Het aantal Vlaamse films in de zalen is dit jaar nog maar beperkt geweest, maar nu het weer Film Fest Gent op volle kracht is, komen ze stilaan de zalen inwaaien. Dealer, het regiedebuut van Jeroen Perceval, staat voor zeer binnenkort gepland (10 november), Red Sandra van Lien Willaert en Jan Verheyen zit daar zelfs nog voor (27 oktober), maar naar Cool Abdoul kan je nu al gaan kijken.
Ook in dit verhaal speelt drugs een belangrijke rol. Cool Abdoul is het waargebeurde verhaal van Ismaïl Abdoul, een bokser die tot vijfmaal toe achter de tralies verdween, maar nu zijn leven weer op het rechte pad heeft. Dat is dan ook precies de reden waarom de Gentse voormalig topbokser zijn toestemming gaf om zijn levensverhaal te laten verfilmen: hij wilde tonen dat het nooit te laat is om te veranderen.
In de film wordt Ismaïl op treffende wijze neergezet door Nabil Mallat, die hier zijn grootste en ook wel beste rol tot nu toe speelt. Mallat – die vloeiend Nederlands, Frans en Arabisch afwisselt – transformeert als het ware in de Gentse bokser die ambitie heeft om internationaal te gaan boksen en daardoor met figuren uit de onderwereld in contact komt. Hij wordt ook ingeschakeld als portier van schimmige nachtclubs en bevindt zich daarmee ook steeds meer in het drugcircuit. Tegelijkertijd probeert Ismaïl een leven uit te bouwen met Sylvie (Anemone Valcke), maar zij is niet zo gediend van zijn nevenactiviteiten.
Deze keer voor echt
Het verhaal leunt aan bij dat van Stan Vandewalle dat al verteld werd in de vergeten miniserie Koning Van De Wereld uit 2008 met Kevin Janssens in zijn afgetrainde hoofdrol, maar het is de eerste keer dat een Vlaamse filmmaker (Jonas Baeckeland debuteert ambitieus) zich waagt aan een serieuze boksfilm. In Vlaanderen werd er eerder al gebokst in Firmin en Pippa, maar deze keer is het voor echt.
Het is niet te merken aan Cool Abdoul dat het een film van een debuterend regisseur is en behalve het Gentse dialect is er ook niet meteen iets dat weggeeft dat we hier met een bescheiden Vlaamse regisseur te maken hebben. Jonas Baeckeland heeft dan ook al zes kortfilms gedraaid en dat geduldige wachten en ervaring opdoen heeft zijn vruchten afgeworpen: de boksscènes zien er overtuigend uit en dat is ongetwijfeld een arbeidsintensief werkje geweest.
Voor ons was het feit dat Ismaïl een praktiserend moslim is het meest interessante aspect aan de film. Zo probeert Ismaïl steeds aan zichzelf te verkopen dat hij nog wel goed bezig is, dat het Allah was die hem redde van een kogelregen en dat hij nog steeds een goed leven leidt. Tegelijkertijd vertelt hij zijn broer dat de clubs waar hij als portier een oogje dichtknijpt voor drugdealers haram zijn en vraagt hij aan Sylvie om een religieus huwelijk om zo te ontkomen aan een zondig samenzijn.
Niet vrij van clichés
De film is niet vrij van clichés: Johan Heldenbergh speelt hier de coach die Ismaïl een donderpreek mag geven wanneer hij begint te slabakken, er zijn de trainingsscènes zoals we ze uit elke boksfilm sinds Rocky kennen en Ismaïl wint en verliest precies op die momenten waarop je ’t verwacht, maar toch hebben we deze prent graag gezien. We hebben ons zelfs niet gestoord aan de aanwezigheid van Dimitri ‘Vegas’ Thivaios als clubeigenaar met Servische roots en ook Antje De Boeck – in haar eerste film- of televisierol sinds 2013! – mocht nog eens laten zien dat ze nog steeds beschikbaar is voor nieuwe rollen.
Nabil Mallat bewijst in deze film hoezeer hij gegroeid is als acteur sinds Adil El Arbi en Bilall Fallah hem op straat tegen het lijf liepen en castten in hun kortfilm Broeders (2011) en hem daarna ook de hoofdrol gaven in hun eerste speelfilm Image (2014). In Cool Abdoul draagt Mallat voor het eerst een film op zijn eentje en hij doet dat op imposante wijze. We wensen hem meer van hetzelfde en nog beter toe.
Score: 6/10