De aanloop naar ‘De Dag’ wordt korter en de spanning groeit. Ook bij Jonas Geirnaert en Julie Mahieu, naast koppel nu ook scenaristenkoppel. Tien jaar geleden kregen ze het idee dat vandaag is uitgegroeid tot ‘De Dag’, een reeks waar ze vier jaar zeer intensief aan gewerkt hebben.
Jonas Geirnaert: Wij bingewatchten al in het pre-Netflix-tijdperk, op dvd. Toen er nog dvd’s verkocht werden. (lacht) Dat was echt toen al wel zo: beginnen kijken, niet kunnen stoppen en je aantal uren slaap zien afnemen en toch nog een aflevering opzetten.
15.000 uur
Jullie hebben lang aan De Dag gewerkt. Wanneer weet je dan “En nu is het af!”?
Julie Mahieu: Ik heb gemerkt dat het eigenlijk nooit af was. De Dag heeft een ingewikkelde structuur – om in elkaar te puzzelen, niet om te kijken – dus het is meer dan eens gebeurd dat we een idee kregen voor bijvoorbeeld aflevering zes dat we dan ook dingen moesten herschrijven in aflevering twee en drie. En dan kan je weer verder naar aflevering zeven en voor je ’t weet ben je de eerste vijf weer aan het herschrijven. En dat is zo blijven duren tot tijdens het draaien. Eigenlijk stopt het niet tot alles opgenomen is.
In het persboekje maakt Jonas een inschatting van hoeveel uren jullie aan de reeks gewerkt hebben. Zo’n 7.500 uur per persoon. Dat is waanzinnig.
Jonas: Het is een schatting, maar ik denk toch dat ik in de buurt zit. Als het een lineaire reeks geweest zou zijn hadden we ze misschien wel in de helft van de tijd kunnen schrijven. Ik heb de oneven afleveringen geschreven – de politionele buitenafleveringen -, Julie de even scènes, de scènes binnen in de bank. Als ik bijvoorbeeld twee scènes wilde omwisselen dan had dat ook gevolgen voor Julie haar scenario wat betreft de continuïteit. Dan was het iets als “Dat personage is daar nog niet geweest op dat moment en kan dus dat nog niet zeggen tegen die. (lacht) En dan moesten we dat oplossen en dan was je weer een halve dag verder.
Was het moeilijk om samen te werken? Want jullie zijn ook een koppel, wonen samen. Dus als iemand een idee krijgt op een vrije dag, dan is die vrije zondag er wel meteen aan.
Jonas: Dat klopt. (lacht)
Julie: Gelukkig zijn we niet zo gehecht aan onze vrije zondag. (lacht) Soms kozen we echt voor vrije tijd en om eens te gaan genieten, maar dan nog neem je je werk op dat moment overal mee naartoe, want je kan je hoofd niet afzetten. Vaak is het gebeurd dat we van plan waren om het los te laten dat we toch weer iets stonden op te schrijven of stonden te bespreken.
Jonas: Aan die 7.500 uren raak je ook niet door vijf dagen in de week je uren te werken. Dat is ook eigen aan creatieve beroepen. Je kent het fenomeen vast: als je maandag een deadline hebt en het is vrijdag, dan moet je doorwerken tot het klaar is en goed is. Je geeft nooit iets af waar je niet tevreden over bent. Het was heel tof, maar het was ook wel heel zwaar, bij momenten.
Geen ongelimiteerd budget
Het is voor allebei wel iets totaal anders dan wat jullie tot nu toe hadden gedaan. Jonas, jij wordt altijd geassocieerd met humor. Julie, jij hebt vooral aan Man Bijt Hond en De Ideale Wereld gewerkt.
Julie: Ja, en toch heb ik ook het gevoel dat we onze bagage wel hebben kunnen gebruiken. Ik kom uit de human interest en dat gaat uiteraard heel erg over mensen en menselijkheid. Wie zijn ze? Waar komen ze vandaan? Wat doen ze en waarom doen ze wat ze doen? Die vragen kon ik ook stellen bij het uitwerken van mijn personages, bijvoorbeeld.
Jullie zitten ook al heel lang bij Woestijnvis. Er is veel over gezegd en geschreven de laatste jaren, maar Woestijnvis is wel nog een productiehuis dat ruimte durft geven aan een project als dit.
Jonas: De laatste jaren wordt er heel veel goeie Vlaamse fictie gemaakt en daar zijn we heel blij om. Als je kijkt naar programma’s als Beau Séjour, Tabula Rasa of Clan: dat zijn allemaal geen producties van Woestijnvis dus er is ruimte voor Vlaamse fictie bij de productiehuizen. Toen we groen licht kregen bij Woestijnvis wisten we meteen dat we er de tijd en de ruimte voor zouden krijgen die we nodig hadden. Als je dan toch start aan een project als De Dag moet het wel ineens goed gebeuren. We hebben het budget gekregen dat het nodig heeft. We hadden bijvoorbeeld dertien draaidagen per aflevering, dat is meer dan momenteel de norm is. We hebben ze ook wel nodig gehad.
