Eén van de mooiste steden in Spanje is zonder twijfel Valencia. De stad is modern, levendig en het zonnetje schijnt daar zo goed als altijd. Wat wil je nog meer? Info? Oke, dat krijg je van ons!
Ongeveer in de helft van de Oostkust van Spanje vind je de stad Valencia, een mooie stad aan de Middellandse zee waar je minstens één keer in je leven naartoe moet gaan. De geboorteplaats van paella, een Spaans gerecht, wordt ook wel eens sinaasappelstad genoemd. Zo veel associaties met eten, wij krijgen zin in de stad!
Als we vliegtickets zoeken naar de stad, vinden we al prijzen rond 100 euro. Maar als we niet per sé in de zomer willen vliegen naar Valencia, krijgen we al prijzen te zien van 23 euro per vlucht in september. Ja … wij zijn weg!
Wanneer gaan we naar Valencia?
Als je goedkoop wil reizen naar Valencia, moet je de zomermaanden best ontwijken. Dan kosten vliegtickets en je verblijf veel meer dan tijdens andere periodes. Om het goedkoop te houden, moet je vooral tijdens minder populaire periodes gaan naar de zonnige stad. Dat zijn eigenlijk alle maanden tijdens de herfst en winter. Vooral tussen november en maart is het daar goedkoper én kalmer. Ook in april en mei zal je over de koppen moeten lopen, in tegenstelling tot in de zomermaanden.
Als toeristen en geld je niet veel uitmaken, en je vooral goed weer wil, kan je best tijdens de zomermaanden gaan naar de stad. Dan schijnt het zonnetje fel en kan je lekker genieten van aangenaam Spaans weer. Heerlijk! Hieronder zie je de gemiddelde maximale en minimale temperaturen per maand. Zo kan je voor jezelf uitmaken wat aangenaam is en wat te warm of te koud is.
Wat moet je voorzien voor Valencia?
Voor Valencia moet je ook niet te veel dagen uitrekenen. Net zoals meeste citytrips zijn zo’n 4 dagen zeker voldoende voor de stad. Zo kan je enkele dagen spenderen aan sightseeing en bezienswaardigheden bezoeken en voor de rest relaxen op het strand of op een terrasje.
Een reisje naar Valencia zou je gemiddeld ongeveer 75 euro per dag kosten, met verblijf en eten inbegrepen. Als we een vergelijking maken op websites die uitgaves calculeren van steden, zouden we 34 euro uitgeven aan ons verblijf (hostel, hotel, camping, …) in de stad. Eten zou ons 27 euro kosten en de rest zouden we uitgeven aan andere dingen zoals toegangskaartjes en transport. Dit is natuurlijk een algemene schatting. Niet iedereen geeft evenveel uit aan luxe, hotel, restaurants, musea of transportmiddelen.
Valencia, de sinaasappelstad
Wandelen door de kuststad zal je zeker doen genieten en relaxen. Zo moet je ook eens door de wijk Eixample, een verborgen parel van de stad, wandelen. Hier vind je een unieke sfeer tegenover andere wijken in de stad. De lokale bevolking noemt het zelfs “echt Valenciaans”. Hier kom je niet veel toeristen tegen, maar wel gezellige winkeltjes, knusse café’s en leuke wandelpaden. Gewoon even doorwandelen en je zal zeker genieten van de Spaanse charme. Heerlijk!
De stad staat ook bekend om sinaasappels. In verschillende straten zie je sinaasappelbomen die de straten sieren met een oranje kleur. Als je meer wil genieten van het oranje, moet je misschien een ‘sinaasappeltour‘ doen door de stad. Geen grap, het bestaat echt hoor! De stad biedt zo’n tours aan en ze zijn ook nog eens leuk om te doen! Je komt op verschillende plaatsen waar sinaasappelbomen groeien en je ontdekt hiermee een andere (oranje) kant van de stad. Love it!
Wetenschap en techniek
Als je al het één en het ander hebt opgezocht over Valencia, zal je waarschijnlijk wel weten dat een groot deel van de toeristen trekt naar Valencia omwille van de wetenschappelijke musea. In het midden van de stad werd een park aangelegd. Hier vind je ook het ‘Ciutat de les Arts i Les Ciències’, oftewel de Stad van de Kunst en Wetenschap, een wetenschappelijk centrum waar je zeker naartoe moet gaan. De gebouwen langs de buitenkant zijn ook de moeite waard om je fototoestel uit je tas te halen. Ze zijn ontworpen door de Spaanse architect Santiago Calatrava.
