Laus Latiniae: waarom het fantastisch is om Latijn te studeren

Muze, bezing me het lot van de goddelijke moeder der talen. Verhaal me over de luisterrijke taal van mythische gladiatoren en tirannieke keizers. Ooit was zij de geliefkoosde taal van ketter en kerkvorst. De plichtbewuste Aeneas gaf haar een verleden, keizers maakten haar groot en de kerk bood haar een toekomst. Invallen van barbaarse Germanen lieten haar impressionante rijk als een kaartenhuis ineenstorten. Nu is ook zij op sterven na dood. Geplaagd door de aanvallen van wetenschappers en politici staat haar toekomst steeds vaker op wankele pootjes.

Latijn, de taal van Caesar, Vergilius of Cicero, is voor velen al lange tijd dood. Verloren gegaan bij de ondergang van haar immense rijk zo’n 1500 jaar geleden. Ze leefde voort als taal van de clerus, de priestergarde die de top van de middeleeuwse hiërarchie bekleedde. De modale middeleeuwse boer sprak geen letter Latijn, maar toch overleefde de taal de ‘donkere middeleeuwen’. In de renaissance barstte de taal opnieuw uit haar voegen. Humanistische schrijvers als Erasmus en Thomas More, of beter gezegd Thomas Morus, maakten dankbaar gebruik van de glansrijke taal. Tot de opmars van de volkstaal die plannen grondig wijzigde. Latijn werd de taal die op universiteiten en scholen werd onderwezen. Latijn werd de taal van het Vaticaan. Latijn werd de taal van het verleden.

Wetenschap

Toch is Latijn nog steeds niet definitief onder het puin begraven. Jaarlijks vatten duizenden Vlaamse 12-jarigen met veel moed de studie Latijn aan. Met veel moed. Niet omdat de studie een groot struikelblok vormt, maar omdat die leerlingen steeds geconfronteerd worden met de smalende blik van anderen. Waarom zou je immers uren spenderen aan het leren van een ‘dode’ taal? Waarom gebruik je die nuttige tijd niet om extra wiskunde oefeningen te maken? Waarom besteed je geen extra tijd aan de studie van technologie of wetenschap. Studies die veel nuttiger schijnen, althans in de ogen van vele mensen in onze pragmatische maatschappij. Technologie, wiskunde, chemie of eender welke andere wetenschap zijn een meerwaarde voor onze maatschappij. Dat valt niet te ontkennen.

Wetenschappen zorgen ervoor dat we met z’n allen 100 worden, of toch bijna. Ze reduceren de kindersterfte en verhogen het bruto nationaal product. Ze bieden meer kans op een job en die jobzekerheid neemt elk jaar toe. Een aspect dat men in tijden van crisis niet uit het oog mag verliezen. Kiezen voor wetenschap is kiezen voor een toekomst. Kiezen voor taal echter is kiezen voor een ritje naar de afgrond!?

Toch zien de meesten van ons vaak ook voordelen in de studie van een taal, of toch in die van enkele talen. Een pragmatisch nut. Talen zorgen er immers voor dat er communicatie mogelijk is tussen de verschillende mogendheden. Engels, de huidige lingua franca, wordt alom geprezen. Wie geen kennis heeft van het Engels komt niet aan de bak. Engels vormt de taal van het internet, de internationale handel en politiek, de wetenschappen,….

Dat nut heeft een taal die niet meer actief gesproken wordt niet. Na 6 jaar studeren kan je inderdaad geen brood in het Latijn bestellen. Een vaardigheid die je overigens nergens ter wereld zou kunnen etaleren. “Latijn helpt je bij het studeren van Romaanse talen”, is een vaak gehoord argument van leerlingen Latijn. “Waarom leer je in die tijd dan niet de actief gesproken taal” vormt het tegenargument. Een tegenargument waar men niet veel kan tegenin brengen. Toch loont het de moeite deze taal te lezen, te bestuderen en over te leveren.

Als een puzzel

Kiezen voor taal betekent evenzeer kiezen voor schoonheid, passie en emotie. Latijn draait om het overbrengen van een gevoel. Het gevoel dat auteurs zo’n 2.000 jaar geleden plachten over te dragen. Het is fantastisch teksten te lezen van auteurs die in een volledig verschillende tijd leefden, in een volledig verschillende maatschappij en in een volledig verschillende context. Het is fantastisch te merken dat ook zij dezelfde universele thema’s probeerden aan te kaarten.

Latijn helpt je om de cultuur van een legendarische beschaving op te snuiven. Hun geschiedenis, hun goden en hun levensstijl. Een levensstijl die niet alleen bestaat uit gladiatoren, thermen en legerlinies. Latijn sprokkelt dat tikkeltje fantasie binnen in onze huidige mathematische wereld. Het helpt je ontsnappen aan de dagelijkse sleur van bewijzen en berekenen. Het helpt je wegdromen naar een mythische tijd waarin de goden de mensen en de wereld domineerden. Een tijd waarin mensen onderhevig waren aan de grillen van de goden. Een tijd vol spanning en avontuur.

Het lezen van Latijnse zinnen is als het maken van een puzzel. De puzzelstukjes sorteren en zo op zoek gaan naar een prachtig resultaat. De dubbele bodems en de muzikaliteit van het originele werk trachten te achterhalen. Verder kijken dan wat er staat. Verder zoeken naar de ideeën die de auteur probeert over te brengen. Lyriek en geschiedschrijving. Proza en filosofische essays. De Latijnse literatuur bevat zo veel verschillende werken, thema’s en stijlen. Eén kenmerk hebben ze alvast gemeen: het loont de moeite die teksten te lezen en te leren.

Politici maken nog steeds dankbaar gebruik van de vele retorische middeltjes die door Cicero gehanteerd werden. Redevoeringen van advocaten bestaan nog steeds uit dezelfde opbouw. Ook gewone mensen maken, al dan niet bewust, gebruik van retoriek. Dagelijks gebruiken we dergelijke redevoeringen om onze ideeën in een maatschappij van vrije meningsuiting te ventileren. Retorische middeltjes die je in de Latijnse lessen uitvoerig bespreekt. Toch wordt het nut van Latijn door politici vaak ondermijnt. Ze vergeten echter dat de politiek zonder de middeltjes van deze prachtige taal aan het einde van haar Latijn zou zijn.

Een lofrede op mijn studie. Een lofrede op Latijn. Een lofrede op de taal. Hoe lang nog zullen jullie deze fantastische taal aanvallen, politici en wetenschappers? 6 jaar latijn is geen verspilling. 6 jaar Latijn is fantastisch. Deze taal sterft nooit uit. Daar moeten wij voor zorgen.