Een nee heb ik, een ja kan ik krijgen, moet Amerikaans president Barack Obama gedacht hebben toen hij vroeg of hij de afleveringen van het zesde seizoen van HBO-serie Game of Thrones al wat vroeger dan de rest van de wereld mocht bekijken. ’t Is dat hij de “leider van de vrije wereld” is, dat hij nog toestemming heeft gekregen ook! Hoe graag zouden wij nu een vlieg op de muur van het Witte Huis zijn zodat we konden meekijken.
Obama mag zich de gelukkigste Game of Thrones-fan ter wereld noemen, want hij krijgt de afleveringen van het zesde seizoen van de HBO-serie in wereldprimeur te zien. Dat hebben showrunners David Benioff en Dan Weiss toegegeven op de première van Game of Thrones op de Facebook Live Stream van HBO.
Hoe Obama dat voor elkaar gekregen heeft? Supersimpel: hij heeft het hen gewoon gevraagd. En hij heeft duidelijk de toestemming gekregen. De gelukzak.
Obama heeft het gewoon gevraagd
Volgens Weiss heeft Obama die gekregen omdat hij “de leider van de vrije wereld is.” Benioff reageerde iets verdedigender, want “als je opperbevelhebber je zegt: ‘Ik wil de nieuwe afleveringen zien’, wat doe je dan?”
Toegeven, blijkbaar. Een privilege waar de rest van de wereld in geen geval van moet dromen. De showrunners en HBO zien er strikt op toe dat niemand buiten HBO een volledige aflevering te zien krijgt voor de officiële première. Zelfs recensenten zullen geen kopie op voorhand ontvangen.
Die voorzorgen begrijpen we maar al te goed, want de hele wereld kijkt reikhalzend uit naar de aftrap van het zesde seizoen waarin een aantal gigantische geheimen onthuld en mysteries ontsluierd zullen worden. Zoals dus het lot van commandant van de Nachtwacht aka Jon Snow. Dit is trouwens ook het eerste seizoen dat niet gebaseerd is op een boek van George R.R. Martin, de auteur van de Game of Thrones-boekenreeks.
Voor Obama wordt dus een uitzondering gemaakt, maar wij zullen tot 24 april op onze honger moeten zitten.
Gelukkig kunnen we hier nog eens smullen van de tweede officiële trailer …
The Westeros Wing. #WHCD pic.twitter.com/wG4KbQ7BLn
— The White House (@WhiteHouse) 4 mei 2014