Met een inflatie op jaarbasis van 12,27 procent doen we het net iets beter dan in juni 1975. Toen bedroeg het inflatiecijfer 12,5 procent. In september kwam dat cijfer uit op 11,27 procent.

Ook wanneer we naar de inflatie op maandbasis kijken, zien we dat er nog steeds sprake is van een galopperende geldonwaarding. De consumptieprijsindex is in oktober met 2,97 punt, oftewel 2,37 procent gestegen tot 128,21 punten, tegenover 125,24 punten in september.

Hoge energieprijzen blijven de inflatie aandrijven

Net zoals de voorgaande maanden blijven de torenhoge energieprijzen de belangrijkste motor van de geldontwaarding. De energie-inflatie bedroeg deze maand 63,03 procent (op jaarbasis).

• Aardgas is in vergelijking met oktober vorig jaar 130,6 procent duurder geworden
• Het prijskaartje van elektriciteit is gedurende diezelfde periode met 84,7 procent gestegen.
• Huisbrandolie is dan weer 57,5 procent duurder geworden.
• Diesel kost vandaag 25,2 procent meer dan in oktober 2021.
• Voor hout en andere vaste brandstoffen betaal je 31,9 procent meer dan vorig jaar

Een tendens die we de afgelopen maanden ook al hebben opgemerkt: de inflatie sijpelt door naar andere producten. Zo is voeding (inclusief alcoholische dranken) in vergelijking met oktober vorig jaar 12,3 procent duurder geworden. In september kwam dat cijfer uit op 10,4 procent.

• Boter is 26,3 procent duurder geworden en voor oliën betaal je 23,8 procent meer.
• Voor meel en graan wordt er vandaag 25,2 procent meer betaald dan vorig jaar.
• Voor vis bedraagt de inflatie nu 11,8 procent.
• Zuivelproducten kosten 16,3 procent meer dan in oktober 2021.

Ook wanneer we naar de kerninflatie – zonder energie en voeding – kijken, zien we dat de geldontwaarding zich almaar meer verspreidt. De kerninflatie kwam deze maand uit op 6,50 procent (op jaarbasis), tegenover 6,21 procent in september. “Dat is een gevolg van de toegenomen inflatie voor bewerkte voeding en diensten”, merkt Statbel op.

Sommige producten worden ook goedkoper

Niet alles is deze maand duurder geworden. Voor elektronica moeten we minder geld op tafel leggen dan een jaar geleden.

• Televisie-apparatuur is 13,9 procent goedkoper geworden.
• Smartphones kosten 9,3 procent minder dan een jaar geleden.
• Wie een computer koopt, betaalt gemiddeld 4,6 procent minder.

Renteverhoging ECB

Intussen probeert de Europese Centrale Bank (ECB) de torenhoge inflatie in de eurozone (9,9 procent) te temperen. Daarom pakte de monetaire instelling gisteren uit met de tweede opeenvolgende renteverhoging met 75 basispunten. Daarmee staat de beleidsrente (1,5 procent) nu op het hoogste niveau sinds 2009.

ECB-voorzitter Lagarde had eerder al aangegeven dat de inflatie voornamelijk het gevolg is van verstoringen aan de aanbodzijde, maar dat mag volgens haar de centrale bank niet tegenhouden om in te grijpen. “Wanneer de inflatie hoog is en de groei wordt beperkt door een inelastisch aanbod, kan het monetaire beleid niet expansief blijven en de inflatiedruk verhogen door de vraag op te drijven”, zei ze in september. De centrale bank hoopt op die manier te vermijden dat de torenhoge inflatie verankerd raakt.