‘In Gesprek Met’ is een nieuwe topic van de facebookpagina “Belgian Military Interests”. De admins van deze pagina gaan in gesprek met verschillende personen over militair gerelateerd onderwerpen. Deze keer hebben wij gekozen voor een gesprek met Generaal Marc Thys, bevelhebber van de Landcomponent. (LCC)
Generaal Marc Thys is bevelhebber van de Landcomponent, de oude landmacht. Deze functie is vooral bekend als LCC = Land Component Commander. In deze functie is zijn mening belangrijk voor Defensie. Generaal Thys is niet verlegen om op sociale media, voornamelijk Twitter, en in de pers, als eerste op de bres te springen voor zijn manschappen. Hij speelt duidelijk een voortrekkersrol binnen de Defensie communicatie van de militaire top. Waar, naar onze mening, een zeer conservatieve sfeer rond hangt…In ons gesprek hebben we het over OVG, de rekrutering, de terroristische dreiging en de Russische dreiging. Het interview vond eind september plaats.
Goedemiddag. Generaal, wie bent u eigenlijk?
Ik ben Marc Thys, geboren in Augustus 1962, zoon van een militair die Koreavrijwilliger en parachutist-dispatcher was. Vanaf het moment dat ik bewust was dat ik leefde, wist ik dat ik militair ging worden, dus ik heb op mijn 15e, nu 40 jaar geleden, ’t uniform aangetrokken als kadet. Op de militaire school heb ik een polytechnische opleiding genoten, en daarna een opleiding Recce. Ik heb nog het ijzeren gordijn gekend met aan onze kant de patrouilles en aan de andere kant de Volkspolizei van de DDR. Een heel ander era dan dat we vandaag kennen. Daarna heb ik alle cursussen doorlopen en globaal gezien zes jaar in Duitsland gewoond, een jaar in Canada voor mijn derde cyclus, staf- en commandofuncties uitgevoerd, in de school gezeten, op het studiebureel, en eigenlijk altijd een mix gehad gedurende mijn carrière tussen materieel-technische functies, wat overeenkomt met mijn achtergrond als polytechnieker, en functies in operationele eenheden. In totaal heb ik 12 jaar in operationele eenheden doorgebracht, en nu een lange periode, 8 jaar, in DGMR.Wat vindt u persoonlijk van de opdracht OVG ?
De inzet van militairen in het binnenland is hoe dan ook een uitzonderingssituatie. Uiteindelijk zitten we heden ten dage in een watervalsysteem. Er wordt eerst gekeken of de politie een bepaalde situatie aan kan, pas daarna gaan we over naar de externe hulp van defensie. Ik denk dat we als organisatie, en als militair, indien het wettelijk kader correct is, de opdracht uitvoeren. En we zullen die dan ook professioneel en zeer goed uitvoeren. Gaan we die permanent uitvoeren voor de komende tien, twintig, dertig, veertig jaar? Ik hoop het niet. Dat zou ten eerste betekenen dat we qua dreiging op hetzelfde niveau blijven. Ik denk niet dat die opdracht heel lang zal duren. Er zijn op federaal niveau heel wat initiatieven zoals het veiligheidskorps, wat nu toch langzaam eraan komt (BMI: Het wettelijk kader rond het veiligheidskorps werd op 19 oktober goedgekeurd, een viertal weken na dit interview.) Gaat de militaire steun aan de binnenlandse veiligheid volledig verdwijnen? We zijn hoe dan ook actief met onze Search and Rescue, met DOVO, ook met een aantal andere ondersteunende taken vanuit de genie en zo verder, dus neen, dat zal niet volledig verdwijnen en dat is een goede zaak voor defensie. Het laat ons toe te laten zien aan de bevolking wat we doen. Wat OVG betreft ben ik een koele minnaar. Het geeft ons de opportuniteit om de bevolking te tonen dat wij professioneel werken. Het is een opdracht die in de tijd zal evolueren, nu en in de toekomst. Maar als we het ambitieniveau, dat ons is opgelegd in de strategische visie, willen bereiken, zullen we moeten starten met een aantal zaken. Rekruteren aan de basis om de organisatie te voeden en terug in orde te krijgen. Voor mij is het noodzakelijk dat het veiligheidskorps in plaats gesteld wordt. En ook bij de federale politie moet er gerekruteerd worden, want die hebben een analoog probleem. Op die manier is er een mogelijkheid om voldoende middelen vrij te maken, die vandaag gebruikt worden voor OVG, om de organisatie levend te houden en om het ambitieniveau te behalen. Een bekend filosoof zei ooit: “Elk voordeel heeft zijn nadeel,” en ik denk dat dit met OVG ook het geval is.
