Het lijkt erop dat ze in Finland wel degelijk het basisinkomen voor iedereen gaan invoeren. 7 op 10 Finnen gaan er ondertussen mee akkoord dat alle (volwassen) inwoners een basisinkomen van 800 euro per maand zouden krijgen, maar dat wel alle bestaande uitkeringen dan geschrapt worden. Goed idee?
De Finse regering wil al in 2017 starten met het systeem: na een korte overgangsfase waarin de 4,9 miljoen Finnen boven de 18 elke maand 550 euro zouden krijgen en een paar uitkeringen nog wel gehandhaafd blijven, zouden vanaf 2017 alle vormen van uitkeringen geschrapt worden. In ruil krijgen alle volwassen inwoners een basisinkomen van 800 euro per maand.
69 procent van de bevolking is voorstander van het voorstel. “Een basisinkomen voor iedereen betekent een vereenvoudiging van ons systeem van sociale zekerheid”, argumenteert premier Juha Sipila. Het gaat om een basisinkomen van 800 euro per maand – belastingvrij – voor elke Fin. De maatregel zou de Finse regering jaarlijks ruim 46 miljard euro kosten. Daartegen staat ongeveer 50 miljard aan inkomsten.
Economie erg in het slop
Het basisinkomen moet vooral een wapen worden in de strijd tegen werkloosheid. Die ligt in Finland op 10 % en da’s sinds 2000 niet meer gebeurd. De jeugdwerkloosheid nadert zelfs de 25 %. De Finse economie zit ook zwaar in het slop: ze is nu bijvoorbeeld 11 procent kleiner dan in 2008.
Het basisinkomen moet Finnen ertoe stimuleren om ook voor minder goed betaalde en deeltijdse jobs te gaan. Het basisinkomen zorgt ervoor dat mensen laagbetaalde banen kunnen aannemen zonder dat het ze persoonlijk iets kost. Op dit moment leidt een tijdelijke parttime baan tot een lagere uitkering, waardoor mensen er in totaal soms op achteruit gaan. Nu is de situatie ook vaak dat mensen beter af zijn met een uitkering of het de moeite niet vinden om voor een relatief klein extra bedrag te gaan werken.
Het is ook goed om weten dat 1 op vijf volwassen Finnen alleen woont, een cijfer dat vergelijkbaar is met dat in ons land.
Het systeem zou gefinancierd moeten worden door inkomensbelasting, een flat tax. Wie minder dan 60.000 per jaar verdient zal 39 % inkomensbelasting moeten betalen, wie daarboven zit zal 49 % betalen. De belasting op kapitaal en inkomsten uit financiële assets wordt verhoogd van 29 naar 32 %.
Canada & Oeganda
Er zijn wel degelijk experimenten geweest met dit soort basisinkomen. Onder meer in Dauphin, een stad in Canada. Tussen 1974 en 1979 kreeg iedereen daar een basisinkomen. Het resulteerde aanvankelijk in een daling van het aantal gewerkte uren en vrouwen die langere zwangerschapsverloven namen. Maar mensen gingen ook langer en meer studeren en bijscholen.
Pas in 2011 vond iemand het nodig om het experiment eens echt goed te analyseren. De titel van het rapport zegt eigenlijk alles: The Town without Poverty.
Ook in Oeganda hebben ze het geprobeerd met groot succes. Duizenden mensen kregen het dubbele van hun inkomen gedurende vier jaar en het resultaat was dat er na vier jaar 17 procent meer uren gewerkt werd en dat mensen gemiddeld 38 % meer verdienden.
Robots
Een definitieve beslissing over het voorstel komt er in november 2016. Er zijn echter twee grote nadelen. Ten eerste: de kosten. Volgens de Finnen levert het plan uiteindelijk miljoenen op, maar daar is lang niet iedereen van overtuigd. Ten tweede kan het heel goed zijn dat de groep mensen, die nu een uitkering krijgt, vanwege ziekte bijvoorbeeld, slechter af is met een basisinkomen. Iedereen krijgt dan namelijk even veel, ongeacht hoe hard je het geld nodig hebt.
Er is nog iets: een aantal economen in Finland waarschuwt ervoor dat “we misschien gewoon moeten leren met hoge werkloosheid in het Westen”. Ze argumenteren dat in Europa in de toekomst 47 % van de bestaande jobs, en dan vooral die voor laagopgeleiden en arbeiders door robots zullen worden gedaan.