Het Britse farmabedrijf AstraZeneca heeft woensdag alle beschikbare data over hun coronavaccin dat ontwikkeld is in samenwerking met de universiteit van Oxford gedeeld met het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA). Zij laten in een persmededeling echter weten te willen wachten op extra informatie van trials die nog lopen.
Het is in het Verenigd Koninkrijk heel snel gegaan voor het coronavaccin van AstraZeneca en Oxford. Enige tijd terug was er nog twijfel over de resultaten van hun trials, maar maandag was er dan ineens toch goed nieuws. Twee dagen later keerde de UK als eerste te land ter wereld het vaccin al goed. Komende maandag willen ze daar zelfs beginnen met het toedienen van dat vaccin.
Aanvraag bij EMA
Meteen kwam daarna de vraag of en wanneer het vaccin van Oxford en AstraZeneca in de Europese Unie goedgekeurd zou worden. Het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) temperde eerder deze week daarin nog de verwachtingen in Het Nieuwsblad. Zij zouden namelijk nog niet eens een aanvraag hebben ontvangen.
Dat is nu dus wel het geval. “We kunnen bevestigen dat we alle data hebben ingediend ter ondersteuning van een aanvraag voor voorwaardelijke handelsvergunning voor het AstraZeneca Covid-19-vaccin bij het Europees Geneesmiddelenbureau”, laat een woordvoerder van het bedrijf weten.
Extra informatie
Kort daarna reageerde EMA op zijn website op die aanvraag. Daarin laten ze weten de informatie inderdaad te hebben ontvangen, maar nood te hebben aan extra informatie over de kwaliteit, veiligheid en effectiviteit van het vaccin. Daarvoor wacht EMA op de resultaten van enkele lopende trials af. Die zouden in januari bekend moeten zijn.
Volgens Reuters zijn er twee zaken waarover de Europese waakhond meer duidelijkheid wil. Ten eerste is er het beschermingsniveau na de eerste dosis van het vaccin. Die moet namelijk voldoende bescherming geven omdat mensen die ingeënt zijn nog steeds blootgesteld worden aan het virus.
Daarnaast is er volgens hen ook onduidelijkheid over wanneer het tweede spuitje moet gegeven worden. “Sommige mensen in de trials kregen de tweede dosis vier weken later, anderen twaalf weken later. Het was allemaal erg variabel. Daarom is het erg moeilijk om deze onderzoeken te interpreteren”, zegt een bron binnen EMA.