Wie houdt er nu niet van dieren? Is het mogelijk, kan het, dat er ergens mensen zijn op deze planeet die niet smelten bij de draaiende oortjes van je kat of de enthousiaste blik van je hond? Ja, ze bestaan, zo blijkt, en het zit allemaal in de genen.
Mensen die graag dieren zien, stellen vaak de vraag: honden of katten? Maar wat als je nu echt helemaal niet van dieren houdt? Wat als je bij honden echt alleen maar denkt aan de geur van dieren in je huis en katten gewoon arrogant vindt? Dat kan, het ligt in je genetica en die beslissing is dus duizenden jaren geleden voor jou genomen, dat zegt John Bradshaw in zijn laatste boek, The Animals Among Us. Pardon?
Waarom miauwen katten? De lichaamstaal van je kat uitgelegd.
Boerenfamilies
Je bent dus helemaal geen psychopaat als je je gewoon enerveert aan het gemiauw van katten, zegt Bradshaw, integendeel. Het antwoord op de vraag waarom sommige mensen van dieren houden, ligt in onze evolutie van jagers-verzamelaars naar boeren. Op dat moment hebben we namelijk ook het concept huisdier geïntroduceerd.
De neiging om een huisdier in huis te nemen, is echter niet zo universeel als we denken, het is geen deel van onze natuur. Niet elke maatschappij had een traditie van huisdieren. Dat hele families vaak dierenmensen zijn, dat weten we wel. Maar anderen zijn los van hun opvoeding, dierenvrienden. En occasioneel komt er uit een dierenfamilie toch iemand die nooit, nooit, nooit meer een huisdier wil. Genetica blijkt dus aan de basis te liggen van die verschillen.
Allergisch? Niet met deze 10 honden en katten.
Wilde katten
Het DNA van huisdieren verschilt enorm van dat van hun wilde tegenhangers, kijk maar naar soorten wilde katten en huiskatten. Dat verschil begint zodra wij dieren in huis beginnen halen, zoals koeien. Maar als dieren gewoon ‘handig’ waren en geen deel van het huishouden, zouden we die verschillen in genetica niet zien, bepleit het onderzoek.
Want op dat moment is de technologie op dat moment nog niet genoeg gevorderd om ervoor te zorgen dat inteelt wordt vermeden. Het gen voor ’tamme dieren’ wordt zo steeds opnieuw uit de stamboom gehaald. Door ziektes en hongersnoden gaan de tamme dieren soms ook allemaal in één slag dood. Maar als enkele van deze vroege huisdieren als dusdanig worden behandeld, wordt de kans op inteelt ook kleiner. Tegelijk zullen huisdieren als laatste worden opgegeten of gedood bij hongersnood. Zoo worden onze dieren dus tam.
Waarom volgt je kat je in vredesnaam naar het toilet? De expert geeft antwoord.
Dierenvrienden
Tegelijk zien we ook dat sommige groepen vroege boeren die een huisdier hebben, hun genen wél zullen doorgegeven hebben. Groepen met empathie voor dieren (zowel huisdieren als boerderijdieren), hebben het overleefd ten koste van jagers-verzamelaars. Toch zal er ook een stuk genetica overleefd hebben van mensen die geen dieren bijhielden, maar ze stalen of andere manieren van ruilhandel dreven.
Overigens: intussen is er ook bewijs dat mensen die graag huisdieren houden, ook in het algemeen meer zorg hebben voor de natuur. Klinkt logisch, maar nu weten we dus dat daar ook een genetisch element aan vasthangt.