De Koninklijke Belgische Voetbalbond staat nog steeds 100 procent achter bondscoach Roberto Martinez. Dat heeft CEO Peter Bossaert gezegd als reactie op de aanzwellende kritiek na de dubbele nederlaag van de Rode Duivels tijdens de Final Four van de Nations League.
De zogenaamde ‘gouden generatie’ van de Belgische nationale voetbalploeg komt stilaan in zijn nadagen. In tegenstelling tot wat velen gehoopt hadden, zijn de Rode Duivels er de voorbije jaren niet in geslaagd om een prijs te pakken. Ook de UEFA Nations League vorige week draaide uit op een ontgoocheling. Voor het eerst in vijf jaar onder Roberto Martinez verloor België zelfs twee interlands op een rij. Daardoor nam de kritiek op de bondscoach toe en dook hier en daar de vraag op om Martinez nog voor het WK in 2022 te vervangen.
“Een teleurstelling, dat geef ik grif toe”, zegt Peter Bossaert, CEO van de voetbalbond, in Het Nieuwsblad als reactie op de vierde plaats van België op de Nations League. “Ik denk dan vooral aan die eerste wedstrijd tegen Frankrijk. Het verlies tegen Italië wil ik relativeren, want dat was een veredelde oefenwedstrijd. Maar tegen Frankrijk zagen we de beste helft sinds heel lang én de slechtste helft. Hoe dat kon gebeuren zullen we natuurlijk bespreken en analyseren.”
“Juiste man op de juiste plaats”
Wanneer en door wie die analyse zal gebeuren, is op dit moment wel nog onduidelijk. “Bij interlandvoetbal heb je wat meer tijd dan bij een club, waar enkele dagen later alweer een nieuwe wedstrijd volgt. De WK-kwalificatie mogen we ook niet uit het oog verliezen. Maar we moeten kritisch zijn en tegelijk het hoofd koel houden. Ik ga me daarbij zeker laten adviseren, maar namen zal ik er nu niet opplakken. Geen commissie of comité. Het moeten ook niet té veel mensen zijn, anders zijn er te veel verschillende meningen. Dat merk je ook nu al in de vele analyses die zijn gemaakt. Maar voor alle duidelijkheid: Roberto Martinez is nog altijd de juiste man op de juiste plaats. We staan honderd procent achter hem. Maar we moeten hier lessen uit trekken. Dat zijn we aan onszelf verplicht”, besluit Bossaert.