die zelf koken dunner en gezonder zijn. En er is ook geen enkel verband tussen hoe lang mensen in de keuken staan en hoe dik mensen zijn. Wel is er een verband tussen obesitas en hoeveel cola en andere suikerrijke frisdrank mensen drinken. Want je krijgt geen overgewicht door voedselchemie, je krijgt overgewicht van friet, chips, cola, cake en al die andere dingen waarvan we allemaal weten dat het niet goed voor je is.
Natuurlijker en ambachtelijker is bijlange niet altijd gezonder
We worden ook dikker van de tussendoortjes. Dus als je gewoon netjes aan tafel – en dus niet voor de tv – eet en geen cola erbij drinkt, dan maakt het echt geen zak uit of je de geserveerde aardappelen nu zelf geschild en gesneden hebt of niet en of je groenten voorgesneden en gewassen in de supermarkt koopt of uit het diepvriesvak komen.
Natuurlijker en ambachtelijker is bijlange niet altijd gezonder. Minarine en margarines zijn doorgaans gezonder dan echte boter bijvoorbeeld. Of neem “ambachtelijk” bereid ijs. Dat is niet alleen zowat het ongezondste dat je kan eten, het is ook een hele gevaarlijke bron van (dodelijke) dingen als salmonella bijvoorbeeld. Industrieel bereid ijs is misschien niet zo lekker: het is wél veiliger. En laten we niet vergeten, op de doos staat verplicht wat er allemaal inzit en hoeveel calorieën het bevat.
Dat wil niet zeggen dat je geen ambachtelijk ijs meer zou mogen eten, we halen het gewoon aan om te tonen dat de realiteitszin inzake onze voeding ver te zoeken valt vandaag de dag. Het lijkt steeds vaker op collectieve waanzin.
Het idee dat bewerkt voedsel slecht voor je is, is vanuit ander oogpunt ook problematisch. In deze wereld – met haar obesitas- en klimaatproblematiek, straks acht miljard bewoners van wie er nog steeds een groot deel tekort aan voedsel hebben – is kort houdbaar, vers en onbehandeld voedsel gewoon geen valabele optie. Koken zoals en met technologie uit de tijd van je overgrootmoeder klinkt misschien gezellig, het is onrealistisch, en er is ook niks dat bewijst dat het gezonder zou zijn.
Of, om het anders te zeggen we hebben vooral baat bij slimmer voedsel, en als dat ook simpeler voedsel is, dan is dat mooi meegenomen, maar ook niet meer dan dat.
Sorbinezuur
Als consumenten terugdeinzen voor chemie in hun voedselproducten beseffen ze vaak niet dat net die chemie het veiliger en gezonder maakt.
Laten we een voorbeeld nemen: sorbinezuur (E200). Klinkt als iets dat je van binnenuit gaat opeten. Maar sorbinezuur komt van nature voor in de lijsterbes. Die besjes schimmelen niet dankzij het sorbinezuur dat zij bevatten. En jaren geleden hebben we geleerd om dat stofje na te maken. Het is 100% veilig. En het maakt voedsel ook veiliger. Maar fabrikanten zijn het in toenemende mate aan het mijden omdat we als consument het niet op het potje willen zien staan.
Ze vervangen het door zout en suikers toe te voegen om de houdbaarheid te bewerkstelligen. En dat is wél ongezond. Of: omdat veel consumenten een niet door de wetenschap onderbouwde afkeer van deze chemische additieven hebben, kunnen ze niet ten volle benut worden. En daar zijn die koppige consumenten vervolgens zelf weer de dupe van.
Glutamaat (MSG)
Nog zo’n verhaal is E621 of glutamaat. De stof, die van nature in ons lichaam voorkomt, versterkt de zoute smaak in hartige voedingsmiddelen. Als we het bijvoorbeeld in vlees gebruiken, dan betekent dat meteen 30 tot 50% minder zout om dat vlees vers te houden. Zout, waarvan we weten dat het wél schadelijk is.
Glutamaat is, in tegenstelling tot wat de meeste mensen daarover denken te weten, niet ongezond en wel degelijk veilig. Sinds de jaren 60 is er veel onderzoek gedaan naar de mogelijke relaties tussen toegevoegd glutamaat (MSG) en overgevoeligheidsreacties, waarin ook mensen zijn meegenomen die zeggen gevoelig te zijn. Uit geen van deze honderden studies is gebleken dat overgevoeligheid voor glutamaat voorkomt.
Wat we wel weten: glutamaat zit van nature in ons lichaam. Glutamaat is een van de 20 aminozuren die ons lichaam als bouwsteen voor eiwitten gebruikt. En van nature komt het ook voor in tomaten, granen, peulvruchten, groenten en aardappelen. Het zit zelfs in moedermelk.
Het wordt artificieel gemaakt volgens een proces dat we zonder problemen tolereren als het de basis vormt van andere zaken: fermentatie.
Fermentatie is een proces waarbij bacteriën, schimmels of gisten gebruikt worden om een voedingsmiddel te maken. Voorbeelden van zulke door fermentatie verkregen voedingsmiddelen zijn yoghurt, bier en brood.
Desalniettemin zou je van glutamaat hoofdpijn, astma en zelfs gedragsstoornissen krijgen. Geen enkel onderzoek heeft dat kunnen aantonen.
Als we glutamaat consequent zouden gebruiken zouden we een spectaculaire verlaging van het zoutgehalte in onze voeding kunnen krijgen. En dat zonder in te boeten aan smaak. Want door toevoegen van glutamaat kun je met 40% minder zout toch een vergelijkbare smaak van je producten krijgen.
Maar ja, de consument wil geen glutamaat in voedsel maar wil wel dat eten een paar dagen in de koelkast kunnen bewaren en dus wordt de houdbaarheid verlengd door er veel zout – iets waarvan we wél zeker weten dat het ongezond is – in te stoppen.
Mening
Veel mensen beseffen het niet, maar als bij een ingrediënt een E-nummer staat, dan wil dat zeggen dat de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) de stoffen en het gebruik veilig vindt.
Om dat vast te stellen hebben we wetenschappelijk onderzoek. Dat lijken we steeds vaker naast ons neer te leggen. Steeds vaker zeggen mensen dat wetenschap “ook maar een mening is”.
Daar zijn een aantal redenen voor, maar de belangrijkste is wellicht omdat die wetenschap dingen zegt die ons niet aanstaan.
De Trumps van deze wereld spelen daar handig op in. Ze misbruiken onze natuurlijke weerstand tegen ongemakkelijke waarheden door ons wijs te maken dat die waarheden onderhandelbaar zijn om zo hun eigen agenda te kunnen doorduwen. Laten we daar vooral niet intrappen.