Elektrische wagen goed en wel, maar weet jij een laadpaal in jouw buurt staan? Tuurlijk niet! Maar vanaf nu wel…

Als het van onze overheden afhangt, schakelen we allemaal over naar elektrische wagens. Lage emissiezones, belastingen en subsidies moeten ons overtuigen om minder in een oude diesel te investeren. Maar kan je echt overal je wagen opladen? Hoe ver rij je met een normale elektrische wagen en hoelang duurt het om hem op te laden? En vooral: wat is het kostenplaatje van zo’n oplaadbeurt? Wij zetten het even allemaal voor je op een rijtje. 

Een elektrische wagen aanschaffen, daarbij denk je niet enkel aan kleur, zetels en laadruimte, maar ook aan wat je precies nodig hebt. Sowieso is het niet voor iedereen: wie 200 kilometer per dag naar het werk rijdt, is eraan voor de moeite met deze generatie wagens, maar voor de gemiddelde Vlaming kan het best. De juiste info is natuurlijk cruciaal: is zo’n elektrische wagen juist voor jou?

Welke wagen?

Dé belangrijkste overweging bij de aanschaf van een nieuwe elektrische wagen is natuurlijk hoe ver je er juist mee kan rijden en voor welke prijs. Dat valt best mee, de grote merken hebben bijna allemaal een elektrisch wagen in het aanbod, en daar zullen enkel meer opties in komen. Je hebt al een Renault Twizzy voor net geen 7.000 euro, daarmee doe je 120 kilometer per oplaadbeurt. Dat is momenteel de kleinste wagen in het aanbod. Daartussen zit alles van een Citroën E-Mehari (25.200 euro, doe je 200 kilometer mee) tot een Volkswagen e-Golf of BMW i3 (beiden onder de 38.000 euro, voor zo’n 300 kilometer).

Die kilometerspreidstand is, voor alle duidelijkheid, een beetje zoals de kilometers per liter die je op je normale wagen ziet staan: onder ideale omstandigheden. Maar zelfs daarbij zitten er natuurlijk uitschieters. Het nec plus ultra van de elektrische wagen is natuurlijk de Tesla. De meest haalbare (lees: betaalbare) onder de Tesla’s is waarschijnlijk het model 3. Die zou zo’n 40.000 euro gaan kosten, daar doe je wel zo’n 500 kilometer mee. Het blijft wel een stevig prijskaartje.

iStock

Laadpalen: hoeveel en waar?

Stel dat je nu toch een dagje voor je hebt met veel kilometers. Hoeveel laadpalen staan er dan tot je beschikking? Wel, in België in totaal zo’n 2.842. Dat lijkt ruim voldoende, maar die zijn, en hier wordt het ingewikkeld, niet netjes over de autostrades verdeeld. De meeste tankstations hebben er wel degelijk eentje, dus dat zou geen probleem mogen opleveren, maar wie in Wallonië woont heeft pech. Daar staan er zo’n 27 tot je dienst. Je kan hier een overzicht vinden.

Extra nadeel: veel laadpalen zijn publiek toegankelijk, maar zeker niet allemaal. Als bedrijf kan je subsidies krijgen voor het plaatsen van een laadpaal, maar als die paal dan op je bedrijfsparking staat, ben je er als Jan Modaal niet veel mee. In de steden struikel je momenteel wel over laadpalen, en het aantal zal in de komende jaren fors stijgen. Stadsbewoners zijn dan ook de ideale kandidaat voor elektrische wagens.

Overigens kan je ook bij verschillende supermarkten en winkels je wagen opladen. Colruyt voorziet laadpalen bij onder andere CRU-winkels, en enkele DATS-stations. Ook Delhaize en AVEVE doen dat in bepaalde winkels.

Hoe lang laden?

Hoe lang moet je laden voor je een volle ’tank’ hebt? Veel hangt natuurlijk af van je batterij, maar hier vonden we een paar gemiddeldes. Thuis opladen duurt gemiddeld 6 tot 8 uur. Perfect om ’s nachts in het stopcontact te duwen, dus. Aan een laadpaal doe je er maar half zo lang over: één tot vier uur. Tenslotte zijn er nog de zogezegde superchargers. Die zijn erg duur om te installeren, en in België zijn er momenteel erg weinig te vinden. Die laden je wagen wel in enkele minuten op.

Acht uur wachten om je wagen te laden, lijkt lang, maar op de helft van de tijd laadt die wel degelijk naar 80% van de capaciteit. De rest van de tijd wordt je wagen onder het trickle charging-principe opgeladen. Dat wil zeggen dat er verder geladen wordt op een laag ampèrage, om je batterij niet snel stuk te maken. Superchargers zullen bijvoorbeeld ook maximaal tot 80% kunnen laden, om die reden. Maar je kan er dus wel degelijk mee vooruit.

Providers

Hier wordt het moeilijk: er is niet één algemene laadpaalprovider. Net zoals je internet- of elektriciteitsbeheerder, hangen de prijzen en methodes af van voor wie je kiest. En ideaal gesproken abonneer je je momenteel o p verschillende providers, om zoveel mogelijk laadpunten te kunnen gebruiken. Om dat te faciliteren, meteen ook de makkelijkste optie als je ’t ons vraagt, zijn er twee providers die laadkaarten voorzien voor de meeste laadpalen.

New Motion heeft eigen laadpalen, maar factureert ook die van de concurrentie waar nodig. Het is een Nederlandse provider, en de kaart is (handig) over heel Europa te gebruiken. Ook Plugsurfing heeft een algemene kaart, die kost wel 9.95 euro. De twee kaarten hebben is handig, want ze hebben andere tarieven onderhandeld per provider. Met de apps van deze twee, zie je meteen welke de goedkoopste is.

Uiteraard is on-the-go laden het duurst, maar je kan natuurlijk ook thuis laden. Dat is substantieel goedkoper, zeker voor wie een nachttariefplan heeft en ’s nachts het stopcontact induwt. Wel belangrijk: je moet er écht een speciaal stopcontact voor installeren en nooit een verlengkabel gebruiken. De opstartkost is er natuurlijk sowieso.

iStock
Meer
Lees meer...