Hongarije heeft met zijn beruchte ‘kinderbeschermingswet’ uit 2021 de mensenrechten geschonden. Dat stelt de hoogste juridische adviseur van het Europees Hof van Justitie, Tamara Ćapeta, in een stevig onderbouwde opinie.
De Hongaarse wet verbiedt alle content rond LGBTQ+ thema’s in scholen en op tv vóór 22 uur. Volgens premier Orbán zou de wet kinderen beschermen, maar critici – waaronder het Europees Parlement en mensenrechtenorganisaties – spreken van een regelrecht verbod op zichtbaarheid van queerpersonen in het publieke leven. De wet is al vaker vergeleken met de Russische anti-homopropagandawet.
Puur vooroordeel
Volgens Ćapeta, via The Guardian, is de wet “gebaseerd op vooroordelen, niet op feiten”. In haar 69 pagina’s tellende advies stelt ze dat het schrappen van LGBTQ+-representatie, jongeren vooral schaadt. “Het verhindert hen te ontdekken dat hun leven niet abnormaal is”, schrijft ze. “Het tast hun zelfbeeld, sociale acceptatie en mentaal welzijn aan.”
De wet druist volgens haar in tegen fundamentele EU-rechten, waaronder menselijke waardigheid, gezinsleven en non-discriminatie. Ook Europese mediavrijheid wordt geschonden. Hoewel het advies niet bindend is, volgt het Hof in de meeste gevallen de redenering van de advocaat-generaal.
EU-lidstaten en parlement grijpen in
Zeventien EU-landen, waaronder Frankrijk, Duitsland en Nederland, riepen Hongarije onlangs op om de wet aan te passen. Ook startte de Europese Commissie een rechtszaak, die nu mogelijk in het nadeel van Hongarije eindigt. Ondertussen blijft Boedapest verder gaan: in april werd Pride constitutioneel verboden en mogen bezoekers van LGBTQ+ evenementen worden opgespoord via gezichtsherkenning.