Asielzoekers, het is een onderwerp waar iedereen tegenwoordig wel een mening over heeft. Zijn ze een last of een zegen? Moeten we ze een schop onder hun kont geven en zo snel mogelijk weer huiswaarts sturen of moeten we ze een nieuwe thuis geven? En: wie vangt er hoeveel op? In 2003 schreef Dimitri Verhulst Problemski Hotel, een boek waarin asielzoeker Bipul het leven in een opvangcentrum observeert. Manu Riche – gerenommeerd documentairemaker – heeft van dat boek zijn eerste fictiefilm gemaakt.
We gingen met beide heren rond de tafel zitten, want Dimitri Verhulst – die zelf niet zo lang geleden zijn nieuwe boek Bloedboek heeft uitgebracht – zet ook zijn schouders onder de promotie van deze film.
Dimitri Verhulst: Voor alle duidelijkheid: met het productieproces heb ik me niet gemoeid, maar als mijn aanwezigheid hier voor extra publiciteit kan zorgen voor de film dan wil ik dat graag doen. Simpelweg omdat ik Problemski Hotel een erg goeie film vind.
Je bent nu een auteur die voor de tweede keer verfilmd is. Dat kunnen niet veel auteurs in Vlaanderen zeggen.
Verhulst: Ik zou me daarvoor moeten schamen. Hugo Claus heeft eens gezegd dat alleen slechte boeken verfilmd worden. Dan laat ik wel even in het midden dat hij ook zijn rechten van Het Verdriet Van België verkocht heeft.
Strontboeken
Ik zou willen beginnen met een citaat uit Bloedboek, de herinterpretatie van de eerste vijf boeken van de Bijbel die je geschreven hebt: “Werken was een plezier, gewerkt hebben nog plezieriger. En Hij zette zich te niksen op Zijn luie krent en keek volkomen zelfconcent op Zijn fabricaten neer.” Is dat iets dat jullie ook kunnen, genieten van iets dat jullie gemaakt hebben? Kijken en denken ‘Dat heb ik verdorie toch goed gedaan!’
Manu Riche: Dat gevoel ken ik eigenlijk niet. Goed, op een bepaalde manier zijn wij ook scheppers – Dimitri in boeken, ik in films – maar ik ben God niet en ik beschouw mijn films ook niet als godsvruchten. Als ik een film klaar heb, dan heb ik daar uiteraard een bepaald gevoel bij, maar ik hoop dan eigenlijk vooral dat mijn films vragen opwerpen.
Verhulst: Ik beleef eigenlijk al plezier aan mijn werk terwijl ik werk. Als ik werk, voel ik me goed. Feit is dat ik me met het schrijven van Bloedboek ontzettend heb geamuseerd en dat ik hoop dat ik dat gevoel kan overbrengen bij de lezer. Anderzijds ben ik ook niet te beroerd om terug te kijken en te constateren dat een bepaald boek niet goed was. Wat ik heb uitgebracht, gaat niet meer weg. Maar goed, die ruimte moet je krijgen als creatieve geest, vind ik. Ik heb Louis Paul Boon heel hoog zitten, maar ook hij heeft strontboeken geschreven. Ik denk graag dat zelfs de minder goeie boeken een functie hebben binnen een oeuvre. Dat je dan al onderweg bent naar een volgend boek, dat deze tussenstop noodzakelijk was om tot een volgende te raken.
Je hebt dat eens over je eigen boek De intrede van Christus in Brussel gezegd, dat je dat achteraf bekeken eigenlijk maar niets vond.
Verhulst: Klopt, maar ik ben daarover ook weer van mening aan het veranderen. De intrede is het enige boek dat ik nog herlees omdat ik erover blijf twijfelen, maar de laatste tijd ben ik weer van mening aan het veranderen en zie ik toch dat er meer inzat dan waar ik mezelf krediet voor wilde geven.
Groots en oncontroleerbaar
Manu, met Problemski Hotel heb je je eerste fictiefilm gemaakt. Voorheen heb je documentaires gemaakt over heel verscheidene onderwerpen, van de uitvinding van de atoombom (Snake Dance, 2012) tot Tom Barman bij dEUS (Tempo Of A Restless Soul, 2009). Zie jij een lijn in die keuze van die onderwerpen?
