DAAU (voluit nog altijd Die Anarchistische
Abendunterhaltung) bestaat vijfentwintig jaar. Een kwart eeuw. En om die toch
wel bijzondere verjaardag enige kracht bij te zetten, hebben ze een soort van
symbiose gemaakt tussen een nieuwe plaat en een verzamelaar. In plaats van een
saai overzicht te bieden van de belangrijkste tracks sinds hun oprichting,
vroegen ze Rudy Trouvé (ex-dEUS en heel veel andere projecten) om de boel in
stukjes te knippen en opnieuw samen te smeden tot een nieuw geheel. Ziehier: ‘Hineininterpretierung.’
Wij spraken over deze bijzondere nieuwe plaat met de band in
zijn huidige bezetting, waarbij stichtende leden Han Stubbe (klarinet) en Roel
Van Camp (accordeon) het meest aan het woord kwamen. Eerste vraag: was DAAU een
langetermijnplan van bij de start?
Han Stubbe: Ik
was zestien toen we DAAU – toen nog met zijn volledige naam – oprichtten,
veertig jaar worden is op die leeftijd zoiets abstract dat je er niet bij
nadenkt dat het ooit zal gebeuren. Anderzijds is DAAU altijd al zo een groot
deel van mijn leven geweest dat het ook wel heel natuurlijk aanvoelt dat het er
nu al 25 jaar is.
Roel Van Camp: Toen
ik jong was – alsof ik nu al oud ben – heb ik altijd gezegd: “Moest dit nu
stoppen, dan heb ik mijn pensioen eigenlijk al gehad.” Daarmee bedoel ik dat
DAAU eigenlijk is wat ik altijd heb willen doen. Ik heb m’n hele werkende leven
alleen nog maar mijn zin gedaan. Andere mensen moeten daarmee wachten tot ze
een heel werkend leven achter de rug hebben. Ik ben nog altijd op pensioen.
Tussen de stoelen
Jullie waren erbij
midden jaren 90 in Antwerpen toen dEUS en iedereen errond deel begonnen
uitmaken van een scene die de ideeën over wat Belgische muziek kon zijn
helemaal zou veranderen, de grenzen verlegden van wat Belgische muziek kon zijn.
Vertel daar eens over tegen iemand die te jong was om er toen bij te zijn, maar
wel van de verhalen houdt.
Van Camp: Het was
gewoon een tijd waarin alles kon. Wij waren vaak support act van dEUS of van
Moondog Jr. en ik herinner mij dat het er best wel gek aan toeging die tijd. Ik
herinner mij dat wij in het midden van hun set gewoon het podium opliepen, een
beetje spookachtig gingen doen, terwijl zij hun nummers aan het spelen waren.
Of we klopten eens op een trommel van de drummer en waren dan weer weg.
Stubbe: Er hing
een hele speciale sfeer in die tijd. Alles kon en alles mocht. De grenzen waren
niet bepaald en als ze wel bepaald waren zouden wij ze wel verleggen. Er waren
ook regelmatig samenwerkingen tussen het voorprogramma en de hoofdact, zo
hebben we bijvoorbeeld ook eens Suds
& Soda gecovered. Dat hebben we in eerste instantie gewoon live gedaan
om hen te verrassen en dan hebben zij gevraagd om er een opname van te maken.
Ik weet dat die
versie bestaat, maar ik heb ze nog nooit gehoord.
Stubbe: Het is
ook een redelijk zeldzame versie, ik geloof dat het op de singleversie voor de
UK stond.
In 2004 hebben jullie
ook eens 2+2=5 van Radiohead opgenomen, wat toen nog een redelijk vers nummer
was.
Stubbe: We hebben
een traditie in covers, maar vooral live. Paint
It Black hebben we zo eens gespeeld, Smells
Like Teen Spirit ook. Light My Fire
herinner ik me ook nog. En The Beatles. Eigenlijk waren we gewoon een
coverband. (lacht)
Van Camp: Radiohead
was toen een bewuste keuze omdat we toen die traditie van covers te spelen
terug wilden oppikken. En het was ook een bewuste keuze dat het toen om een
redelijk recent nummer ging. En dan nog later hebben we een plaat vol covers
gemaakt.
