Op woensdag 28 juli brengt filmdistribiteur The Searchers First Cow uit in de Belgische zalen. Het is een kleinood dat eind vorig jaar aan de top van menig internationaal filmlijstje te vinden was.
De plaats van het gebeuren in de film is het Oregon van zo’n tweehonderd jaar geleden. Daar ontmoet Cookie, een eenvoudige man die toevallig wat bakkerservaring heeft, een Chinese immigrant die van een beter bestaan droomt. Hun melk stelen ze van een Engelse landeigenaar die net de eerste koe naar Amerika heeft laten overbrengen omdat hij zo houdt van melk in zijn koffie. Wij spraken met Jonathan Raymond, de scenarist van dit prachtig kleinood en de auteur van de roman waar het verhaal uit geput werd.
Jonathan Raymond: De manier waarop de twee elkaar ontmoeten is mooi hé? King-Lu zegt tegen Cookie “Hey, ik heb een man vermoord en ik word achtervolgd door Russen” en Cookie geeft ‘m te eten en een bed om in te slapen. Hij gaat op dat moment echt af op instinct, op de emotionele vibratie die hij voelt.
Tijden later komen ze elkaar weer tegen en is er weer die emotionele vibratie: ze zetten samen een soort van buisness op, hoewel ze elkaar amper kennen.
Raymond: Klopt, ergens is er iets dat ze voelen bij elkaar waardoor ze denken dat ze elkaar wel kunnen vertrouwen. Ze zitten ook in dat nieuwe kapitalistische systeem en ze voelen zich veiliger door die uitdaging samen aan te gaan. Ik heb al gehoord dat mensen First Cow interpreteren als een soort antikapitalistische film, maar dat is het niet. Ik wilde gewoon tonen dat goeie mensen – ik denk dat Cookie van inborst wel goed is – soms ook foute dingen kunnen doen.
De film speelt zich 200 jaar geleden af, maar er zijn ook dingen die niet veranderd zijn. King-Lu droomt van een eigen bakkerij, maar heeft geen startkapitaal. Daardoor zal hij ook nooit een lening krijgen bij de bank.
Raymond: Daarom vond ik het zo interessant om het verhaal in het verleden te zetten, in een ontluikende wereldhandel: na 200 jaar is alles eigenlijk nog precies hetzelfde.
In een erg mooie scène in de film doet Cookie iets bijzonders: hij voelt medeleven met de koe omdat ze haar man en haar kind is verloren.
Raymond: Hij dicht haar menselijke emoties toe. Het zegt ook veel over Cookies empathie: hij plaats zichzelf niet in het midden van het universum, maar hij is zich er erg van bewust dat er ook dingen gebeuren in andermans leven. Voor hem is de koe alleszins meer dan een stuk vlees of een bus melk in de supermarkt. Je ziet het ook aan de gebakjes die hij maakt: hij doet dat met zorg en beroepseer. Hij maakt er iets artistieks van en bereidt elk koekje met dezelfde liefde.
Een klein verhaaltje
Je hebt het verhaal gebaseerd op je eigen debuutroman The Half-Life uit 2004. Maar in het boek is er ook nog een tweede deel dat zich afspeelt in de jaren 1980. Dat is niet mee opgenomen voor deze film.
Raymond: Het boek bestaat uit twee vriendschapsverhalen die – gescheiden door 180 jaar geschiedenis – zich afspelen op dezelfde plek. Voor Kelly Reichardt, de regisseur, en mezelf was het snel duidelijk dat we ons zouden focussen op het eerste gedeelte. Dat had enerzijds te maken met een beschikbaar budget, maar ook met een aanvoelen. Het zou een geheel andere film geworden zijn, terwijl we nu een klein verhaaltje kunnen vertellen. Een verhaal ook dat helemaal past in het oeuvre van Kelly. Zelfs het eerste gedeelte van de roman hebben we nog vereenvoudigd. (lacht) . Ik denk dat we ’t op dezelfde manier aangepakt zouden hebben, zelfs al zouden we meer budget gehad hebben.
