Italië belooft plechtig zijn defensiebudget op te trekken tot de NAVO-norm van 2 procent van het bbp. Maar hoe dat doel bereikt moet worden, blijft voer voor discussie. Minister van Economie Giancarlo Giorgetti gaf donderdag tekst en uitleg in het parlement.

Hoewel Italië voor dit jaar nog slechts 1,49 procent van zijn bbp aan defensie uitgeeft, ligt het land onder het vergrootglas van bondgenoten. Vooral de Verenigde Staten dringen aan op een verhoging van de militaire investeringen. Giorgetti erkende die druk en stelde dat “extra inspanningen nodig zijn” om de 2 procent-doelstelling van de NAVO te halen.

De NAVO-ambitie is al langer een politiek heet hangijzer. Sinds de Russische invasie in Oekraïne is de roep om meer defensie-uitgaven in Europa luider geworden. Italië blijft tot dusver achter, maar lijkt nu bereid tot een inhaalbeweging.

Boekhoudkundige trucjes

Om aan de NAVO-norm te voldoen zonder de EU-regels rond begrotingstekorten te overtreden, kiest Italië voor een alternatieve aanpak. Het land wil zijn boekhoudmethoden aanpassen zodat ook civiele technologieën en militaire pensioenen meetellen als defensie-uitgaven.

Op papier zou dat het defensiebudget een flinke boost kunnen geven, zonder dat er effectief meer wordt uitgegeven aan tanks of gevechtsvliegtuigen. Een slimme zet of een rookgordijn? De meningen zijn verdeeld.

Geen gebruik van uitzonderingsregels

De Europese Unie laat toe dat landen tijdelijk hun uitgaven verhogen zonder daarvoor afgestraft te worden. Toch kiest Italië ervoor om die uitzonderingsregels voorlopig niet te benutten. De reden? De torenhoge staatsschuld. Rome wil vermijden dat het financiële vertrouwen in het land verder onder druk komt te staan.

Minister Giorgetti gaf aan dat de aanpassing van de rekenmethodes een “eerste stap” is. Verdere verhogingen van de militaire uitgaven zouden in de komende jaren volgen, maar zonder de begrotingsregels van Brussel te schenden.