Het is opvallend hoe de N-VA z’n tijd neemt om een nieuwe Vlaamse regering samen te stellen. En daarbij laat Bart De Wever ongenadig voelen aan CD&V, maar ook Open Vld, dat het perfect zonder hen kan. De kaarten zijn immers bijzonder gunstig geschud voor Bart De Wever en co. Want ook al kregen ze een forse klap op 26 mei, mathematisch zitten ze in een zetel.
“Panta rhei”, wist de Griekse filosoof Heraclitus: “Alles is in beweging, alles verandert ooit”. Dat geldt meer dan ooit voor de Wetstraat, in de zomer van 2019.
In de politiek zijn regeringsvormingen woelige, bewegende tussenperiodes in een anders behoorlijk statisch landschap: eens de coalities vastliggen, werken regeringen jarenlang aan hun project. Maar in die relatief korte periode tussen verkiezingen en de opstart van formatiegesprekken, kan het verrassend gaan.
Verschillende scenario’s
Die paringsdans van coalitievorming loopt volgens voorspelbare scenario’s: zij er winnaars die het initiatief nemen en zich gretig tonen, terwijl verliezers moeten ‘verleid’ worden, en waarbij balsem voor de gekneusde ziel nodig is? Is er een informateur die iedereen kan verleiden met een ‘nieuw, wervend project’? Of is er de uitvoering van een voorakkoord, dat meestal de verderzetting van een vorige coalitie inhoudt?
Niets daarvan in de zomer van 2019. Al een tweetal maanden houdt één partij de touwtjes strak in handen: de N-VA. Geenszins een winnaar, want Bart De Wever en co kregen op 26 mei een oplawaai van jewelste van de kiezer. Maar tegelijk legde die de kaarten bijzonder gunstig voor de Vlaams-nationalisten: met 25 procent bleven ze de grootste partij, maar vooral, er kan geen enkele coalitie op Vlaams niveau gevormd worden zonder de N-VA. Dat gebeurt ‘dankzij’ de winst van Vlaams Belang en het cordon sanitaire. Zowel extreemrechts als extreemlinks verkleinen het speelveld zodanig, dat dit De Wever op de nacht van 26 mei op Vlaams niveau in een zetel zette voor onderhandelingen.
De N-VA hoeft dus niemand te ‘verleiden’, hoeft niet op een drafje een herstart van de vorige coalitie door te duwen, en hoeft zelfs op geen enkele manier rekening te houden met de gevoelens van onderhandelingspartners. Niet dat De Wever zich misdraagt in de omgang: in tegendeel, op menselijk vlak ervaren alle onderhandelaars van andere partijen veel respect. Maar de waarheid is ondertussen wel dat De Wever ongenadig pokert, werkelijk iedereen tegen elkaar uitspeelt en vooral helemaal alleen het tempo bepaalt.
Strakke coalitie zonder gekibbel
De N-VA heeft lessen getrokken uit de vorige legislatuur, en past die nu ook zonder compromissen toe. Zo willen ze absoluut het gekibbel uit de vorige legislatuur vermijden: het moet een strakke coalitie zijn, waarbij de rangen gesloten worden. Geen kibbelkabinet-toestanden meer, de volgende vijf jaar. Met ook sterk leiderschap aan het hoofd van de regering: de N-VA wil een uitgesproken minister-president. Dat de naam Jan Jambon (N-VA) valt, kan nauwelijks verrassen. Dat scenario werd meermaals beschreven voor politieke analisten. Al tijdens de kiescampagne was wel duidelijk dat de huidige federale vicepremier veel meer droomde van een rol als minister-president.
