Doosje antibiotica moet je altijd helemaal innemen? Wel, dat blijkt niet meer te kloppen. Het is meestal zelfs ongezond

Tot het laatste pilletje in de doos innemen, zelfs als je je al genezen voelt: dat hebben patiënten van van oudsher te horen gekregen als ze antibiotica moesten slikken. Maar, steeds meer experten trekken dat nu in twijfel. 

De uitleg waarom je een hele antibioticakuur moest volgen, was deze: als je het niet doet, blijven de sterke bacteriën over en ontstaat resistentie.

Antibiotica doden bacteriën of remmen hun vermenigvuldiging. Bacteriën hebben een trukendoos om aan die bestrijdingsdienst te ontkomen. Zo worden ze resistent. Het duurt alleen even voordat die trucs worden ingezet.

Een ziek persoon die z’n antibiotica niet lang genoeg inneemt, geeft de bacteriën de kans om te muteren en zou bijvoorbeeld ook de sterkste ziekteverwerkers kunnen overdragen en zo de bron worden van nieuwe infecties.

Alleen: dat blijk niet echt te kloppen. Het voortijdig stoppen met een antibioticakuur is niet zo gevaarlijk als tot nu toe werd gedacht, concluderen een pak experts na een grootschalig onderzoek in de British Medical Journal.

Het gaat eerder om een bevestiging: eigenlijk weten we al langer dat bacteriën niet resistent worden doordat je een kuur niet afmaakt. Maar de weg naar bijsluiters en spreekkamers is blijkbaar lang.

Korter is (bijna altijd) beter

Als de infectie weg is (en dus ook de klachten), is het niet erg om te stoppen met de antibiotica. De eigen afweer kan daarna de klus klaren. Resistente bacteriën zijn er dan nog nauwelijks.

Bij de meeste infectieziekten is een kortere kuur dan nu standaard wordt voorgeschreven voldoende, zeggen de Britse artsen. Het antibioticagebruik is de afgelopen jaren zo hard gegroeid dat het “een gevaar is geworden voor de samenleving”.

Door het massale antibioticagebruik wordt de groei van resistente ziekteverwekkers juist gestimuleerd. Want de antibiotica hebben ook invloed op de eigen, gezonde bacteriën, vooral die in het maag-darmkanaal. Die bacteriën vormen juist de beste bescherming tegen ziekteverwekkers van buitenaf. Maar je pakt ze met antibiotica wél hard aan. Ze kunnen daardoor ook resistent worden en hun “truc” doorgeven aan de slechte bacteriën.

Maar, en dit is een grote maar. Er zijn een aantal problemen

Het eerste: bij een beperkt aantal aandoeningen, zoals tuberculose, gonorroe en hiv, is het wél echt noodzakelijk dat je de hele antibioticakuur afmaakt.

Bij huis-, tuin- en keukeninfecties, zoals een blaasontsteking of een keelinfectie, is voor mensen met een gezonde afweer een kuur van vijf tot tien dagen onnodig. Die infecties kunnen best met een driedaagse kuur worden bestreden.

Maar kan een patiënt zelf besluiten om te stoppen? Bij een simpele infectie kan je je gezonde verstand gebruiken, luidt het. Als je denkt: nu voel ik me beter, dan is dat blijkbaar het moment om te stoppen.

Je bent dan wel zelf dokter aan het spelen, en dat is altijd gevaarlijk. En alles hangt er maar van af hoe je je eigen toestand interpreteert.

Nog een probleem: een te lage dosis antibiotica (het gaat dan niet om de duur) kan blijkbaar wél tot resistentie leiden.

“Weegt niet op”

Maar, volgens de onderzoekers weegt dat niet echt op tegen het feit dat het overgebruik van antibiotica momenteel naar nefaste gevolgen aan het leiden is. Door dat te veel gebruiken, worden we tout court resistent. En als antibiotica niet meer werken, dan betekent dat de medische klok met een eeuw terugdraaien volgens hen. Het verminderen van antibioticagebruik moet nu prioriteit zijn, argumenteren ze.

Bovendien slikken we ook nog steeds te vaak antibiotica bij bijvoorbeeld een virusinfectie, zoals een verkoudheid of een griepje. Een virusinfectie verloopt volgens een heel ander mechanisme dan een bacteriële of schimmelinfectie en kan niet met antibiotica worden bestreden. Dan worden alleen de goede bacteriën om zeep geholpen, want foute zijn er niet.

Meer
Lees meer...