Het Amerikaanse leger heeft in december twee video’s vrijgegeven van aanvaringen tussen Amerikaanse F-18’s en ongeïdentificeerde vliegtoestellen. In de eerste video is te zien hoe verschillende piloten een vreemd, eivormig voorwerp spotten. Het zou gaan om een “vloot” van zulke objecten. De tweede video gaat over een gelijkaardig incident uit 2004. Maar de incidenten worden amper onderzocht. Er wordt gevreesd dat de Russen of de Chinezen hierachter zitten en sommigen spreken, op z’n Amerikaans, zelfs over ufo’s.
Samen met verslagen van de piloten en radargegevens zouden de video’s bewijs kunnen leveren van het bestaan van vliegtoestellen die veel meer geavanceerd zijn dan die van Westerse legers. Amerikaanse Defensieambtenaren bevestigen dat er alleen al aan de oostkust zo’n twaalf gelijkaardige incidenten vastgesteld werden sinds 2015. Dat schrijft de Amerikaanse krant Washington Post. In oktober 2017 stuurde de luchtmacht nog haar F-15’s de lucht in om een niet-geïdentificeerd vliegtuig van hoge snelheid te onderscheppen boven de Stille Oceaan. Het vliegtoestel kon niet gesnapt worden. De video’s werden eind 2017 voor het eerst gepubliceerd door de Amerikaanse krant New York Times.
In een derde video, die uitgebracht werd door het private onderzoeksbureau To the Stars Academy of Arts and Science, is een aanvaring tussen de Amerikaanse marine en een onbekend toestel te zien aan de oostkust in 2015.
Wat is hier aan de hand? Zijn de Amerikanen op technologisch vlak ingehaald door de Russen of de Chinezen? Sommige Amerikanen spreken zelfs van “het bewijs van een buitenaardse beschaving”. Kan daar iets van kloppen? De kans is groot dat we het nooit zullen weten, want aan de overkant van de Oceaan zijn ze niet naar de antwoorden op zoek.
Ufo-onderzoeksprogramma afgeschaft
Tot vorig jaar stond Luis Elizondo, nu onderzoeker bij To the Stars Academy, aan het hoofd van een inlichtingenprogramma van het Pentagon om bewijs te vinden van het bestaan van “abnormale” vliegtoestellen. Elizondo diende eind 2017 zijn ontslag in, omdat hij niet akkoord ging met sommige maatregelen van de Amerikaanse overheid. Sindsdien gebeurt er in de VS niets met verslagen van verschillende diensten over onbekende vliegtoestellen, inclusief het Amerikaanse leger.
Christopher Mellon, senator, Pentagon-insider en Amerikaans viceminister van Defensie onder de presidenten Bill Clinton en George W. Bush, noemt het huidige beleid “hetzelfde als een missie van het leger onder water zonder de marine in te schakelen”.
Niemand van het Pentagon wou de Amerikaanse media te woord staan over de zaak. Defensie bevestigde wel dat er tot 2012 een Ufo-onderzoeksprogramma bestond.
Hoogst geavanceerde technologie
Militairen, die effectief met zo’n ongeïdentificeerde vliegtuigen in aanvaring kwamen, hadden opmerkelijke verhalen te vertellen aan de Amerikaanse media. In november 2004 detecteerde de USS Princeton, een Amerikaans oorlogsschip met bijzonder sterke radars, verschillende keren een onbekend vliegend object nabij een militaire groep aan de kust van San Diego. In sommige gevallen daalden die voertuigen abrupt meer dan 18 kilometer aan supersonische snelheden. Daarna stopten ze plots en vlogen ze verder, amper 150 meter boven de oceaan. Het Amerikaanse leger en haar geallieerden beschikken niet over de technologie of de voertuigen om zulke manoeuvres mee uit te halen.
In minstens twee andere gevallen, werden F-18’s de lucht ingestuurd om ongeïdentificeerde vliegtuigen te onderscheppen. Dat lukte niet, maar de Amerikanen slaagden er wel in om hun locatie, uiterlijk en prestaties te registreren. Deze aanvaringen gebeurden tijdens de dag en werden door raars, die onafhankelijk van elkaar zijn, gemonitord. Volgens de bronnen van Mellon waren de voertuigen wit en meer dan 12 meter lang. De vliegtuigen schoten met gemak weg van de Amerikaanse toptoestellen met een enorme snelheid, die de motor niet bleek aan te tasten.
Frustratie bij Amerikaanse militairen
Mellon beweert dat het private onderzoeksbureau To the Stars Academy, waar hij mee samenwerkt, door heel wat Amerikaanse militairen benaderd wordt die niet tevreden zijn met hoe verslagen, zoals bovenstaande, afgehandeld worden. “Niemand wil ‘the alien guy’ zijn in de bureaucratische machine van de nationale veiligheid”, klinkt het. “Niemand wil belachelijk gemaakt worden omdat hij de aandacht richt op deze zaak. Die sfeer leeft binnen de hoogste en laagste rangen van het leger. Het is een grote belemmering voor verder onderzoek.”
Toen de Sovjet-Unie ongeveer zestig jaar geleden haar eerste raket, de Spoetnik, lanceerde, waren de Amerikanen al bang om op technologisch niveau ingehaald te worden door een rivaal. Uiteindelijk kwam het tot een ware space race. Veel Amerikaanse militairen zijn van mening dat het aangewezen is om opnieuw zo’n ‘race’ aan te gaan als China, Rusland of een ander land hen op technologisch niveau dreigt te overstijgen. Onlangs deed de Russische president Vladimir Poetin nog stoere uitspraken over nieuwe (nucleaire) wapens. Misschien was het dan toch meer dan alleen bluf?
Moesten de vliegtoestellen effectief van buitenaards leven komen, dan is zelfs nog dringender volgens Mellon.
50 miljard per jaar
“De inlichtingendiensten van de VS hebben een jaarlijks budget van zo’n 50 miljard dollar”, benadrukt Mellon. “Geld is dus niet het probleem. Maar we beseffen niet dat deze zaken grondig geanalyseerd en onderzocht moeten worden. De opdracht moet aan een ambtenaar gegeven worden met de wil om over verschillende bureaucratische groepjes in het Pentagon samen te werken. Er zijn analisten nodig om te waken over de satellietdata, de radardatabases en –signalen.”