Daarnaast spelen twee grote afwegingen. Sociaaleconomisch wil De Wever graag voluit voor centrumrechts gaan. In dat opzicht is Zweeds verder zetten het meest logisch: Open Vld is rechts, CD&V centrum. Maar de ervaring met CD&V de afgelopen legislatuur was bitter. Daarbij kwam vooral een heel fundamentele discussie boven: wie heeft in dit land het laatste woord bij sociaaleconomische vraagstukken? Want telkens de Zweedse coalities, zowel Vlaams als zeker federaal, probeerden beleid te maken, werd dit afgevlakt, weggegomd of zelfs ronduit gesaboteerd door de sociale partners. Met CD&V als bondgenoot van die ‘vijand’ in eigen rangen.
De N-VA wil absoluut “de primaat van de politiek” herstellen: het zijn de regeringen die beslissen, niet langer de machtscentra van de zuilen. En dan komen de socialisten in zicht: een Bourgondische coalitie, met Open Vld en sp.a, zet CD&V buiten spel, en geeft de ‘macht’ veel meer aan de politiek, zo hoopt men.
Unieke onderhandelingspositie optimaal benut
Bovendien is het niet onlogisch dat De Wever bij de socialisten eindigt, als coalitiepartners. Dat heeft alles te maken met het federale niveau. Anders dan op het Vlaamse niveau speelt hier wel een menselijk verhaal: de chemie tussen De Wever en informateur Johan Vande Lanotte (sp.a). Die laatste loodst zijn socialisten duidelijk richting regeringsdeelname. En hij wil de N-VA bijeen brengen met de PS, om ook daar de as van een federale regering te vormen.
De Wever benut zijn unieke onderhandelingspositie voor de Vlaamse regering nu dus optimaal. Vlaams Belang hangt er nog aan voor de schone schijn, maar ook niet meer. Niemand anders wil met Tom Van Grieken in zee, federaal al helemaal niet. De schijnvertoning van gesprekken met Vlaams Belang loopt zo op z’n laatste benen, de vijandigheden vanuit het Belang naar N-VA toe zijn al begonnen. Een spandoek aan de privéwoning van De Wever helpt al helemaal niet voor de sfeer tussen de Vlaams-nationalisten.
Drie mogelijke opties
Het spel gaat dus nog tussen de drie klassieke partijen, CD&V, Open Vld en sp.a, die zichzelf als bruid moeten komen aanbieden bij de begeerde bruidegom N-VA. Van die drie valt er nog ééntje af. Vreemd genoeg lijken de socialisten daarbij, door de link tussen Vande Lanotte en De Wever, behoorlijk zeker. Van Zweeds is nog weinig sprake: het biedt federaal simpelweg geen uitweg. En de Vlaamse socialisten van Vande Lanotte hebben al duidelijk gemaakt dat het voor hen ‘samen uit, samen thuis’ is: zowel federaal als Vlaams erin, maar niet met één been wel, en één been niet.
Bourgondisch, geel-blauw-rood, is dus een voor de hand liggende formule. Maar zelfs een geel-oranje-rode coalitie is een optie, zo leren indiscreties. Dat laatste lijkt sterk, want dan is er zowel voor de droom van opnieuw centrumrechts als voor het ‘primaat van de politiek herstellen’ geen plaats. Het toont vooral aan met welke vastberadenheid De Wever pokert, en de anderen uitkleedt: “Wie ons het meeste kan bieden, en zelf de lat laagst legt, mag erbij.” Het zet meteen forse druk op Open Vld: zij moeten er niet van uitgaan dat ze er hoe dan ook bij zijn. En dat weten ze bij de Vlaamse liberalen ook wel, voor hen was het van in het begin duidelijk dat De Wever het keihard zou spelen.
Wetstraat-wijsheid
En zo komen we bij een andere wijsheid in de Wetstraat: je kan perfect verkiezingen verliezen, en onderhandelingen winnen. De N-VA lijkt alvast vastberaden om haar unieke uitgangspositie optimaal te verzilveren. “Nu kan dat lijken alsof het eindeloos duurt, die onderhandelingen. Maar gaat iemand binnen vijf jaar zeggen, ‘Goh, dat duurde toen toch een week te veel’? Het gaat om de big picture, en daarvoor willen we onze tijd nemen”, zo concludeert een N-VA-topper.