Wie discussies over staatssteun en overheidsmiddelen wil voeren, let best op de grootteorde van de bedragen. Want terwijl iedereen zich focust op de schamele Vlaamse subsidies voor journalistiek, staat federaal de sluis wagenwijd open om de mediaconglomeraten te voorzien van overheidsgeld.
In Vlaanderen ontplooit zich een felle maatschappelijke discussie rond het cultuur- en mediabudget. De Vlaamse regering oogst bijzonder veel boosheid door besparingen. Minister van Cultuur Jan Jambon (N-VA) doet het totale cultuurbudget van 518 miljoen euro per jaar dalen naar 508 miljoen euro. Tien miljoen minder dan vorig jaar.
Hetzelfde verhaal voor de journalistiek. Zonder enig overleg besliste de nieuwe minister van Media Benjamin Dalle (CD&V) om het pas in 2018 opgerichte Vlaams Journalistiek Fonds, en ook de Mediacademie af te schaffen. Via het fonds kregen kleine online initiatieven projectsteun: een variabele pot van ongeveer een 500.000 euro was beschikbaar. Voortaan bestaat er enkel nog het Fonds Pascal Decroos, dat met heel beperkte middelen steun aan onderzoeksjournalistiek geeft.
Daarmee zet de Vlaamse regering het mes in haar streven naar meer innovatie en meer kwaliteit in de Vlaamse media. Van belachelijk weinig overheidsinvestering valt het terug op zo goed als niets meer.
Het woord “belachelijk” is gepast als je de besparingen vergelijkt met de sommen belastinggeld die ingezet worden om een andere staatssteun richting media wel in stand te houden. Want tegenover die enkele honderdduizenden (nu geschrapte) euro’s van de Vlaamse regering, staat liefst 120 miljoen euro per jaar aan staatssteun waarvan enkele mediaconglomeraten profiteren via Bpost. Het beursgenoteerde bedrijf krijgt van de federale overheid elk jaar deze gigantische som (twaalf keer de totale besparing op cultuur!) om kranten en weekbladen tijdig te bussen.
Het geheel baadt in een wolk van onfris gebrek aan transparantie. Het contract dat afgesloten werd tussen federale overheid, Bpost en de mediagroepen, wordt als bedrijfsgeheim beschouwd en dus niet vrijgegeven. Hoeveel geld er indirect doorstroomt naar mediagroepen, is dus zelfs niet publiek. Slechts een handvol grote, oude industriële spelers profiteert: DPG Media, Mediahuis, Roularta, Rossel en IMP. Kwatongen beweren dat zeker die laatsten wel eens overkop zouden gaan, als de overheid de royale kraan overheidsgeld dichtdraait.
Het is wel duidelijk dat papieren media en in het bijzonder de grote mediaconcerns op die manier van een gigantisch marktvoordeel genieten. Jaarlijks pompt de overheid miljoenen in een technologie die niet duurzaam is. En mogelijks nog kwalijker: de voorwaarden om van deze steun te genieten zijn niet van (journalistiek) kwalitatieve aard, maar van kwantitatieve. Hoe meer abonnementen van kranten en tijdschriften een uitgever heeft, hoe meer steun hij krijgt. Er is geen enkele garantie op banen voor journalisten, geen garantie op diepgravend en inhoudelijk werk, geen zekerheid om bestaande titels te houden: de term “blanco cheque” lijkt wel uitgevonden om deze toestand te beschrijven.
Wij pleiten er dan ook voor om op basis van transparante, journalistieke criteria en heldere procedures deze staatssteun te heroriënteren zodat de journalistiek in het algemeen, en de kleinere, onafhankelijke, spelers in het bijzonder, er op een gelijkwaardige manier gebruik van kunnen maken. Gezien de grootteorde van deze bedragen, zou het nuttig zijn de discussie meteen open te breken en de vraag te stellen of de conglomeraten met deze 120 miljoen euro beloond moeten worden, dan wel of het geld niet beter besteed zou worden aan journalistiek, maar ook aan podia, kunst, en cultuur in het algemeen.
Media.21 verzamelt de innovatieve digitale media in Vlaanderen: Apache, newsmonkey, dewereldmorgen, Charlie Magazine, Doorbraak, MO*, Rekto:Verso en Stampmedia.