De rechtbank, bestaande uit drie rechters, somde in haar dinsdag gepubliceerde vonnis verschillende inbreuken op de regels op, waaronder het niet wonen in Ecuador en het niet betalen van vergoedingen. De rechtbank zei ook dat ambtenaren van het ministerie een “onbehoorlijk en illegaal” sollicitatiegesprek hebben gevoerd om hem het staatsburgerschap te verlenen, schrijft persbureau Bloomberg.

Carlos Poveda, de Ecuadoriaanse advocaat van Assange, antwoordde op schriftelijke vragen dat hij een verzoek tot nietigverklaring van het besluit zou indienen.

Doodstraf

In 2010 vaardigde Zweden een arrestatiebevel uit voor Assange betreffende een zaak van seksueel misbruik, dat het uiteindelijk in 2019 lieten vallen. Om uitlevering te voorkomen vluchtte hij naar een Londens appartement waar de ambassade van Ecuador in het Verenigd Koninkrijk was gehuisvest. Ecuador verleende hem asiel op basis van het risico dat uitlevering aan Zweden gevolgd zou kunnen worden door uitlevering aan de VS, waar hij naar eigen zeggen te maken zou kunnen krijgen met politieke vervolging en zelfs de doodstraf.

In 2018 verkreeg hij het staatsburgerschap door naturalisatie van Ecuadors minister van Buitenlandse Zaken Maria Fernanda Espinosa in een mislukte poging om de impasse op te lossen door hem als Ecuadoraans diplomaat naar Moskou te verplaatsen. Maar in 2019 trok Ecuador zijn asielstatus in en stond het toe dat hij werd gearresteerd.

Volgens de immigratiewet die op dat moment van kracht was, schortte het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn staatsburgerschap op, maar moest het een bevestiging van de rechtbank vragen om het te kunnen intrekken.

Beschuldigingen verzonnen

Een paar weken geleden kwam aan het licht dat een voormalig Wikileaks-medewerker een groot deel van de beschuldigingen in de aanklacht tegen Assange had verzonnen. De ex-medewerker zei dat Assange hem nooit de opdracht heeft gegeven om een hack uit te voeren – wat de Australiër nochtans aangewreven wordt.

(tb)