Bezoekers kunnen wandelen door de stadstuinen, het operagebouw bezoeken en zelfs wetenschappelijke experimentjes (het zijn kleine proefjes) uitvoeren in het Wetenschapsmuseum.
Niet alles is modern
Het fijne aan Valencia is dat oud ook samenkomt met nieuw. Zo vind je daar nog poorten terug van de 14e eeuwse verdedigingsmuren van de stad. Daarnaast heb je ook nog eens het prachtige Plaza de Virgen met een plein aan. Op het pleintje staat in het midden een fontein die omringd wordt door acht vrouwen. Deze vrouwen staan er als symbool voor de acht irrigatiekanalen die sinds de Romeinse tijd water naar de stad hebben gebracht.
Aan de ene kant van het plein vind je cafés en restaurants, terwijl de andere kant wordt gedomineerd door een kathedraal met verschillende stijlen. Eerst stond op deze plek een Romeinse tempel en daarna een moskee. Maar tussen de 13e en de 15e eeuw werd er een kathedraal gebouwd met romaanse, gotische en barokke kenmerken. Het museum bevat zelfs een kelk die door het Vaticaan wordt beschouwd als oorspronkelijke Heilige Graal. Wie gelovig is, moet hier dus zeker naartoe. Wie niet gelovig is, kan ook gaan hoor! Neem ook even de tijd om de schilderijen van Goya en andere grote artiesten hier te bekijken. Loop nadien even naar boven op de Micalet-klokkentoren en geniet van een prachtig uitzicht over de stad. ’t Is het waard!
Als je op donderdag naar het plein komt om 12 uur, zal je een sessie zien van het bekende Water Tribunaal. Lokale boeren komen irrigatiekwesties bespreken, net zoals ze langer dan 1.000 jaar doen. Hoe authentiek is dat niet?
Nog meer bijleren in musea
Wat je ook nog kan doen is het Museo Nacional de Cerámica oftewel het Nationaal Keramiekmuseum bezoeken. Zelfs als je niet naar binnen gaat, kan je de façade van dit 18e-eeuwse paleis bewonderen.
Binnenin kan je ook nog de ontwikkeling van keramiek uit de Iberische, Griekse en Romeinse periode ontdekken. Daarnaast vind je op de bovenste verdieping ook nog een Valenciaans betegelde keuken. ’t Is mooi en je leert ook nog iets bij over Valencia.
Als keramiek je niet veel interesseert, kan je ook naar het historisch museum van de stad. Nabij het Bioparc, waar dieren leven in een zo natuurlijk mogelijke habitat, vind je dit museum dat gevestigd is in een 19e eeuwse waterleidingsbedrijf. Heel leuk om te zien. In het museum wordt de geschiedenis van de stad in beeld gebracht door interactieve tentoonstellingen.
Het leven op een strand met paella en sangria
Een klein stukje buiten het centrum van Valencia vind je het strand dat zorgt voor een leuke ontsnapping aan het stadsleven. Je kan hier niet alleen zwemmen en zonnen, maar ook lekker smullen op de gezelligste strandrestaurants. Probeer vooral visgerechten of paella, want daar zijn ze in Valencia echt de beste in! Misschien ook het moment om paella valenciana uit te testen? De originele is geen mix van vis en vlees, maar van groenten, kip en konijn. Soms kunnen varkensribbetjes er ook bij.
Wil je ook iets drinken? Dat kan (uiteraard!), maar dan raden wij je aan om een glaasje sangria te drinken. Je bent tenslotte in Spanje hé, dus geniet dan ook maar van de Spaanse cultuur.
Eén van de grootste markten van Europa
Deze art nouveau-markt werd in 1920 gebouwd en is één van de grootste in Europa. Als je daar bent, moet je even naar boven kijken en het gebrandschilderde glas en de mozaïeken koepels van ijzeren structuur bewonderen. Bestel even een glas versgeperste sinaasappelsap in een betegelde bar en geniet van de mooie kleuren en verse producten die de markt je aanbiedt. Wat houden we toch van Spanje!