Dat gezegd zijnde: het was geen ongelimiteerd budget. Dus we hebben ook scènes moeten schrappen, we hebben ook moeten herschrijven of scènes moeten inkorten of vereenvoudigen. Maar we hebben wel de ruimte gekregen om er iets van te maken dat écht goed is.
Jullie staan ook genoteerd als ‘showrunner’. In Amerika is dat al een lang gebezigd begrip, in Vlaanderen is het relatief nieuw.
Julie: De invulling van die term verschilt wel heel sterk als je ’t in Amerika gaat bekijken of in Vlaanderen. Voor ons betekende het concreet dat wij aanwezig waren op de set – ik op de ene, Jonas op de andere – om vooral de inhoud van de reeks te bewaken. De regisseurs kenden het verhaal, kenden de scenario’s en waren helemaal mee, maar op set moeten zij het overzicht bewaken over zoveel dingen dat het voor hen ook handig was dat er iemand aanwezig was waarop ze konden leunen wat de inhoud betreft. En als zij iets wilden veranderen – inhoudelijk of visueel – konden ze bij ons toetsen of dat voor het verhaal ook kon.
Jonas: We wisten van in het begin dat we niet zelf wilden regisseren. We hebben daar geen ervaring mee, dat is onze core buisness niet. Aan Gilles en Dries hebben we in vertrouwen een groot deel uit handen kunnen geven. Er was echt wel ruimte voor hun visie en hun stempel. Om maar te zeggen: we wilden ook niet in de weg zitten.
Julie: Het was wel fijn om heel het project te zien groeien van iets van ons twee, naar iets van ons en Dries en Gilles naar nog veel meer mensen.
Jonas: Het feit dat we dat mee begeleid hebben tot aan het einde nu is achteraf gezien een heel goede beslissing geweest. Malin-Sarah Gozin heeft dat ook gedaan bij Tabula Rasa, je merkt wel dat het een manier van werken is die meer en meer ingang vindt en die ook zijn vruchten afwerpt.
Minder ervaring, meer goesting
Ik heb ook al met Dries Vos en Gilles Coulier, de regisseurs, gepraat. Dries wist heel goed hoe jullie bij hem terecht gekomen waren – via De Biker Boys dat hij geregisseerd heeft en dan Bart De Pauw die jullie in contact heeft gebracht -, Gilles zei “Dat weet ik eigenlijk niet, dat moet je eens aan Julie en Jonas zelf vragen.” Bij deze.
Jonas: (lacht) Wel grappig dat hij dat zei.
Julie: We hebben Gilles zijn kortfilms gezien en we hadden al horen waaien dat daar talent zat. Dan zijn we met Gilles gaan praten en dat klikte heel goed. Hij had toen Bevergem al gedraaid, maar dat was nog niet uitgezonden en we hadden daar ook nog niks van gezien. Dus onze keuze is gebaseerd op de kortfilms en op de gesprekken. En toen we Bevergem dan zagen waren we wel blij, want dat mag dan wel een humoristische reeks zijn, visueel is die ook heel onderscheidend.
Dries zei ook zelf dat een reeks als deze een heel nieuw gegeven voor hem is. Jullie hebben hem vertrouwen geschonken, hoe wisten jullie dat hij de juiste man voor de job was?
Jonas: Dries was ons aangeraden door verschillende mensen die al met hem samengewerkt hebben. Op een bepaald moment hebben we ons buikgevoel gevolgd, ook op basis van de drive die Dries had. Als je kan kiezen tussen iemand die al 20 dramareeksen heeft geregisseerd en deze er ook wel even zal bijnemen of iemand met minder ervaring die zich echt wil smijten, dan kiezen we voor diegene met minder ervaring en meer goesting. Het is de goeie beslissing gebleken.
Julie, jij hebt een Master in de Biomedische Wetenschappen. Je bent toch ook erg van je pad afgedwaald nadien.
Julie: Ik heb dat diploma gehaald met veel hard werk, maar het vak heeft me eigenlijk nooit echt geïnteresseerd. Ik heb dat diploma behaald en vervolgens heb ik het in een kast gestopt met het plan om er nooit iets mee te gaan doen. (lacht) Ik ben dan beginnen zoeken en ik werd toegelaten bij Woestijnvis om daar stage te komen doen. Nadien ben ik dan nog bij een productiehuis gaan werken, Arendsoog, als videoreporter en dan heb ik veel stukken gemaakt voor Belga. Dat heb ik drie jaar gedaan. Zo heb ik mijn technische bagage opgedaan en dan pas ben ik teruggegaan naar Woestijnvis om er dingen te maken voor Man Bijt Hond en later ook De Ideale Wereld.
Ik blijf hier met lof gooien, want ook de cast is heel evenwichtig. Het is een mix van bekende namen die niet té bekend zijn en nieuw talent.
