Amerikaans president Joe Biden heeft gereageerd op het dodelijke schietincident op de Robb Elementary School in Uvalde in Texas waarbij 19 scholieren, tussen de 7 en 10 jaar oud, en twee leerkrachten om het leven kwamen. De president was daarbij niet mals voor de wapenlobby.

De Verenigde Staten zijn opnieuw opgeschrikt door een schietpartij. Deze keer had een schutter het gemunt op een basisschool in Uvalde in Texas. In totaal lieten 21 mensen het leven. Het is voorlopig nog onduidelijk hoeveel gewonden er zijn.

19 kinderen en twee volwassenen

Dinsdag, net voor de middag in lokale tijd, drong een schutter de basisschool Robb Elementary School binnen. Op die school volgden op dat moment zo’n 500 leerlingen tussen de 7 en 10 jaar oud les. De schutter drong binnen in verschillende klassen en schoot daar willekeurig leerlingen en leerkrachten neer.

19 leerlingen en twee volwassenen overleden ter plaatse. Daarnaast vielen ook heel wat gewonden die overgebracht werden naar het ziekenhuis. Een verantwoordelijke van het lokale ziekenhuis in Uvalde liet al weten dat daar minstens 13 kinderen en één volwassen man behandeld werden na de shooting.

Salvador Ramos

Al snel werd de schutter geïdentificeerd als de 18-jarige Salvador Ramos, die zelf ook afkomstig is uit Uvalde. Hij schoot eerst z’n grootmoeder neer waarna hij naar de Robb Elementary School reed. Daar crashte hij met z’n wagen waarna hij het vuur opende in de school. De grootmoeder van Ramos vecht nog voor haar leven.

Ramos werkte bij een lokaal filiaal van de fastfoodketen Wendy’s, waar hij ongeveer een maand geleden ontslag nam. Enkele dagen geleden deelde Ramos enkele foto’s van automatische geweren en munitie op Instagram. Hij zou deze gekocht hebben meteen na zijn 18de verjaardag, de leeftijd waarop je in Texas legaal wapens mag kopen. Met deze wapens viel hij binnen in de basisschool. Volgens de politie handelde Ramos alleen.

Reactie Joe Biden

Amerikaans president Joe Biden reageerde al op het nieuws. “Toen ik president werd, hoopte ik dat ik dit nooit zou moeten doen”, zo begon Biden aan zijn speech. “Opnieuw vond er een bloedbad plaats in Uvalde, Texas op een basisschool. Mooie, onschuldige kinderen uit de tweede, derde en vierde klas lieten het leven. En hoeveel jonge kinderen waren getuige van wat gebeurde? Ze zagen hun vriendjes sterven alsof ze in een slagveld waren, in godsnaam. Het zal hen voor de rest van hun leven achtervolgen.”

“Er is veel wat we nog niet weten. Maar er is ook veel dat we al wel weten. Tientallen ouders zullen hun kind nooit meer terugzien. Ze zullen hun kind nooit meer kunnen vastpakken. Ze zullen nooit meer hetzelfde zijn. Een kind verliezen, voelt alsof er een stuk van je ziel je lichaam verlaat. Er blijft een leegte over in je hart en daar geraak je nooit meer vanaf.”

Biden: “Wanneer zullen we opstaan tegen wapenlobby?”

Vervolgens haalde Biden uit naar de Amerikaanse wapenlobby. “Als land moeten we ons afvragen wanneer we in godsnaam zullen opstaan tegen de wapenlobby. Wanneer zullen we in godsnaam doen wat we diep vanbinnen weten dat we moeten doen?”. Vervolgens verwijst Biden naar de shooting op de Sandy Hook Elementary School. Die vond plaats in 2012, tien jaar geleden. “Sindsdien zijn er meer dan 900 schietpartijen geweest op scholen. Ik ben het kotsbeu. We moeten er iets aan doen.”

Biden roept daarbij op voor een strengere wapenwet. “Het feit dat een kind van 18 jaar een wapenwinkel kan binnenwandelen en twee vernietigingswapens kan kopen, is gewoon verkeerd. Waarom heb je die wapens in godsnaam nodig als het niet is om iemand te vermoorden?”

Vervolgens haalt Biden aan dat dit soort schietpartijen eigen lijken te zijn aan de Verenigde Staten. “Dit soort schietpartijen gebeuren zelden in andere plaatsen ter wereld. Waarom? Er zijn ook mentale problemen en huiselijk geweld in andere landen. Zij hebben ook mensen die verloren zijn. Maar dit soort schietpartijen gebeuren daar niet. Waarom blijven we dit accepteren? Waar is in godsnaam onze ruggengraat en de moed om in te grijpen tegen de lobby’s? We kunnen meer doen, we moeten meer doen.”