/Play More. De huidige show van Alex Agnew, Be careful what you wish for, is razend populair en werd zelfs verlengd. Bovendien staan zijn shows nu op Telenet Play en Telenet Play More. Hoog tijd dus voor een babbel met de plezantste nonkel van de Vlaamse comedy.
Hoe bereid je je voor op je shows? Erger je je de hele dag kapot?
Alex Agnew: “Dat is een goede samenvatting. Soms zijn het sluimerende ergernissen. Het kan bijvoorbeeld ook zijn dat ik pas na een tijd voel dat ik me aan bepaalde dingen erger. Dan weet ik dat ik het over dat onderwerp wil hebben in mijn show. Bij ‘Unfinished Business’ was dat heel tijdelijk met de aanslagen toen. We leefden in een tijdperk van terreur. Deze show komt bijna drie jaar later en is totaal anders.”
“Je merkt ook dat de tijden door andere onderwerpen gedomineerd worden, maar het is nog steeds interessant. Soms maak ik me kwaad aan de rechterzijde, dan weer aan de linkerzijde. I will always call bullshit when I hear it. Het maakt me niet uit van welke kant het komt. Ik trek geen partij, ik ben gewoon geen fan van vreselijke intolerantie naar andere mensen toe, of dat nu van rechtsen komt met hun typisch discours of migranten, of van linksen die je constant als nazi willen bestempelen als je een grap maakt over een transgender.”
“In dit tijdperk wordt er constant naar je geroepen dat je niemand mag beoordelen op basis van huidskleur, seksuele voorkeur of gender. Maar dat gaat alleen niet op voor de blanke hetero man. Daar moet ik wel mee lachen. Als je niet consequent kan zijn in je ideologie, waarom zou ik dan de rest van je discours nog moeten geloven? Je moet niet proberen om even te zijn als je denkt dat wij zijn, je moet beter zijn.”
Gevoeligheden van tegenwoordig
Krijg je tegenwoordig meer gezeik over je dan zo’n tien jaar geleden?
Alex Agnew: “Mensen zeggen de jongste tijd vaak dat je niet meer mag zeggen wat je wil, maar volgens mij leven we in een tijdperk waar nog nooit zoveel gezegd geweest is. De vrijheid van meningsuiting is volgens mij alive and well in de westerse wereld. Ik zeg niet dat dat overal ter wereld het geval is. Je hebt tegenwoordig wel meer mensen die je ter verantwoording roepen voor wat je zegt. Die zijn ook niet altijd tolerant.”
“Bepaalde gevoeligheden zijn natuurlijk wel veranderd. Je moet jezelf ook de vraag stellen waarom je daar tegenin zou willen gaan. Neem nu het woord ‘neger’. Tien jaar geleden was het geen probleem om dat woord te laten vallen, nu wel. Waarom zou je je daartegen verzetten? Als het je bedoeling is om mensen te laten lachen, maar je kwetst er iemand mee, moet je dat woord niet meer gebruiken.”
“Als een bepaalde groepering een foute ideologie aanhangt, mag je er natuurlijk los op ingaan, ongeacht wat hun huidskleur is. Dat is wat ik altijd gedaan heb. Als ik het verleden racistische dingen zei, viel ik mezelf en de helft van mijn publiek aan. Je moet het natuurlijk ook durven en eens bedenken wie er in de zaal zit. Zeker als je in het Sportpaleis staat, dan heb je een algemene doorsnee van de bevolking in de zaal zitten, niet enkel je eigen parochie. Het is altijd leuk om daar wat mee te spelen, mensen op een verkeerd been te sturen, ze mogen nooit echt door hebben aan welke kant van het hek ik sta. Als je goed luistert, weet je dat natuurlijk wel. Het is gewoon grappig om daarmee te spelen, een beetje provoceren mag nog.”
Komische invloeden
Wie waren je invloeden op het vlak van comedy?
Alex Agnew: “Bill Hicks en George Carlin zijn mijn twee grote invloeden, maar ook mensen zoals Eddie Murphy, Richard Pryor en Robin Williams waren een grote inspiratie voor mij. Moderne komieken die ik goed vind, zijn mensen zoals Dave Chappelle, Bill Burr en Louis C.K.”
