Laatste nummer dat Chris Cornell zong was In My Time of Dying. Een paar uur later was hij dood

Chris Cornell is op 52-jarige leeftijd overleden. De zanger van Soundgarden en Audioslave, maar ook de drijvende kracht achter Temple of the Dog, het project waar Pearl Jam zou uit voortkomen, was jarenlang zwaar verslaafd aan drugs en alcohol, maar hij naar eigen zeggen al jaren clean. Zijn dood komt dan ook onverwacht.

Chris Cornell overleed in Detroit. Een paar uur eerder had hij met Soundgarden nog een set met 20 songs gespeeld in het Fox Theatre daar. Het laatste nummer dat hij ooit zong was morbide genoeg Slaves & Bulldozers, een song die Cornell live in de twee laatste minuten eindigt met de tekst van “In my time of dying” van Blind Willie Johnson. En dat gaat zo: “In my time of dying, I want nobody to mourn/All I want for you to do is take my body home”.

Twee uur later was Cornell dood. Volgens een verklaring van zijn zaakwaarnemer Brian Bumbery is de doodsoorzaak niet bekend. Volgens Bumbery was het overlijden “plots en onverwacht”. De familie heeft gevraagd om de privacy te respecteren. Er wordt medisch onderzoek gedaan om de doodsoorzaak te achterhalen.

Mister grunge

Cornell werd wereldberoemd als zanger van de Amerikaanse rockformatie Soundgarden en speelde later in de band Audioslave, met leden van Rage Against The Machine. Hij was ook de drijvende kracht achter Temple of the Dog, dat één plaat maakte, maar uit dat project zou Pearl Jam ontstaan. Cornell kan wel degelijk beschouwd worden als één van de grondleggers van de Seattle Sound en de grunge, de muziekbeweging die in de late jaren tachtig ontstond in Seattle.

Grunge kwam voort uit de noise rock en alternatieve rock en koppelt de strakke eenvoud van de punk en indierock aan het overstuurde gitaargeluid van de heavy metal. Soundgarden was één van de oorspronkelijke bands die grunge creëerden. Hoewel de band jaren eerder begon en vergeleken met tijdgenoten meer gelijkenissen heeft met bands als Black Sabbath en Led Zeppelin, wordt het geesteskind van Cornell beschouwd als een van de grote vier grungebands van de jaren negentig, samen met Alice in Chains, Nirvana en Pearl Jam.

Black Hole Sun

Soundgardens grootste succes was het album Superunknown uit 1994, waarvan de singles “Black Hole Sun” en “Spoonman” beiden bekroond werden met een Grammy Award. In 1997 ging de groep uit elkaar vanwege artistieke meningsverschillen. De bandleden hielden zich enkele jaren met andere projecten bezig tot zij herenigden in 2010. Twee jaar later werd de reünie bezegeld met het uitbrengen van King Animal, de bands zesde studioalbum.

Wereldwijd heeft Soundgarden meer dan twintig miljoen platen verkocht. Als soloartiest heeft Cornell vijf studioalbums uitgebracht: Euphoria Morning (1999), Carry On (2007), Scream (2009), Songbook (2011) en Higher Truth (2015). Lezers van het Amerikaanse muziektijdschrift Guitar World riepen hem uit tot de grootste rockzanger ooit en hij werd gerangschikt als vierde in de lijst Heavy Metal’s All-Time Top 100 Vocalists van Hit Parader en negende in de verkiezing voor beste leadzanger aller tijden van Rolling Stone.

Drie kinderen en een restaurant in Parijs

Cornell had een restaurant in Parijs (Black Calavados) en hij hield van snowboarden en mountainbiken in zijn vrije tijd. Hij was een fervent lezer van boeken over filosofie en Oosterse culturen.

Cornell laat twee dochters en een zoon achter. Lillian Jean (16) komt uit zijn eerste huwelijk met Susan Silver, die de manager was van Alice in Chains en Soundgarden en met wie hij in een jarenlange vechtscheiding belandde.

Hij hertrouwde met Vicky Karayiannis, een in Parijs wonende Amerikaanse uitgeefster. Samen kregen ze een dochter, Toni (12), en een zoon, Christopher Nicholas (11). Cornell bekeerde zich ook tot het Grieksorthodoxe geloof.

Hij worstelde naar eigen zeggen heel zijn jonge leven met verslavingen aan pillen, drank en drugs. Maar hij was ondertussen al wel bijna 10 jaar clean.

Meer
Lees meer...