Het cannabisbeleid in ons land laat te wensen over. Dat zegt een onderzoeksteam van de KU Leuven en de Universiteit Gent. De gevolgen zijn niet mals. Zo wordt de illegale, lokale markt steeds crimineler en is er meer geweld en georganiseerde misdaad gemoeid met de handel in cannabis. De gebruiker is de dupe. Er zijn steeds meer cannabisgerelateerde opnames in drugscentra.
Vijftien onderzoekers van KU Leuven en UGent hebben zich de jongste maanden over het softdrugsbeleid in ons land gebogen. De conclusie van hun rapport: de intentie van het beleid is goed, maar de belangrijkste doelen worden niet gerealiseerd.
“De laatste jaren is het gebruik van cannabis gestabiliseerd in België”, laat professor criminologie Letizia Paolo (KU Leuven) aan newsmonkey weten. “Maar toch blijft cannabis de populairste drug bij jonge mensen. Er is ook een stijging van cannabisgerelateerde problemen. We hebben een stijging van opnames gezien van mensen met cannabisproblemen in de gespecialiseerde drugsverslaafden.”
Wanneer is gebruik problematisch?
“Een echt criterium om van problematisch gebruik te spreken is er niet”, zegt Paoli. “Iedereen reageert ook anders op cannabis. Cannabis is inderdaad minder schadelijk dan alcohol en tabak. Maar als je echt regelmatig cannabis gebruikt, kan dat schadelijke gevolgen hebben in de vorm van psychologische stoornissen.”
“Dat risico ligt trouwens het hoogst bij de jongere gebruikers. Schizofrenie is het meest voorkomend. Er komen ook affectieve stoornissen voor, bijvoorbeeld depressies. Bij ongeveer de helft van de regelmatige gebruikers zijn er ook tekens van afhankelijkheid.”
Geweld en corruptie
“Tegelijkertijd is er een belangrijke verandering geweest wat het cannabisaanbod betreft. Cannabis wordt namelijk steeds meer in Europa geteeld, vooral in Nederland en in België. Dit heeft een groei van de lokale, illegale economie als gevolg gehad. De grootschalige telers laten zich in met geweld en corruptie. Ze veroorzaken ook veel materiële schade in de gebouwen waarin ze cannabis telen. De eigenaars zijn daar de dupe van.”
Vier alternatieve modellen
“Het huidige beleid heeft dus een criminogeen effect. De kleinschalige telers worden van de markt gejaagd. Wat overblijft zijn de grootschalige telers, echt professionele criminelen eigenlijk. Wij pleiten voor een hervorming van het drugsbeleid. Daarvoor stellen we vier potentiële, verdedigbare modellen voor.”
Thuisteelt en ‘social clubs’
Het eerste alternatief van Paoli en haar onderzoeksgroep is het toelaten van thuisteelt voor persoonlijk gebruik. “Dat betekent nog niet meteen een legalisering. Het grote voordeel van dit model is dat het compatibel is met de huidige VN-verdragen en de EU-wetgeving. Dit model impliceert dus geen negatieve gevolgen voor onze buurlanden. Wel zou dit model geen grote schaalverkleining van de illegale markt in de hand werken. Echt cannabisfans zullen misschien hun eigen planten telen, maar de gelegenheidsgebruiker zal toch weer naar de illegale markt gaan om een joint te kopen. In dit model is er ook geen controle mogelijk op de kwaliteit en de kwantiteit van de geteelde cannabis en op het gebruikspatroon.”
Het tweede alternatief dat Paoli voorstelt is zogenaamde cannabis social clubs. Dat zijn kleine coöperatieven van volwassenen die kweken voor medicinaal of recreatief gebruik. “Ook dit model is compatibel met de VN-verdragen en de EU-wetgeving. Een groot deel van de illegale markt zou hierdoor onderuit gehaald kunnen worden. Dit laat ook de introductie van kwaliteitscontroles toe. Wel zijn strikte controles van de gebruikspatronen van softdruggebruikers niet mogelijk.”
Licenties en overheidsmonopolie
Als derde model stelt Paoli voor om licenties te geven aan non-profitorganisaties: “De overheid zal in dat geval vergunningen geven aan bepaalde ngo’s. Een voordeel is dat men gerichte preventiecampagnes kan opzetten voor de gebruikers. Die zullen zich moeten registreren en dus kan het gebruik ook ingeperkt worden en kan de schade van overmatig cannabisgebruik beperkt worden. Een groot nadeel van dit model is dat het niet compatibel is met de huidige VN-verdragen en de EU-wetgeving.”
Het vierde alternatief van Paoli en haar onderzoeksgroep is een monopolie voor de overheid. Dat zou dezelfde voordelen met zich meebrengen als bovenstaand alternatief. De professor wijst er wel op dat ook dat model niet past binnen de huidige VN-verdragen en de EU-wetgeving: “Bij dit model zou je de striktste controle van de markt kunnen bekomen.”