In de Formule Eén heeft succes andere pijlers dan algemeen wordt verondersteld. Dat blijkt uit een onderzoek van wetenschappers van de University of Lethbridge en de Simon Fraser University, die de competitie gedurende acht seizoenen volgden. De Canadese wetenschappers kwamen ook tot de vaststelling dat teams bijzonder zware financiële inspanningen moeten kunnen doen om hun posities op de startgrid te verbeteren.
“In de Formule Eén heerst al lang de overtuiging dat het team en de wagen in het succes op het circuit een aandeel van 80 procent hebben”, merkt onderzoeksleider Duane Rockerbie, professor economie aan de University of Lethbridge, op.
“De bijdrage van de stuurmanskunst van de piloot in de zegekansen zou volgens die traditionele standpunten daarentegen tot amper 20 procent beperkt blijven. Maar onze studie toont aan dat het succes in de Formule Eén op heel andere pijlers rust.”
Overschatting
“De inbreng van de auto het team wordt in het algemeen zwaar overschat”, oppert Rockerbie. “Terwijl er van 80 procent gewag gemaakt wordt, moet in werkelijkheid een bijdrage van ongeveer 20 procent worden geregistreerd. Maar ook de stuurmanskunst van de piloot heeft in het succes slechts een bijdrage van 15 procent.”
“De grootste factor achter de prestaties op het circuit is veel genuanceerder van aard. Vooral de interactie tussen de piloot en het team blijkt immers – met een aandeel tussen 30 procent en 40 procent – vaak van doorslaggevende invloed. Toevallige factoren die tijdens de race optreden, zorgen voor de resterende impact.”
“De resultaten van de studie vormen toch vooral een herwaardering voor de piloot”, voert professor Rockerbie aan. “Er wordt immers aangetoond dat een goede piloot niet alleen over een grote stuurvaardigheid beschikt, maar ook garant staat voor een waardevolle input en feedback over de ontwikkeling van de wagens.”
“De meest bekwame piloten zorgen ervoor dat ook de technologie beter op punt staat. Op die manier verhoogt een superieure samenwerking de kans op het succes. De traditionele benadering betekende een zware onderschatting van de piloot, want er is echt sprake van een cruciale complementariteit tussen het team en de coureur.”
De onderzoekers stelden tevens vast dat tien jaar geleden het succes het meest van de vaardigheid van de piloot afhankelijk was. “Die factor had toen een aandeel van 16,7 procent in de resultaten die op het circuit werden gerealiseerd”, zeggen ze. “Dat was mogelijk te danken aan een aantal specifieke regels, waardoor een grotere nadruk op de rijvaardigheid en de strategie op het circuit werd gelegd.”
Investeringen
De Canadese wetenschappers merkten verder op dat de teams zware investeringen zouden moeten doen om hun positie op de startgrid te verbeteren. “Een team dat elke race gemiddeld op de tiende plaats eindigt, zou 164,6 miljoen dollar extra moeten uitgeven om consequent in een negende positie te eindigen”, verduidelijkt Rockerbie.
“Daarvoor zou het jaarsalaris van de piloot – momenteel gemiddeld 7,86 miljoen dollar – moeten worden opgevoerd, maar zou ook het teambudget – op dit ogenblik gemiddeld 195,86 miljoen dollar – moeten worden verhoogd.”
“Teams die over een groter budget beschikken en hun piloten het hoogste salaris uitkeren, hebben de beste kans om hun positie op de startgrid te verbeteren, maar het is niet eenvoudig om die doelstelling te bereiken. Er moet immers een ideale balans worden gevonden.”
“Het aantrekken van een grotere rijvaardigheid, wat een hoger salaris veronderstelt, heeft een positieve impact, maar die uitgaven verminderen de omvang van het teambudget, waardoor de beschikbare technische mogelijkheden worden beperkt.”
“Teams die over voldoende budgetten beschikken om een superieure technologie in te schakelen en de beste piloten van het circuit in te huren, zullen dan ook de grootste kansen hebben om kampioenschappen te winnen.”
“Die stelling wordt door de feiten op de startgrid ondersteund. Piloten die overstappen naar teams met superieure wagens en een optimale teamondersteuning, behalen de beste resultaten en hebben de grootste kans om wereldkampioenschappen te winnen.”
(lb)