Hoeveel films we ook al gezien hebben, het blijft telkens spannend om aan een nieuwe film te beginnen. Want elke film die je nog niet gezien hebt, zou zomaar eens je nieuwe lievelingsfilm kunnen worden. De beste film aller tijden. Zo ver was het deze keer weer net niet, maar we zijn wel heel erg aangenaam verrast geweest door een film waarbij we dat niet hadden verwacht.
Instant Family: verrassend hartverwarmend
Verwachtingen, het is iets waar je mee moet opletten. En soms is het goed om die verwachtingen uit te dagen. Een komedie met Mark Wahlberg over een stel die nooit hadden gedacht om ouder te worden en dan plots besluiten pleegouders te worden: we worden niet wild van het idee. De trailer van Instant Family dan toch maar eens bekeken en er nog niet wild van geworden. Uiteindelijk zijn we toch maar gaan kijken en wat bleek: Instant Family is een verrassend hartverwarmend filmpje dat ons een paar keer tot tranen toe bewogen heeft.
De film is gebaseerd op het leven van schrijver, regisseur en producer Sean Anders die zelf drie kinderen adopteerde met een Hispanic achtergrond. Het verhaal gaat over Pete (Mark Wahlberg) en Ellie (Rose Byrne). Zij zijn niet het soort koppel dat kinderen in hun leven lijkt te missen en nu Pete en Ellie al tegen de veertig aanleunen, lijkt het erop dat ze er ook nooit zullen komen. Tot er een zaadje in het hoofd van Ellie geplant wordt en ze begint na te denken over pleegkinderen. Na de ontmoeting met een vijftienjarige rebelse tiener (Isabela Moner) besluiten ze om haar een thuis te geven. Alleen komt Lizzy wel in een pakketje met Juan (Gustavo Quiroz) en Lita (Julianna Gamiz) waardoor Pete en Ellie plots van nul naar drie kinderen gaan.
Instant Family wordt in de vitrine gezet als een komedie, maar laat ons eerlijk zijn: het is geen komedie pur sang. Sterker zelfs: die paar keer dat Instant Family echt de komische kaart probeert te trekken en zelfs richting slapstick neigt, gaat de film totaal de mist in.
Deze film is veel sterker als hij op de hartstreek mikt, wat hij meermaals met succes doet. Want het bijzondere van deze film is natuurlijk dat hij over pleegkinderen gaat. Dat Pete en Ellie niet zomaar moeder en vader worden, niet met een draagmoeder werken of een kind adopteren dat als baby bij de moeder is weggehaald. Nee, Lizzy, Juan en Lita zijn pleegkinderen die in de instelling zitten te wachten tot ze uitgekozen worden om de droom van ouders in spe waar te maken, die van het ene naar het andere pleeggezin zijn gestuurd, die al veel te veel hebben gezien voor kinderen van hun leeftijd en die al meerdere keren door hun moeder in de steek gelaten zijn.
En dus heeft Lizzy een muur rond zich gebouwd omdat ze denkt dat er niet van haar gehouden kan worden, voelt Juan zich voor het minste schuldig, uit angst om gestraft en teruggestuurd te worden en vertoont Lita rebels gedrag. Het zijn die uitdagingen, van deze specifieke kinderen die hun verleden met zich meedragen, die Instant Family zo genietbaar maken.
Doorheen de film zie je de kinderen ook denken: “Zou het deze keer voor echt zijn?” zonder dat ze daar helemaal in durven te geloven, want het kan zo weer voorbij zijn. De film staat of valt dan ook met de kinderen en deze drie zijn zonder uitzondering uitstekend. Dat Mark Wahlberg nooit de allerbeste acteur zal worden weet hij zelf ook, maar hij doet het hier degelijk en wordt in evenwicht gehouden door Rose Byrne.
Ja, het is een feelgoodfilm waarvan je op voorhand zal weten hoe hij zal aflopen. En ja, het einde is heel erg melig, maar in zijn geheel is Instant Family wel heel erg genietbaar. Hij is pretentieloos, niet te zwaar en niet te licht en in zijn totaalpakket de beste familiefilm die op dit moment te bekijken valt.
Score: 7/10
Vice: schitterende acteurs, maar meer pamflet dan film
Sinds we Vice gezien hebben, proberen we te bedenken wat voor film we gezien hebben. Het was een biopic, maar wel eentje die veel dichterlijke vrijheid genomen heeft. Hij was even objectief als een pamflet en even zwaar als de biografie van Napoleon (op papier: 800 pagina’s) en toch lijken we na afloop van de film nog niets met zekerheid te weten over de hoofdfiguur.
Vice vertelt het verhaal over hoe een bureaucratische insider uit Washington stilletjes de machtigste man ter wereld werd als vicepresident van George W. Bush (Sam Rockwell). Alleen heeft hij dat wel heel stilletjes gedaan, want – zo begint Adam McKay zijn film – “Wat volgt is een waargebeurd verhaal. Of zo waar als mogelijk, want het is geweten dat Dick Cheney één van de meest geheimzinnige leiders uit de geschiedenis is. Maar we hebben ons stinkende best gedaan.”
Het is een handige manier om je vooraf juridisch in te dekken, want Vice schetst geen fraai portret van zijn hoofdfiguur. Adam McKay zet Cheney neer als een nietsnut die via een stage bij Donald Rumsfeld het Witte Huis in sukkelt en daar als een soort zwijgzame gluiperd een vinger in de pap krijgt te brokken. De echte macht krijgt hij pas als George W. Bush, een totaal groentje, president wordt en Cheney zijn marionetten uitzet zodat in feite hij de machtigste man ter wereld is.
Vice was nooit vervelend om te bekijken, alleen maakt de film het zijn tegenstanders wel heel erg makkelijk om er kritiek op te geven. Sommige dingen worden letterlijk naar goeddunken ingevuld en op een bepaald moment wordt het ontstaan van IS zelfs in de schoenen van Dick Cheney geschoven. Meer dan een biopic is Vice dan ook een pamflet, een film die een standpunt verdedigt. Het soort film dat Michael Moore zou maken als hij met acteurs zou werken in plaats van met documentaires.
Waar van te smullen valt, zijn de acteerprestaties. Op dat vlak is Vice wat misbedeeld geweest op de meest recente Oscars. De film werd acht keer genomineerd, maar kreeg maar één prijs: die voor Make Up And Hairstyling. Het is inderdaad zo dat Christian Bale redelijk onherkenbaar is in zijn rol, maar bovenal wordt er goed geacteerd. Door Bale (voor een Oscar genomineerd), maar ook door Steve Carell die een heerlijke Donald Rumsfeld neerzet, door Sam Rockwell (voor een Oscar genomineerd) die een heerlijk naïeve George W. Bush neerzet en door Amy Adams (genomineerd voor een Oscar) die aantoont dat Lynne Cheney veel meer was dan de huisvrouw.
Dat geen van die uitstekende acteerprestaties noch de vaak toch originele montage beloond werd en dat de prijzen voor Beste Acteur en Beste Montage nu net naar Bohemian Rhapsody moesten gaan, blijkt toch een grote aanfluiting, een miskenning van talent.
Waarom dan toch maar een 7/10? Wel, omdat we soms te fel bestookt werden met namen en feiten waardoor het verhaal verloren dreigde te gaan en doordat het hele verhaal verteld werd door een voice-over met een nogal idiote verteller. Daardoor leek Vice soms iets te veel op een weliswaar knappe en flitsende in beeld gebrachte Wikipediapagina. We zagen in Vice veel vakmanschap en doorschemerende opinies, maar veel te weinig gevoel.
Score: 7/10