Wat wij vaststellen is dat OVG de achteruitgang van defensie versneld heeft. Sinds de Operatie Vigilant Guardian (OVG) begonnen is, lijkt het alsof er geen structuur meer is binnen defensie. De nieuwe militairen staan na drie jaar terug buiten, want geen zin meer in OVG. Sergeanten die functie BV uitvoeren, officieren die ook op straat patrouilleren, onvoldoende kennis ATFP, militairen die operationeel niet in orde zijn voor een buitenlandse opdracht maar nu wel OVG meedoen, … zijn maar enkele van de gevolgen.
Globaal genomen heeft OVG een enorme grote last gelegd in verband met de verbintenissen. OVG begon met een levering van personeel in steun van de politie, dat was de initiële vraag. En ook mijn voorganger was hier al mee bezig, maar we moeten de structuur van defensie binnen OVG terugbrengen. Die is belangrijk om iedereen zijn verantwoordelijkheden terug te geven die we nu tijdens OVG bijna achterwege gelaten hebben. In de gevechtseenheden zit die bijna goed, Combat Support en Combat Service Support geven heel andere beelden naargelang de eenheid. Dus we moeten meer gaan van ‘leveren van mensen’ naar het ‘leveren van een dienst’. Dat is de grote pas die we nu proberen te zetten. Een tweede groot probleem dat we hadden was dat we ongeveer 6 maand OVG per jaar zaten. Daarnaast was er nog maar heel weinig tijd voor operationele training. Bijkomend was dan vaak een late aanvraag voor personeel door feestdagen, evenementen, speciale gelegenheden, zodat de planningen van Ops&Trg, Comopsland en andere diensten enorm moeilijk lag. En op het eind van de “food chain” is dat hetgeen gezien wordt. Mensen die in verlof gingen gaan die uiteindelijk toch werden opgeroepen.
Op donderdagnamiddag meedelen dat er een aantal ‘s anderendaags mogen vertrekken op OVG…
Inderdaad, dat is allesbehalve ideaal. Daarom dat we nu de opdracht licht wijzigen zodat we met 1/3 minder personeel toch de opdracht kunnen verzekeren en er een militaire organisatie in krijgen.(BMI: ondertussen is deze gewijzigd) Ook het feit dat we de C2 van het detachement in Brussel in handen van de Combat Support gaan leggen, zal de Combat-eenheden verlichten. In een ideale wereld hebben we vijf sets nodig. Een set OVG, een set die terugkomt van operatie, een set die basistraining doet, een set die operaties aan het voorbereiden is en een set die operaties doet. Tot voor kort hadden we maar twee sets. OVG op en OVG af. We gaan nu naar drie sets gaan, dus een eerste stap vooruit. Met het Veiligheidskorps dat de nucleaire sites en dergelijke zal overnemen, goed voor 80 functies, waar vooral mensen van de genie en Lombardsijde staan, en in 2019, met de verdere uitbreiding van dat veiligheidskorps, kunnen wij vooral inzetten op structurele aanpassingen waardoor die derde set veiliggesteld kan worden, de set die de basistraining in hun specialiteit kan doen.
Het veiligheidskorps gaat een uitdaging zijn, het gaat heel snel gezien de omstandigheden. Het is niet evident om statuten te schrijven en wettelijke kaders te formuleren waarbij rekening wordt gehouden met de sociale partners. In de komende weken komt dat al in de Kamer, dus het gaat enorm snel, en wij moeten nu al beginnen uitkijken naar welke personen we wel gaan afgeven aan het veiligheidskorps en welke dat we moeten houden.
De pers heeft gezegd dat we tot 2020 in dezelfde situatie zitten. Ik heb het echter iets anders verwoord. Ik ben van mening dat zolang ik hier ben, dus tot 2020, in een soortgelijke situatie gaan zitten. In Juli worden doorgaans de defensie-uitgaven in de begroting gezet, maar daarvoor moet ik kunnen plannen en ik moet voor de jaren erna een idee hebben over wat er gaat gebeuren. Daarom dat ik er rekening mee hou dat we tot de volgende verkiezingen plus zes maand OVG gaan voortzetten. Nu kunnen we een planning, ook budgettair, maken, want dat moest vaak achteraf rechtgetrokken worden doordat het telkens maar kortstondig verlengd werd.
Is het niet beter dat we ons inzetten op anti-terrorisme in het buitenland in plaats van hier te wachten op de volgende aanslag?
