Minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) heeft gereageerd op de heisa rond de Amerikaanse studie die beweerde dat de Belgische F-16-vliegtuigen zo’n zes jaar langer in dienst zouden kunnen blijven. Als dat zou kloppen, zouden er dus nog geen nieuwe toestellen gekocht moeten worden. Vandeput sprak op zijn persconferentie van “een zware inschattingsfout”.
“Ik heb nooit informatie achtergehouden voor de regering en ik had het rapport moeten ontvangen”, zegt minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) op een persconferentie naar aanleiding van de rel rond de studie over een lange levensduur van de Belgische F-16-vliegtuigen. Uit die studie, besteld door de Belgische Defensie, bleek dat de vliegtuigen zes jaar langer in dienst zouden kunnen blijven zonder veel extra kosten.
“Zware inschattingsfout”
Vandeput zegt dat er “een zware inschattingsfout” gebeurd is: “De belangrijkste vraag waar ik vandaag op wil antwoorden is of ik kennis had van het rapport. Maar ik kan jullie benadrukken dat ik het rapport vanochtend pas voor het eerst heb gezien. Ik wil dus benadrukken dat ik nooit bewust enige informatie heb achter gehouden. Dat zou onaanvaardbaar zijn voor een minister.”
“Informatie niet doorgestroomd”
“Het was een zware inschattingsfout dat de rapporten over de levensduur van de F-16’s niet zijn doorgestroomd naar mij of naar Chef Defensie Marc Compernol”, zegt Vandeput nog.
Hij kondigt een intern onderzoek aan van de Chef Defensie en een extern onderzoek. Dat laatste moet verhinderen dat er ooit nog belangrijke informatie “te laag in de keten” blijft. Vandeput wees er ook op dat op de resultaten van de onderzoeken gereageerd zal worden met “gepaste actie”. Eerder vandaag kondigde premier Charles Michel al een onderzoek naar de zaak aan.