Riche: Qua aanpak was het deze keer inderdaad anders, organisatorisch en productioneel was de aanloop anders en de ploeg waar ik mee werkte was ook groter. Anderzijds heb ik me ook omringd met mensen die ik kon vertrouwen. De cameraman, de monteur: allemaal mensen waar ik al heel lang mee samenwerk. En zie ik een lijn in mijn onderwerpen? Eigenlijk wel. Of je dEUS daar nu bij moet rekenen is een beetje een vraagteken, maar ik denk dat ik achteraf bekeken dingen maak over grootse en daardoor oncontroleerbare dingen. Over mensen die beslissingen nemen en daardoor invloed hebben op andere mensen. Over de organisatie van de macht. Het blijft toch absurd om te bedenken dat met de atoombom de mensheid zijn eigen zelfmoord heeft bedacht. Of: dat er mensen zijn die mogen beslissen of ze mensen op de vlucht al dan niet in hun land willen.
Is Problemski Hotel een bewuste keuze of is het je komen aanwaaien?
Riche: Het was zeker en vast een bewuste keuze. Ik had het boek gelezen en ik vond het goed. Het leek ook onverfilmbaar, wat een uitdaging was, en tegelijkertijd prikkelde het mijn interesse als documentairemaker. De kijk van Dimitri in dit boek vind ik uniek, je voelt dat Dimitri in 2003 al gevoeld heeft wat het zou kunnen worden, die hele vluchtelingenproblematiek.
Verhulst: Mooie woorden, maar ik vrees wel dat ik ze ga moeten tegenspreken. Ik voelde niet aan wat het zou kunnen worden. De harde realiteit is dat het al heel lang erg is: tien jaar geleden was het ook al erg en verzopen er ook al massaal vluchtelingen op zee. Tien jaar daarvoor ook al. En binnen tien jaar zal dat nog zo zijn. Het enige dat er nu veranderd is, is dat de pers interesse in de problematiek heeft gekregen en we weten allemaal dat iets maar actueel is van zodra en zolang het in de pers komt.
Riche: Van aan het einde van de Tweede Wereldoorlog tot aan het einde van de Koude Oorlog hebben we hier in Europa in een heel comfortabele positie gezeten, een beetje blind voor de miserie in de rest van de wereld. Dat is nu voorbij en ik denk dat het vooral dat is wat ons nu angst aanjaagt.
Een akkoordje met Poetin
Nu komen we op gevoelig terrein, maar wat vinden jullie van het “Zolang-het-maar-niet-bij-ons-is”-solidariteitsgevoel in Europa?
Riche: We zijn verbijsterd door het immense aantal en ik begrijp dat, maar dat mag geen excuus zijn. Natuurlijk moeten we die mensen ondersteunen: die zijn op vlucht voor oorlog. Als de wil er is, dan kunnen we dat, daar ben ik zeker van.
Verhulst: Ik ga hier passen, ik had me voorgenomen om me niet te laten verleiden tot politieke uitspraken. Kijk, zowel in het boek als in de film wordt er geobserveerd. Er wordt geen oordeel in geveld en er wordt al helemaal geen oplossing in aangereikt, omdat we die zelf ook niet kennen. Als ik dat nu allemaal wel ga doen, dan heb ik het gevoel dat ik onrecht doe aan het boek en de film.
Het boek dateert al van 2003 en toch lijken zowel het boek als de film op geen beter moment in de schijnwerpers komen te staan. Een cynische gedachte, ik weet het.
Verhulst: We hebben het zo georganiseerd. Het op een akkoordje gooien met Poetin was niet zo moeilijk. (lacht)
Riche: Het is inderdaad nogal een cynische gedachte, maar we kunnen er ook niet aan doen. Vier jaar geleden zijn we aan het scenario beginnen werken. Dus het zal inderdaad Poetin geweest zijn. (lacht)
Manu, er zit toch nog een beetje documentaire in de film hé. Regelmatig wordt het verhaal onderbroken door shots van lege en verwaarloosde kamers.
Riche: Klopt, maar het zijn geen shots. Het zijn foto’s van de Nederlandse fotograaf Eddo Hartmann. Ik wilde ze laten fungeren als documenten van Bipul, want wie het boek heeft gelezen weet dat Bipul fotograaf is. Het paste erbij.
Nog een laatste vraagje: kerst is net gepasseerd en toch baadt de film in de kerstsfeer. Er is een running gag met een kerstboom én een kerstkind. Was het niet beter geweest om de film een beetje eerder uit te brengen?
Riche: Het leek me inderdaad wel iets om de film op een ironische manier als kerstfilm te promoten, maar de distributeur heeft de film voor januari ingepland. Ieder heeft zijn taak en ik vertrouw erop dat zij goed zijn in wat ze doen. De film moet daardoor in ieder geval niets aan waarde inboeten.