Jonas: Dat is een lange zoektocht geweest samen met de regisseurs en met Michiel Devlieger. Je reeks kan staan of vallen met je cast. We zitten niet met één hoofdpersonage en al de rest die daaromheen draait. Het is echt een ensemble cast: een grote groep mensen die in de periferie van die gijzeling een rol te vervullen hebben. Dat totaalplaatje moet kloppen en ik ben ook wel erg fier op het resultaat.
Julie: Het is geen evident proces geweest, want er zijn ook veel acteurs, maar soms was het ook meteen duidelijk. Toen Sofie Decleir en Johan Van Assche – die Vos en Ivo spelen, belangrijke rollen – auditie kwamen doen waren wij muisstil. We keken naar elkaar en we wisten “Dit klopt.” Hetzelfde voor bijvoorbeeld Katelijne Verbeke en Bob Snijers die een koppel spelen. Dat was heel grappig, daar zijn we allemaal beginnen lachen.
“Waar is mijn gsm-lader?”
Anders dan in de meeste reeksen worden de functionele dialogen ook afgewisseld met heel natuurlijke dialogen, zoals “Hebt ge mijn blauw hemd gezien?” of “Waar is mijn gsm-lader?” Hele gewone dingen. Dat maakte het geheel wel herkenbaar.
Julie: Het doet me echt plezier dat je dat aanhaalt. Een mens blijft een mens en een mens is een groot deel van zijn leven bezig met heel dagdagelijkse banale dingen. Het gaat over iets heel groot – de gijzeling – maar we hebben ook de normale kleinmenselijkheid willen tonen.
Jonas: Voor we fictie gingen maken wilden we de realiteit goed kennen. We zijn dus vooraf research gaan doen, met onderhandelaars gaan babbelen, met de politiemensen. Dat is belangrijk. Als we dat niet gedaan hadden zouden we vanuit ons referentiekader van andere films die we al gezien hadden beginnen schrijven zijn. Maar dat zijn Hollywooddingen. Die kleine dialoogjes die je nu aanhaalt hebben we er bewust in gestopt omdat je moet geloven dat heel De Dag, heel de gijzelingssituatie, om je eigen hoek zou kunnen voorkomen. Iemand die komt vragen “Heb je mijn lader gezien?” helpt het verhaal niet vooruit, maar helpt wel in die herkenning, in die naturel.
Ik vermoed dat eerst het idee gekomen is dat jullie iets wilden maken vanuit verschillende vertelstandpunten en dat nadien het idee van een gijzeling gekomen is en niet andersom. En waarom in godsnaam een bankoverval?
Julie: Acht jaar geleden zijn we echt over het concept beginnen praten en hebben we ook besloten dat we het samen gingen schrijven. Jonas zei dan dat we een “inciting incident” nodig hadden, dat is een scenaristenterm voor iets waar het allemaal om draait. En dat is dan de gijzelingssituatie geworden. De bank is pas later gekomen en we beseffen dat dat raar klinkt anno 2018, maar de plaats heeft nog wel zijn functie in het verdere verhaal.
Jonas: Een gijzeling is per definitie spannend: er staan levens op het spel vanaf het begin. Er is ook een afloop dus van begin tot einde creëer je een spanning die je niet meer loslaat. En de bank was een handig vehikel om een binnen-buiten-dynamiek te krijgen.
Twee keer zenuwachtig
De Dag is natuurlijk wel helemaal bovenaan beginnen. Een grote reeks met een grote cast en een ingewikkelde structuur. Hoe ambitieus zijn jullie?
Julie: Heel. (lacht) Ik durf dat wel zeggen, ja. We hebben meteen hoog willen mikken. We hebben iets willen maken dat iets verder gaat dan de meeste andere dingen die we al gezien hebben. Dat gezegd zijnde: wij hebben nooit gekozen voor die stempel “ongeziene televisie”. (lacht)
Jonas: John Porter was al in superlatieven aan het spreken toen we nog moesten beginnen draaien. Wij gaan op voorhand niet hoog van de toren blazen. We vertrekken eerder van “Hier is de reeks en we hopen dat jullie ze goed gaan vinden.”
De Dag zit eerst achter een betaalmuur en wordt pas later dit jaar op VIER uitgezonden. Je gaat dus twee keer reacties krijgen. Ga je ook twee keer zenuwachtig zijn?
Jonas: Zeer zeker. (lacht) Ongetwijfeld zelfs. In eerste instantie zal de reeks niet te zien zijn voor een supergroot publiek, maar bij Telenet kan je wel de twaalf afleveringen na elkaar bekijken en daar leent het zich wel toe, denk ik. Maar ik ga evenzeer zenuwachtig zijn als de reeks start op VIER, ja.
Julie: Daar kan ik me alleen nog maar bij aansluiten.
Vanaf maandag 26 maart staat het volledige seizoen van De Dag in Play More in de TV-theek. Pas later op het jaar wordt de serie door VIER uitgezonden.