“De Ierse komiek Dave Allen was de eerste komiek die in mijn ogen iets helemaal anders deed dan de sketch shows van vroeger op de BBC. Hij bracht ook sketches, maar tussendoor ook stand-up-stukken in een stoel met een glas whisky en een sigaar.”
“Hij had veel kritiek op de kerk, wat in de jaren ’70 en ’80 nog heel gevoelig lag in Engeland. Hij eindigde zijn shows ook altijd met de woorden ‘may your God go with you‘. Dat vond ik altijd een hele mooie. Veel dingen die Ricky Gervais vandaag doet, deed Dave Allen dertig jaar geleden al. Heel scherpe humor, die vandaag de dag nog overeind blijft. Die gast wordt te weinig genoemd door mensen.”
Einde van Diablo Blvd
Ga je ooit nog iets met muziek doen? Komt Diablo Blvd ooit terug?
Alex Agnew: “Geen idee, daar zijn voorlopig geen plannen voor. Wel zal ik met de band The Moonlovers een tribute brengen aan The Doors. Ze brengen altijd een hulde aan een overleden artiest met een bekende Vlaming. Ze vroegen aan mij voor wie ik zou kiezen, dus ik ging voor wie het bij mij allemaal begon, Jim Morrison. Het eerste optreden viel zo goed mee dat we er nog twee gegeven hebben.”
“Er volgen nog een aantal shows, omdat dat zo geweldig is om te doen. Dat is helemaal anders dan in een band zitten en je eigen nummers spelen. Je moet de songs interpreteren. Het is wel de bedoeling dat je beweegt en dat er rock-‘n-roll in zit. We willen de spirit die The Doors destijds hadden, meedragen. Hun muziek was niet was niet gemaakt voor een culturele avond, dat was mayhem and pandemonium.”
“Maar Diablo Blvd was heel fijn om te doen, ik heb het ook vijftien jaar gedaan. We hebben wereldwijd getourd en twee internationale albums uitgebracht. We hebben heel coole dingen gedaan, maar voelden gewoon dat we klaar waren. De creativiteit en de motivatie waren op. Het wordt ook steeds moeilijker naarmate je ouder wordt.”
“Laten we niemand iets wijsmaken: we waren groot in België, maar in het buitenland zijn we nooit echt doorgebroken. We hebben in het buitenland op hele coole tours en festivals gestaan, maar dat is nog iets anders dan zelf als headliner touren. We vonden het beter om in schoonheid te eindigen met een band die nog cool is dan als pathetische, oude mannen op dat podium te staan. We went out with a bang in een volle AB. Dat was een goede manier om er een stempel op te zetten.”
Populaire podcast
Je podcast, ‘WELCOME TO THE AA’, is ontzettend populair. Hoe is dat eigenlijk begonnen? Was de podcast van Joe Rogan een inspiratie?
Alex Agnew: “We hebben daar nooit over gelogen. Onze inspiratie was inderdaad Joe Rogan. Andries (de man achter de knoppen, red.) en ik waren allebei grote fan van de podcast van Rogan. Zijn vrouw zei me dat ik iets moest doen om hem uit zijn zetel te krijgen. We hebben een hele tijd geoefend met het materiaal en de set-up. Er is zelfs een pilootaflevering opgenomen met Michael Van Peel. Die is nog niet gepubliceerd. Misschien publiceren we die ooit als een special.”
“Daarin zie je natuurlijk wel alle fouten die gemaakt worden. Ik ben het gewoon om altijd aan het woord te zijn, maar dat is natuurlijk niet de bedoeling als je iemand interviewt. We doen de podcast nu al anderhalf jaar en daar ben ik in die periode wel veel beter in geworden.”
“We hadden wel niet verwacht dat de podcast zo groot zou worden. Om te lachen zeiden we wel tegen elkaar dat we nummer één zouden worden en eigenlijk waren we dat al na twee weken. Daar zijn we wel van geschrokken.”
