Zondag trekken we weer met z’n allen naar de stembus. En ook al gebeurt de stemming in Vlaanderen nu al in 163 gemeenten digitaal, er zijn nog steeds 145 gemeenten waar er met papier en een rood potlood wordt gestemd. Maar waarom is dat potlood nu eigenlijk rood?
In de 145 gemeenten in Vlaanderen waar er zondag nog op papier gestemd wordt, zal je dat moeten doen met een rood potlood. Doe je dat met een andere kleur, dan is je stem ongeldig. Maar waarom gebruiken we eigenlijk een rood potlood? En was dat altijd zo?
Zwart potlood
Er werd in ons land niet altijd gestemd met een rood potlood. Tot 1965 gebruikte men een zwart potlood. In dat jaar werd beslist om om over te schakelen op een rood potlood. Dit gebeurde in navolging van Nederland, waar al sinds 1922 gestemd werd met een rood potlood.
In Nederland hadden ze daar in 1922 verschillende redenen voor. In de eerste plaats is rood een contrasterende kleur. Doordat deze dus meer opvalt op de witte stembiljetten met zwarte tekst is het voor de tellers makkelijker om snel de stemmen te tellen. Rood potlood is bovendien ook moeilijker uit te wissen dan zwart. Hierdoor kan stemfraude dus mogelijk worden tegengegaan.
Eigen potlood meenemen
In gemeentes waar met papier en potlood gestemd wordt, vind je een rood potlood in het stemhokje. Maar je mag ook je eigen potlood meenemen. Meer nog, het mag zelfs een balpen of een viltstift zijn.
De enige vereiste is dat deze ook rood moet zijn. Ga je voor een andere kleur, dan is je stem op slag ongeldig. Dit kwam de partij D66 in Nederland ooit duur te staan. Bij de verkiezingen voor de Eerste Kamer in 2011 werd een stem ongeldig verklaard, omdat deze geschreven was met een blauwe balpen. Dit was de beslissende stem geweest voor een extra zetel voor D66. De partij bleef door deze ongeldige stem steken op vijf zetels in plaats van zes. Wil je er dus zeker van zijn dat jouw stem zondag meetelt, stem dan zeker met een rood potlood.
