Een tijdje bij vrienden op de sofa logeren, dan weer in een instelling wonen, daar ontsnappen, en daarna op straat belanden: voor sommige jongeren is het de dagelijkse realiteit. De Antwerpse organisatie Betonne Jeugd trok vorig jaar aan de alarmbel: “Verschillende van onze jongeren vertelden ons dat ze letterlijk op straat stonden. Toen wisten we: dit mag niet ongehoord blijven.”
Het is vrijdagnamiddag en in de zaal van Costa in de Antwerpse wijk Sint-Andries vertelt Slongs dievanongs, meter van Betonne Jeugd en rasechte Sint-Andriesser, over de wijkturnkring ‘De Hoop’ waar ze als jong meisje naartoe ging. “Voor 50 frank per jaar kon iedereen komen turnen. Niemand kon een flikflak maar iedereen was van ‘t straat. En dat is eigenlijk hetzelfde als wat Betonne Jeugd nu ook doet.” De organisatie viert dit jaar haar vijftiende verjaardag. Al die tijd heeft ze zich om maatschappelijk kwetsbare jongeren bekommerd: jongeren die geen aansluiting vinden in het reguliere jeugdwerk en die vaak in armoede leven. Betonne Jeugd bereikt zo’n 150 jongeren, van 0 tot 30 jaar. Sommige onder hen komen drie keer per week, andere maar heel af en toe.
Op straat
De verjaardag is ook een aanleiding om de resultaten van het project “Geef dakloze jongeren een stem” voor te stellen en beleidsaanbevelingen te doen. Het project start volgend jaar, dankzij een financiële injectie van de Burgerbegroting. Sarah Lampen, jeugdwerkster bij Betonne Jeugd: “Tijdens een weekend in januari 2017 vertelden jongeren van onze werking dat ze, letterlijk, op straat stonden. We hebben toen onze bordspelletjes weggezet en geluisterd naar hun verhalen. Dit mocht niet ongehoord blijven.” Het was natuurlijk niet de eerste keer dat er jongeren van Betonne Jeugd zonder thuis kwamen te zitten. Alleen was deze keer het aantal ongezien: elf van de achttien. “Een ander groot verschil was deze keer ook dat sommigen onder hen noodgedwongen de nacht hebben moeten doorbrengen in de nachtopvang, terwijl ze er voorheen in slaagden een tijdelijke slaapplek bij vrienden of familie te vinden. Ook dat was alarmerend.”
Grootste risico op armoede
De jeugdwerkers van Betonne Jeugd maken zich zorgen, zoveel is duidelijk. Maar zijn er vandaag daadwerkelijk meer dak- en thuisloze jongeren dan enkele jaren geleden? Exacte cijfers zijn er niet, omdat België, in tegenstelling tot andere Europese landen, geen federale cijfers van dak- en thuisloosheid kan voorleggen. In 2014 werd een interfederaal samenwerkingsakkoord afgesloten, waar een structureel beleid en gegevensverzameling uit zouden voortvloeien. Voorlopig is er nog geen concrete uitwerking van dat samenwerkingsakkoord.
Maar ook zonder deze cijfers zijn er indicatoren die wijzen op een armoedeproblematiek bij jongeren. Zo stijgt het aantal 18 tot 25-jarige leefloners sterk, 38% tegenover 2013. De EU-SILC (EU-statistiek van inkomen en levensomstandigheden, red.) geeft een bijkomende indicatie: 22% van de 16 tot 24-jarigen liep in 2017 het risico om in de armoede te belanden. Daarmee is deze groep ook meteen het meest vatbaar voor armoede.
Hulpmoe
Naast armoede zijn ook jeugdwerkloosheid, leven van een leefloon en familiale conflicten structurele risicofactoren voor jongeren om dak-of thuisloos te worden. Uit een onderzoek van sociologen Evy Meys en Koen Hermans (KU Leuven) uit 2014 blijkt dat 20% van de mensen die in residentiële centra verblijven jonger is dan 25 jaar. Het aandeel jongvolwassenen in de winteropvang is 10,3%, maar dat is waarschijnlijk nog maar het topje van de ijsberg. “Jongeren hebben vaak andere overlevingsstrategieën en belanden sneller al eens op de bank bij vrienden of familie,” zegt Hermans.
“Betonne Jeugd biedt geen klassieke hulpverlening, daar zijn we heel duidelijk in,” zegt coördinator Kristof Daems. “Eigenlijk is onze job niet zo moeilijk. Het enige wat we moeten doen, is er zijn. En luisteren.” Jeugdwerker Sarah Lampen: “Veel jongeren hebben negatieve ervaringen met de jeugdhulp en zijn de hulpverleners moe. Betonne Jeugd probeert een familiaal gevoel mee te geven: iedereen is wie hij is en maakt deel uit van de grote Betonne Jeugd familie.”
NEET-jongeren
Betonne Jeugd bereikt op die manier heel wat jongeren die onder de radar van de reguliere hulpverlening blijven. Een deel van hen zijn de zogenaamde NEET-jongeren (‘Not in Employment, Education or Training’, red.) In 2008 maakten zij 6,34% uit van de Vlaamse jongeren. Na de economische crisis van 2008 steeg dat aantal tot 9,24%. In 2017 zakte dit cijfer weer tot 7,16%. Het lijkt alsof het aantal NEET-jongeren gedaald is, maar dat is volgens Hermans maar perceptie. “Tegenover de jaren na de financiële en economische crisis zijn de cijfers inderdaad gedaald,” zegt hij. “Maar het is nog steeds meer dan de 6,34% uit 2008. In de provincie Antwerpen was in 2017 maar liefst 18% van de min 25-jarigen werkloos. Jongeren zijn de grootste slachtoffers van de economische crisis, en dat laat zich tot op vandaag nog voelen.”
Een groot deel van de Betonne Jeugd jongeren loopt verloren in het hulpaanbod. Ze zijn vaak laaggeschoold en missen de nodige administratieve vaardigheden. Ook het gebrek aan laagdrempelige en betaalbare psychologische hulp is een heikel punt. Sarah Lampen: “Na zes maanden zonder zicht op verbetering, verliezen veel jongeren de hoop. Ze nemen afstand van hun netwerk en raken sociaal geïsoleerd.” Betonne Jeugd is dan vaak hun enige aanspreekpunt – hier krijgen ze opnieuw het gevoel dat ze een plaats hebben in de maatschappij, en dat is uiteindelijk het belangrijkste.
© 2018 – StampMedia – Flore De Pauw en Mustafa Körükçü