Je speelt ook in op de actualiteit. Ik denk aan de boeking van Stijn Meuris in de periode dat hij onder vuur lag omdat hij met de smartphone van een puber gegooid had.
Alex Agnew: “Daar hebben we geluk mee gehad, want hij zou sowieso komen. Dat incident is toevallig in die week gebeurd, dat kwam heel goed uit. Soms proberen we inderdaad iemand te spreken die actueel is.”
“Maar heel vaak zijn het gewoon mensen die ons interesseren, mensen uit heel uiteenlopende sectoren. We schuwen ook de showbizz niet. Zo kwamen Gert Verhulst, Kate Ryan en De Romeo’s al langs. Ze hebben vaak leukere verhalen te vertellen dan heel wat rockbands.”
“Als ik bijvoorbeeld de columns van sommige mensen lees, kan ik me soms ergeren, maar als ik die dan voor mij heb zitten, blijken we veel gemeen te hebben. Dat was bij Joël De Ceulaer en Maarten Boudry het geval. Dan praten we en kunnen we elkaar heel goed vinden.”
“We zijn ook met de podcast begonnen, omdat alles wat op televisie komt zo oppervlakkig is. Ik kom nooit te weten wie iemand is. Je hebt in Vlaanderen drie talkshows en de gesprekken duren telkens amper vijf minuten. Je krijgt nooit wezenlijke inhoud.”
Zijn de media in Vlaanderen te oppervlakkig?
Alex Agnew: “Ik denk dat die oppervlakkigheid het succes van podcasts wereldwijd verklaart. De idee dat niemand naar longform interviews kijkt, gaat niet op. Ik wist dat. Dat zag je ook aan de populariteit van Joe Rogan. Het leukste compliment is als iemand me zegt dat ze vroeger van een bepaalde persoon niets moesten hebben, maar wel sinds die op onze podcast geweest is. Dat hebben we vaak gehoord.”
“Als je lang genoeg met iemand praat, kom je altijd te weten wie hij/zij eigenlijk echt is. Als je een hevige feministe en een gast die keihard overal tegenin gaat, samen aan tafel zet, zal dat gesprek wel meevallen. Als ze elkaar niet online uitschelden, is er veel meer begrip voor elkaars standpunt. Je kan ook iemand in vraag stellen zonder dat je die persoon moet beledigen. Niemand wordt graag in een hoekje geduwd waar die niet graag in zit.”
“Als je een discussie hebt, moet je afstappen van de idee dat je de discussie moet winnen. Dan begin je er van alles bij te sleuren om toch maar gelijk te krijgen. Als je het gevoel hebt dat je een normaal gesprek aan het voeren bent, is je uitleg vaak veel beter.”
Eigenlijk moeten we volwassener worden in de manier waarop we met elkaar praten?
Alex Agnew: “Ik denk dat dat al lang duidelijk is. Willen we nog twintig jaar Trump’s aan de macht? Tweetende president die elk belachelijk idee dat in hun kop opkomt, de wereld insturen? Dat soort dingen helpt niemand. Dat is vechten om te vechten. Op den duur denk ik ‘wil je een oplossing of wil je gewoon verder blijven vechten?’.”
“Er niet uitkomen, hoort natuurlijk ook bij de democratie. Kijk naar de federale regeringsvorming. Maar als niemand van zijn eigen standpunt wil afwijken of wil inzien dat de andere kant, ondanks belangrijke ideologische verschillen, soms ook iets zinnig te zeggen heeft, gaat het niet vooruit. Slachtoffers eigenen zichzelf altijd het recht toe om andere mensen de vreselijkste dingen aan te doen.”
Koffietas van Burzum
Je koffietas van de band Burzum springt ook erg in het oog in de video’s van je podcast. Ben je een grote fan?
Alex Agnew: “Ik ben fan van de muziek. Als je me aanspreekt op zijn politieke overtuigingen, zal ik je me mijn hand op mijn hart zeggen dat ik het daar roerend oneens mee ben. Hij (muzikant Varg Vikernes, red.) is het gouden voorbeeld van een artiest van wie je zijn kunst van zijn persoon moet scheiden. Die plaat ‘Filosofem’ is één van de beste black metalalbums ooit. Ook de teksten zijn goed.”
