De Europese Unie heeft voor het eerst een gezondheidsclaim toegekend aan een verse vrucht. Groene kiwi’s mogen officieel gepromoot worden als bevorderlijk voor de spijsvertering.

De beslissing van de Europese Commissie is opmerkelijk: nooit eerder kreeg een verse vrucht zo’n goedkeuring. Dat komt door het bijzonder strenge evaluatieproces voor voedings- en gezondheidsclaims in de EU. Slechts een beperkt aantal aanvragen haalt de eindstreep, en de meeste worden afgewezen na advies van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA).

15 jaar onderzoek naar kiwi’s

De aanvraag kwam van Zespri International Limited, een van de grootste kiwi-handelaars ter wereld. Het bedrijf onderbouwde zijn claim met meer dan 15 jaar onderzoek. Daaruit blijkt dat het eten van twee groene kiwi’s per dag – zo’n 200 gram – de stoelgang op een natuurlijke manier bevordert.

De EFSA bevestigde in 2021 al dat er een duidelijk verband bestaat tussen de consumptie van groene kiwi’s en het behoud van een normale darmfunctie. Op basis daarvan kreeg de claim nu officieel groen licht.

“Deze mijlpaal is een betekenisvolle stap vooruit in het realiseren van onze missie: mensen helpen floreren dankzij het goede van kiwi’s. We weten dat veel consumenten houden van de frisse en pittige smaak en de gezondheidsvoordelen van Zespri Green kiwi, dus we zijn verheugd dat de positieve effecten op de spijsvertering nu officieel erkend zijn. Dit motiveert ons om voortdurend gezonde en voedzame kiwi’s te telen voor de Belgen”, zegt Nele Moorthamers van Zespri.

Consument beschermd tegen misleiding

De EU staat maar een handvol gezondheidsclaims toe, en dat met een reden. De regels moeten consumenten beschermen tegen misleidende marketing. Alleen ondubbelzinnig wetenschappelijk bewijs wordt geaccepteerd.

Zo mogen producenten wel zeggen dat calcium goed is voor de botontwikkeling bij kinderen of dat vitamine C het immuunsysteem ondersteunt. Maar voor andere categorieën, zoals probiotica of botanische producten zoals kruidenthee, ontbreekt nog steeds voldoende bewijs. Daardoor mogen yoghurtproducenten hun producten bijvoorbeeld niet zomaar aanprijzen als “goed voor de darmen”.