In het kort

• De meerderheid van de daklozen leeft niet op straat maar vindt tijdelijk onderdak bij familie of vrienden.
• Vrouwen vormen ongeveer een derde van de volwassen daklozenpopulatie.
• De Vlaamse Regering is van plan om 6 miljard euro te investeren in de bouw en renovatie van sociale woningen om de wachtlijsten te verkorten en de druk op de private huurmarkt te verlichten.

Vlaams minister van Welzijn Caroline Gennez benadrukt dat dakloosheid dringend moet worden aangepakt, vooral in een welvarende regio als Vlaanderen. Ze benadrukt dat het belangrijk is om elk kind een veilige en stabiele omgeving te bieden waarin het kan opgroeien.

Om dit probleem aan te pakken, is de Vlaamse Regering van plan om 6 miljard euro te investeren in de bouw en renovatie van sociale woningen, met als doel de wachtlijsten te verkorten en de druk op de private huurmarkt te verlichten. Uit de volkstelling bleek ook dat meer dan 6.300 daklozen kinderen zijn, een bijzonder kwetsbare groep.

Demografie van dakloosheid

In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, leven de meeste daklozen niet op straat. In feite valt slechts 5 procent in deze categorie. De meerderheid vindt tijdelijk onderdak bij familie of vrienden (32 procent) of zoekt onderdak in speciale voorzieningen (27 procent).

Vrouwen vormen ongeveer een derde van de volwassen daklozen en zoeken vaker onderdak bij familie of vrienden. Opvallend genoeg woont meer dan een derde van de daklozen in kleinere steden met minder dan 50.000 inwoners. Dit ontkracht het idee dat dakloosheid alleen een stedelijk fenomeen is.

Gevolgen op lange termijn

Professor Koen Hermans van het onderzoekscentrum LUCAS van de KU Leuven benadrukt het belang van deze tellingen om de vaak verborgen gezichten van dakloosheid zichtbaar te maken. Hij wijst op de verschillende demografische groepen die hierdoor getroffen worden, waaronder alleenstaande moeders, gezinnen met kinderen, mensen met een onzekere verblijfsstatus en jongvolwassenen. Het is alarmerend dat een derde al meer dan een jaar dakloos is, wat de langdurige gevolgen van deze onzekerheid onderstreept.

Vlaams parlementslid Loes Vandromme, die betrokken was bij de telling, benadrukt de nood aan adequate ondersteunende diensten en merkt op dat de huidige beschikbaarheid vaak tekortschiet. Ze gelooft dat deze actuele resultaten lokale overheden zullen helpen bij het ontwikkelen van meerjarenplannen.

Consistente gegevensverzameling

Het Steunpunt tot bestrijding van armoede, dat deze tellingen organiseert met de steun van LUCAS en de Vlaamse Regering, benadrukt het belang van een consistente gegevensverzameling in alle regio’s voor de ontwikkeling van een doeltreffend beleid. Over zes maanden staat een nieuwe telling gepland, zodat de situatie voortdurend opgevolgd kan worden. De tellingen in Wallonië en Brussel zijn al afgerond en de resultaten worden binnenkort verwacht.