“Hij heeft een aantal naslagwerken over Noorse mythologie geschreven. Hij is best intelligent, maar is zo zot als een deur. Hij is ook een neonazi. Die tas staat daar ook een beetje als een contradictie. Ik hou wel van die salonfähige, politiek correcte hipster die overal racisme en seksisme in ziet, maar dan wel een Burzum-shirt draagt. Ik heb zelf een paar platen van Burzum, ik ga daar niet over liegen, but I do not subscribe to the man’s politics.”
“Black metal is zo’n genre met een heel fout verleden. Zelfs haatmoorden op homo’s werden op een bepaald moment verheerlijkt. Ik hoef daar niet over te discussiëren. Het is een raar subgenre. Punk is vroeger niet weggekomen met een nazi-boodschap. Maar kijk naar black metalnummers met titels als ‘Kathaarian Life Code’ en ‘Transilvanian Hunger’. Dat is iets helemaal anders dan de punktitels à la ‘Kick those fucking foreigners out of our country’. Punkgroepen als Skrewdriver gebruikten white power-tekens en waren heel duidelijk over hun politieke standpunten. Bij black metal was het altijd mooi vaag zodat je denk ‘zou het nu?’. Maar het is toch zo atmosferisch en speciaal. Ze hebben toch zo’n leuke lettertypes en zo’n toffe T-shirts.”
Startschot van carrière
Hoe ben je eigenlijk begonnen als komiek? Je hebt het Leids Cabaret Festival gewonnen?
Alex Agnew: “Klopt, maar ik was toen al enkele jaren bezig. Tijdens je eerste jaren treed je niet vijf keer per week op, eerder een paar keer per maand. Er waren destijds ook nog niet zoveel plekken om op te treden, de Belgische comedyscene stond nog in zijn kinderschoenen. In Antwerpen had je wel een aantal cafés.”
“Daar ben ik begonnen met shows van vijf à zes minuten. Toen ik in café ‘den Buster’ in Antwerpen stond, was Thomas Smith de MC. Hij had zijn booker gevraagd om naar mij te komen kijken. Ze hebben met toen getekend.”
“In 2003 won ik als eerste Belgische soloartiest het Leids Cabaret Festiva, en meteen jury- én publiekprijs. Het was toen ook hun 25ste editie, dus dat was wel bijzonder. Ik kreeg zowel in België als in Nederland veel pers. Dat heeft ervoor gezorgd dat ik hier doorgebroken ben.”
“Niet veel later verscheen ik ook in het televisieprogramma De Bovenste Plank. Dat was een veredeld archiefprogramma op één waarin fragmenten uit shows van mezelf en andere beginnende komieken getoond werden. Die werden afgewisseld met shows van bijvoorbeeld Gaston en Leo. Ik zat in de eerste aflevering die op zondag uitgezonden werd. Daar hebben 1.200.000 mensen naar gekeken en een dag later waren al mijn shows uitverkocht. Dat is heel snel gegaan.”
Toekomstplannen
Wat zijn je toekomstplannen?
Alex Agnew: “Ik ga nog verder touren met mijn show Be careful what you wish for!. De vraag bleef komen, dat had ik niet verwacht. Ik had verwacht dat het na de première met drie Sportpaleizen gedaan zou zijn, maar dat bleek dus niet zo te zijn. Dit jaar ga ik ook wat meer in Nederland spelen. Even geleden stond ik in een comedycafé in Rotterdam en dat was heel plezant. Ik sta binnenkort in het Oude Luxor Theater in Rotterdam en in het DeLaMar Theater in Amsterdam. Ook Breda, Eindhoven en Maastricht e.a. staan op de agenda.”
“Ik heb mijn carrière in Nederland altijd wat laten slabakken, wat ik wel jammer vind. Het kwam vooral door m’n sportpaleisshows, of tours met de band. Ik zeg niet dat ik Nederland ga veroveren, maar ik vind het gewoon heel fijn om daar op te treden vanwege het publiek. Nederlanders zijn over het algemeen mondiger en dagen je wat meer uit.”