Apple breidt zijn Self Service Repair-programma uit naar de M1-MacBooks, wat betekent dat gebruikers voortaan zelfstandig – tegen betaling – bepaalde reparaties kunnen uitvoeren. Volgens het bedrijf kunnen klanten meer dan een dozijn herstellingen zelf uitvoeren, waaronder het trackpad, de batterij en het beeldscherm.
In de huidige versie van het programma kun je een reparatiekit huren voor 49 dollar per week. Klanten kunnen er ook voor kiezen om de instrumenten permanent te kopen. De prijs van de onderdelen zal variëren naargelang de reparatie en zal waarschijnlijk hoger liggen dan wanneer Apple de reparatie uitvoert.
Ondanks de introducering van het programma zegt Apple dat een bezoek aan een gecertificeerde technicus met originele onderdelen nog steeds de “veiligste en meest betrouwbare manier is om een reparatie uit te voeren”.
“Voor de overgrote meerderheid van de klanten die geen ervaring hebben met het repareren van elektronische apparaten, is een bezoek aan een professionele reparateur met gecertificeerde technici die originele Apple-onderdelen gebruiken de veiligste en meest betrouwbare manier om een reparatie uit te voeren”, schrijft Apple.
Addertje onder het gras
Er is echter nog addertje onder het gras: voor de thuisreparaties is een hele reeks onderdelen nodig die de klant bij het technologiebedrijf moet kopen. Ook het gereedschap dat nodig is om de reparaties uit te voeren moet bij Apple worden gekocht of gehuurd. Gebruikers kunnen dus geen onofficiële onderdelen gebruiken in hun apparaten, die vaak een stuk goedkoper zijn.
Veel critici zien het programma daarom als een nieuwe strategie voor het verkopen van nog meer officiële onderdelen door het bedrijf. Daarnaast kunnen deze onderdelen niet worden hergebruikt in verschillende toestellen. De technologiegigant vereist namelijk dat alle officiële reserve-onderdelen eerst geregistreerd worden bij Apple en daarna gekoppeld aan een specifieke iPhone. Hierdoor kunnen onderdelen van kapotte toestellen niet worden hergebruikt in “refurbished” telefoons.
Recht op reparatie
Eerder dit jaar lanceerde Apple het Self Service Repair-programma voor de iPhone 12, SE en 13-modellen. De beslissing van de Amerikanen om klanten toe te staan om hun eigen apparaten te repareren, komt op een moment dat de “recht op reparatie”-beweging druk uitoefent op de Amerikaanse regelgevende instanties om consumenten meer controle te geven over hun producten.
Zo ontdekten iFixit en YouTuber Hugh Jeffreys in 2020 dat het vrijwel onmogelijk was om buiten Apple om je iPhone 12 te laten repareren. Een zelfstandige reparatie – van bijvoorbeeld de batterij – zorgt er namelijk voor dat de camera van het toestel niet meer functioneert, tenzij de gebruiker het toestel alsnog door Apple laat repareren tegen een hogere prijs. Daarnaast bleek het toestel intern zodanig te zijn ontworpen dat een externe reparateur haast onmogelijk onderdelen kan vervangen.
Hierdoor waren gebruikers van Apple-producten gedwongen om hun reparaties uit te voeren bij de technologiereus zelf, die er flink meer geld voor vroeg dan ongeautoriseerde reparateurs.
(ns)