Het is ongelooflijk belangrijk dat we uitleggen aan de bevolking en de politici wat het gevolg is van defensie binnen de maatschappij. Het is eigenlijk zoals een ajuin, waarbij de mens en zijn welzijn centraal staat. In onze maatschappij hebben we daar drie verdedigingsgordels rond. Als eerste hebben we de sociale zekerheid, die heel dicht bij de mens staat. Het gaat hier over ziekte-uitkeringen, pensioenen en dergelijke. Het tweede is onze binnenlandse veiligheid: politie, justitie en zo verder. Als derde hebben we de 3 D’s: Diplomacy, Defence, en Development. Als men dat model begrijpt, begrijpt men het model van defensie. Zo begrijpt men ook hoe de politiek keuzes maakt. Men raakt niet graag aan wat het dichtst bij de bevolking staat. De gevolgen voor de politiek zijn enorm als daar aan geraakt wordt. Maar het is aan ons om duidelijk te maken dat als we aan die buitenste schil raken, dat de rest ook zal aangetast worden. Dat beeld is niet voor iedereen duidelijk, want ver van hun bed. De draaischijf van onze welvaart is onze economische activiteit. Als die wegvalt, omdat de dreiging dichter en dichter komt, zal er geen geld meer zijn voor sociale zekerheid. Er zal geen geld zijn om extra politiemensen aan te werven, met nu nog steeds 3000 vacatures. En die negatieve spiraal rond die derde schil wordt nog groter, want die zullen nog minder geld krijgen. Ik denk dat de politiek dat nu al inziet dat we moeten investeren in die buitenste gordel, gezien de acties in de laatste maanden.
De grootste dreiging die er zit aan te komen is oa. de migratiedreiging. In de volgende tientallen jaren zijn er miljoenen die door de klimaatverandering naar Europa zullen komen.
De migratie die IS heeft teweeggebracht was al zeer drukkend voor de Europese Unie. Gelukkig is IS aan het uiteenvallen. Maar degenen die overleven zullen niet zomaar de wapens neerleggen en die zijn dan beter getraind dan voordien. Daar moet de internationale gemeenschap rekening mee houden. Europa voert een veiligheidsbeleid waar alle partners beter van worden. China en Rusland zien veiligheid als een zero-sum-game: ‘Mijn veiligheid stijgt als uw veiligheid daalt.’Rusland is zijn invloed aan het vergroten. NATO is de propaganda- oorlog aan het verliezen. Hoe groot is de Russische dreiging volgens u?
De grootste fout die we maken is denken aan een conflict in termen van vliegtuigen die bommen droppen, troepen die met elkaar vechten. Rusland en China hebben heel veel Oosterse invloeden en denken op een andere manier en op veel langere termijn. Zij gebruiken vandaag al, in een informatietijdperk, informatie meer als wapen. Gisteren in het nieuws nog vermeld: dagelijks hebben we te maken met aanvallen. Er is dus zeker sprake van een dreiging, maar we mogen die niet louter zien als een warme oorlog met troepen en wapens. Het is nu in de vijfde dimensie, de cyber, waar de conflicten gevoerd worden. Maar het behouden van de welvaart is niet meer zo vanzelfsprekend en dat moeten we de bevolking nog bijbrengen.
Rusland en China zouden “goede bondgenoten” zijn, maar ondertussen motiveren ze hun burgers om te gaan wonen in de grensgebieden van de buurlanden, om later hun ‘minderheden’ te beschermen. Zij plannen een generatie verder…
Onze naïviteit is nog enorm. Er is een quote van Confucius: “Plan voor één jaar, plant rijst. Plan voor tien jaar, plant een boom. Plan je voor 100 jaar, bouw een school.” Zij denken echt op een lange termijn. Ze zijn ook minder gebonden aan de verkiezingshorizon van over 4 of 5 jaar. Een democratie moet men verdedigen, maar men moet ook het leiderschap hebben om daar over te stappen en een langetermijnvisie te hebben. En die visie kan niet altijd comfortabel zijn.
Twee van de OVG frustraties zijn oa. het feit dat we van de politie afhangen, terwijl defensie eigenlijk de enige instantie is die op grote schaal met de terreurdreiging kan omgaan. En de gebrekkige communicatie met het thuisfront.
Dat is een werkpunt waar mijn voorganger ook al mee bezig was. Het is eigenlijk altijd een kwestie van aantal personeel. We hebben niet voldoende personeel om een nationale commando post te installeren. Daarom is de politie verantwoordelijk, want daar is dat in plaats gesteld. Er zijn ook problemen met de huisvesting. In Zaventem moet het verbeterd worden, maar wat zijn de mogelijkheden? Ook de detachementen zelf zijn hier verantwoordelijk voor. Velen zeggen dat het wel goed is zo… In de KMS zitten ze soms met 20 mensen op een kamer die roteren, waardoor slapen moeilijk wordt. De FAU heeft genoeg containers, we kunnen een half dorp bouwen op korte termijn. We zijn feitelijk beter voorzien in het buitenland dan hier tijdens OVG. We moeten onze mensen beschermen tegen zichzelf. En ook communicatie met het thuisfront is dan zeer belangrijk. Internet verbinding is niet meer weg te denken in de maatschappij. De tijden zijn veranderd, we hebben de middelen om internet te voorzien, dus er kan geen argument zijn om het niet te doen. Maar als ik de problemen niet ken, kan ik ze niet aanpakken.