Jullie hebben nu al
enige tijd een eigen label, wat de dingen danig vereenvoudigt heeft. Het is
bekend dat Sony destijds na twee platen niet meer wist wat ze met jullie aan
moest omdat jullie tussen alle stoelen tussenvielen. Voor platenfirma’s is het
moeilijk omgaan met een band die bijna altijd, maar niet helemaal instrumentale
muziek maakt, die een beetje jazz maakt, duidelijke klassieke invloeden heeft
en niet vies zijn van een beetje chaos en computerinvloeden. Voelt het vandaag
alsof jullie jullie gevecht geleverd hebben of zijn jullie nog steeds een
voortdurende strijd aan het voeren tegen het hokjesdenken?
Van Camp: Ik
vrees dat het gevecht nog altijd gaande is, want we blijven tussen die stoelen
vallen. Het blijft moeilijk voor een publiek om die knop af te zetten dat het
alles kan zijn. En voor een programmator om ons aan een publiek te verkopen.
Eigenlijk kan ik het heel simpel zeggen: wij verwachten dat de mensen weten dat
ze alles kunnen verwachten. Maar na 25 jaar is het nog altijd niet zo
eenvoudig.
Ook nu weer: is ‘Hineininterpretierung’ een nieuwe plaat of een compilatie? Want ook nu weer valt het er weer een beetje tussen.
Stubbe: Ik zie het als een coverplaat met covers van onszelf en met Rudy Trouvé als gids.
Van Camp: Voor mij is het een nieuwe plaat.
Han, je sprak net over de rol van Rudy Trouvé voor deze plaat. Is dat omdat jullie er zelf te dicht op zaten om het op deze manier zelf te kunnen doen?
Stubbe: Toen we ’t idee kregen, waren we het er redelijk snel over eens om alles door Rudy te laten doen. Hij heeft de boel verknipt en gestuurd, hij heeft de plaat ook geproduceerd en hij heeft de hoes ontworpen. Zonder Rudy Trouvé zou er van deze plaat nooit sprake zijn geweest. Hij is onze vroegste fan, al van één van de eerste keren dat we repeteerden. Dat was op de middelbare school van Roel. Daar zijn trouwens wachtlijsten nu. (lachje) Sindsdien is Rudy ons blijven volgen en wij allemaal hebben ook al allemaal eens in zijn band gespeeld.
De plaat is ook live ingespeeld. Lijkt me moeilijk.
Hannes d’Hoine: Het moeilijkste deel was de herinterpretatie. Sinds 2006 toen ik bij DAAU ben gekomen spelen we in een andere bezetting, met contrabas en zonder gitaar. En de boel is dan ook helemaal verknipt geweest door Rudy, de openingstrack duurt 27 seconden of zo.
Het lijkt soms op sampelen uit jullie eigen werk.
Stubbe: Klopt, Rudy is aan de slag gegaan met het idee om een mixtape te maken. Dat is een hobby van hem. Het belangrijkste aan zo’n mixtape is dat het nergens saai wordt, dat er voldoende elementen in zitten die je wakker schudden of doen schrikken zelfs. Er moet voldoende variatie in zitten.
Van Camp: Het is nu al een plaat van een uur. Als we elk nummer in zijn totaliteit hadden moeten uitvoeren, dan had ze zeker 2,5 uur geduurd. Om toch de diversiteit van ons verleden en ons werk aan te tonen zijn het soms korte stukjes geworden.
De plaat is ook bedoeld om in één trek te luisteren, de nummers vloeien vaak in elkaar over.
Van Camp: Ik ben gisteren nog een boek voor mijn zoon gaan halen bij mijn ouders, ‘De wereldgeschiedenis.’ De geschiedenis van de wereld geïllustreerd en in tijdlijnen gegoten. Deze plaat is onze wereldgeschiedenis. In een hutsepot.
WasteMyRecords
Wijnplaat
is onze wereldgeschiedenis. In een hutsepot.
Ik heb de plaat op
verschillende momenten beluisterd, maar heb nooit echt kunnen zeggen wat nu de
beste plaats of het beste moment is om ze te luisteren. Wat is jullie advies?
d’Hoine: In de
auto of op de trein. Als je maar rijdt.
Van Camp: Voor
mij is het een wijnplaat, te degusteren bij een glas wijn. Of twee.
Ik heb een mail
gekregen ter aankondiging van deze plaat. Daar zat een perstekst bij, wat zeer
gebruikelijk is, maar ook een Excel met daarin een oplijsting van 733 optredens
die jullie gespeeld hebben, met vermelding van datum, locatie en bezetting. Dat
had ik nog nooit meegemaakt.