De kleinheid is de schoonheid van het verhaal.
Raymond: Ja, precies! Ik hou niet van verhalen die al te snel als ‘universeel’ bestempeld worden, maar dit is er wel een voorbeeld van. Voor mij gaat het in se over vriendschap. Er is bijna niets nog meer universeel dan dat.
Als ik op je IMBb-pagina ga kijken, zie ik dat ik letterlijk van alle titels hou die daar staan.
Raymond: Dat komt alleen maar omdat andere projecten gelukkig niet zijn doorgegaan. (lacht)
Wat zoek je in een verhaal?
Raymond: Ik weet niet zozeer wat ik zoek tot ik het gevonden heb. Ik denk dat ik vooral weet waar ik moet zoeken. Ik luister veel. Door veel te praten met vrienden en familie zie je na een tijdje patronen. Je merkt bijvoorbeeld dat iedereen op een bepaalde manier met geld worstelt. Dat ieders ouders een grote impact hebben op je leven, op welke manier dan ook. Die dingen synthetiseer ik dan tot een verhaal.
Het is de vijfde keer al dat je samenwerkt met Kelly Reichardt. Wat maakt jullie zo’n goed duo?
Raymond: We houden van dezelfde dingen en we hebben een hekel aan dezelfde dingen, dan kom je al heel ver. (lacht) Ik heb het dan over politiek bijvoorbeeld, maar ook over esthetieke voorkeuren. En ondertussen delen we ook heel wat vrienden en we praten graag over mensen. We proberen mensen te analyseren en te begrijpen waarom ze doen wat ze doen. Ik ken niemand anders die daar zo diep in wil gaan als Kelly.
Het toont zich ook in het soort films dat jullie maken. In een wereld waarin alles groter, sneller en meer spectaculair wordt, maken jullie een trage film over een koe.
Raymond: (lacht) Inderdaad! Het lijkt een soort van tegenreactie, maar het is het zelfs niet eens: we zouden niet anders kunnen. Kelly heeft een filmvocabulaire dat met uitsterven bedreigd is. En dat is net waarom we haar en haar films zo moeten koesteren.
Nostalgie, inherent aan de mens
King-Lu zegt op een bepaald moment over de wereld: “Everything’s touched already.” Ik heb hetzelfde gevoel – we denken dat we zelfs de ruimte moeten gaan ontdekken – alleen had hij het al 200 jaar eerder.
Raymond: Ik denk dat mensen dat gevoel altijd al hebben gehad, nee? Mensen hebben altijd het gevoel dat ze moeten vernieuwen en ontdekken. Vroeger was altijd alles beter en het beste ligt altijd achter ons. Het is een gevoel van nostalgie dat bijna inherent lijkt aan de mens.
Ik had ook het gevoel dat alles al gebeurd was, tot de coronapandemie kwam.
Raymond: Terwijl die natuurlijk ook alleen maar een herhaling is van iets wat ooit al eens eerder is gebeurd. Alleen niet in ons leven.
Denk je dat de pandemie een blijvende impact zal hebben op de filmindustrie?
Raymond: Ik denk het niet. Het zou wel kunnen dat naar de film gaan iets wordt voor een beperkter aantal mensen, maar dan eerder zoals de mensen die nu hun muziek willen luisteren op vinyl: je geeft er de voorkeur aan om een kunstwerk op een bepaalde manier tot jou te nemen. Sommige mensen zien liever hun films in de cinema. Dat zal nooit veranderen. Films als First Cow zullen altijd een publiek hebben en zullen altijd moeilijk blijven om gemaakt te krijgen. Dat gaat vast niet veranderen. (lacht)
First Cow speelt in selecte cinema’s. Bekijk hier waar je de film kan gaan bekijken.