Heeft u eigenlijk zicht op het hervormingsplan?
Ik ben op de hoogte van het kwartierplan. Momenteel is de politiek bezig om een deeltje goedgekeurd te krijgen, maar het ligt zeer gevoelig. Ik denk dus niet dat er deze legislatuur iets zal veranderen. (BMI: De minister heeft in oktober 2017, meer dan een maand na dit interview, gezegd dat er geen bijkomende sluitingen zullen gebeuren tijdens zijn ambtstermijn). Verder zal ik hier niet over uitweiden gezien dit een gevoelig dossier is, en het niet aan mij is om insinuaties te maken over een plan dat continu verandert. Het is en blijft een plan. Maar voor mij is het belangrijk dat we een geografische spreiding krijgen van de verschillende eenheden. De eenheden gaan we niet verhuizen, maar er zijn lege compagnies, die wel opgevuld kunnen worden als ze op een andere plaats zitten. Er kunnen dus nieuwe eenheden gecreëerd worden die deel uitmaken van een bestaande eenheid. Het was vroeger zo dat de soldaat naar het leger ging, maar vandaag moet het leger naar de soldaat. Dicht bij huis kunnen werken is een belangrijke factor voor de mensen. Provinciaal zouden we een aantal basisfuncties moeten kunnen aanbieden. Maar opnieuw, politiek ligt dit zeer gevoelig en ik ga me hier niet verder over uitspreken.
We hadden het in een vorig gesprek over precaire toestand van de budgetten van defensie. Daar werd geopperd dat het de fout was van defensie zelf.
Defensie is in de laatste jaren altijd budget-driven beheerd, terwijl ons grootste probleem eigenlijk personeel is. We kunnen niet meer rekruteren, er zijn geen kandidaten meer. Maar die budgettaire drive was ontzettend belangrijk tot dit jaar eigenlijk. De inzet van defensie was: ‘Opdracht gaat voor’, waardoor we al onze budgetten hebben gestoken in operaties en bespaard hebben in infrastructuur. Maar dat neemt niet weg dat wij wel een verantwoordelijkheid hebben en de politiek een uitleg verschuldigd zijn. De politiek is niet altijd op de hoogte van de toestanden die zich binnen het leger voordoen.
Over de rekrutering hebben we nog een aantal zaken die ons dwarszitten. Er zijn al een aantal plaatsen die niet ingevuld geraken.
Voor de officieren is nochtans 110% gerekruteerd dit jaar. Met de bijzondere wervingen erbij zitten we daar nog boven. Maar we hebben ook jaren gehad waar er amper kandidaten waren om de plaatsen opgevuld te krijgen. Hoe komt dat? Wel, dat kan verschillende oorzaken hebben en dat zijn we aan het onderzoeken. Is het onze publiciteit of zit de economie er voor iets tussen? Lagen de publiciteitscampagnes en de wervingsmomenten te ver uit elkaar? Het kan dus aan een heel divers pakket aan redenen zijn waardoor we het ene moment wel volk aantrekken en het ander moment helemaal niet. Qua OOffr zitten we ook redelijk goed met de wervingen, buiten enkele vakspecifieke richtingen waar we amper aan 20% geraken. En er wordt ook ingezet op intern doorstromen waardoor de meeste functies ingevuld geraken.
Dat gaat eigenlijk op veel plaatsen veel te snel. Er zijn OOffr die na drie jaar een staffunctie moeten gaan uitvoeren om het gebrek aan personeel op te vangen. Zonder opdrachten gedaan te hebben weliswaar. Die mensen zijn veel te jong om zulke functies uit te voeren. Veel van die bureaujobs zouden perfect door burgers gedaan kunnen worden. Maar nu voeren we te veel politiek. We zullen het hierbij laten. Hartelijk dank voor het gesprek.
(c) Belgian Military Interestslees ook:
- ‘In Gesprek Met’ … Rudi Vranckx: “We zijn in oorlog”
- ‘In Gesprek Met’ … Sammy Mahdi, deel één: “Zet militairen op een nuttige manier in.”
- ‘In Gesprek Met’ … Sammy Mahdi, deel twee: “Het onbestaand integratiebeleid“
- ‘In Gesprek Met’ … Sammy Mahdi, deel drie: “Het politieke antwoord op het terrorisme.”