Stubbe: De
persoon die dat heeft bijgehouden is een hele grote fan en die heeft ook nog
vaak playlists of opnamen uit die tijd. Ons persoonlijke museum eigenlijk. En
we wilden er eigenlijk toch gewoon eens op wijzen dat het toch een hele
prestatie is. We krijgen hier en daar te horen “Ah, DAAU, bestaat dat nog?”
maar in de Excel zie je dat we altijd actief gebleven zijn, en redelijk
succesvol, maar dat wel een heel groot aandeel van onze optredens in het
buitenland hebben plaatsgevonden.
Van Camp: Ik denk
zelfs dat de lijst niet helemaal compleet is, dat het er nog meer zijn. En, wat
we ook wel even wilden benadrukken: omdat we net tussen al die stoelen door
zijn gevallen, heeft gemaakt dat we overal hebben gespeeld. Zowel op een
metalfestival, als op jazzfestivals, als op festivals en zalen voor klassieke
muziek.
Ik denk wel dat
mensen die naar jullie komen kijken ook sowieso nogal open-minded zijn.
Stubbe: Dat klopt
wel, denk ik, maar dat wil daarom nog niet meteen zeggen dat wij een
pretentieuze groep zijn. Ik denk dat we altijd wel geprobeerd hebben om het
publiek mee te trekken. We zijn geen groep die uitprobeert hoe een groot
aandeel van ons publiek we kunnen wegjagen door nog dat ene stapje verder te
gaan.
Onlangs kwam er nog
in het nieuws dat de muziekverkoop gestegen is, mede door een toename van
streaming.
Van Camp: Ik denk
dat wij nog wel een aanhang hebben die vrij veel platen koopt, maar elk jaar is
dat toch ook weer een beetje minder. En elk jaar gaat een aandeel van dat
platenkopend publiek toch weer naar streaming toe. Ik zie het bij mijn zoon:
die luistert muziek via streaming of via YouTube. Als ik aan mijn zoon vraag waarom
hij dan de muziek niet koopt van de muziek die hij goed vindt om de muzikanten
te tonen antwoordt hij dat ze massa’s views hebben. Het is een andere wereld
geworden. Mijn zoon is 16, hij is naar een optreden van Woodie Smalls geweest
en daar heeft hij een cd gekregen. Het is een soort van promotool geworden.
Evolutie, zeker.
FIP
Hoe kijken jullie aan
tegen een medium als radio? Want ook daar: jullie maken “moeilijke muziek” en
vallen overal tussen.
Stubbe: Ik vind
de radio verschrikkelijk tegenwoordig. Het draait allemaal om commercie en het
is één grote politiek-economische agenda. Het aanbod dat je daar te horen
krijgt, is het aanbod van grote platenfirma’s die samen met de zenders bepalen
wat er wordt gedraaid. De gasten zijn overal dezelfde, die maken een
radiotournee. En zo wordt een bepaald maatschappijbeeld geprojecteerd. Andere
stemmen zijn niet hoorbaren.
d’Hoine: En da’s
een vicieuze cirkel, want als je voortdurend dezelfde artiesten hoort gaan net
die artiesten populair worden, wat de platenmaatschappijen en de radiozenders
bevestigd in hun beeld.
Van Camp: Ik
luister heel veel naar een Franse internetzender, FIP. Er wordt bijna niet
gepraat en heel eclectisch geprogrammeerd. Popmuziek heeft er zijn plaats, maar
ook filmmuziek, jazz, wereldmuziek, klassiek en chanson: alles door elkaar.
Nieuw en oud door elkaar. Het is een tip. Ik heb nog één ambitie: op die zender
gedraaid worden. Wij zouden daar perfect passen.
Roel, je hebt eens in
Humo gezegd dat als je naar jullie discografie kijkt elke plaat een reactie is
op de vorige. Dan vraag ik me af: wat kan je dan hierna nog doen?
Van Camp: Dat is
een hele goeie vraag. We hebben net bijna één nummer gemaakt van 60 minuten.
d’Hoine: Zestig
nummers van één minuut!
Van Camp: Er zal
zeker goed over nagedacht worden wat nu de volgende stap zal zijn. Het zou een
eindpunt zijn, maar het is het niet. Misschien gaan we wel eens herbekijken
over hoe we onze muziek de wereld in willen sturen, bijvoorbeeld. Voor het
maken hebben we deze vraag ook gesteld: wat gaan we nu doen?
Stubbe: Het
vijfentwintigjarig gegeven viel gewoon samen met onze goesting om iets nieuw te
maken.
Van Camp: Of een
andere redenering: het is een eer om gecovered te worden, maar niemand covert
ons. Dus hebben we het zelf maar gedaan.