Het Belgische bedrijf New Fusion gaat chips in de handen van werknemers planten, waarmee ze ondermeer deuren kunnen openen en informatie kunnen uitwisselen. Echt nieuw blijkt dat niet te zijn. En er bestaat een hoop discussie over. Onder meer over de veiligheid van die dingen.
Een microchip-implantaat is gebaseerd op radio frequency identification (RFID). Hij wordt verpakt in een omhulsel van silicaatglas. Echt nieuw is het niet. Het vroegst bekende experiment met een RFID-implantaat werd uitgevoerd in 1998 door de Britse wetenschapper Kevin Warwick. Bij wijze van proef werd zijn implantaat gebruikt om deuren te openen en lampen aan te doen. Dat implantaat kan je trouwens zien in het Science Museum in Londen.
In 2002 ontving de VeriChip Corporation toestemming van de United States Food and Drug Administration (FDA) om een chip op de markt te brengen in de Verenigde Staten, maar wel binnen specifieke richtlijnen.
Met die chip, gekoppeld aan een database met de medische gegevens van de patiënt te implanteren, kunnen ziekenhuizen en hulpverleners direct toegang verkrijgen tot de medische geschiedenis van een ziek of gewond iemand, wat kan bijdragen aan de overlevingskansen van die patiënt.
Sinds de volledige goedkeuring in 2004 hebben ongeveer tachtig ziekenhuizen en 232 artsen in de Verenigde Staten ervoor gekozen om het systeem te gebruiken.
Ondertussen is het vooral iets voor geeks en hobbyisten geworden. Wereldwijd hebben alle duizenden mensen chips in hun handen. Echt super zinvolle dingen doen ze daar niet mee. Het interessantste geval dat we hoorden was eentje die z’n fietsslot had gekoppeld aan de chip.
Het grootste probleem
Het grootste probleem met chips die onderhuids zijn aangebracht is eigenlijk hetzelfde als met andere chips: beveiliging. Ook deze chips kunnen gehackt worden. Door ongeoorloofd scannen zou iemand de informatie die is opgeslagen in de chip kunnen stelen en kopiëren. Er circuleren berichten over hoe hackers met zo’n chip in de hand een smartphone met malware zouden kunnen besmetten. Maar vooralsnog is daar geen enkel bewijs van.
Volgens de FDA kan ook de plaatsing van de chip zelf gezondheidsrisico’s opleveren. Een patiënt zou afstotingsreacties tegen de chip kunnen krijgen in de vorm van een infectie of allergische reactie, de chip kan verkeerd worden ingebracht, hij zou los kunnen raken en door het lichaam gaan zwerven en het implantaat zou stuk kunnen gaan waarbij de opgeslagen informatie verloren raakt.
Nog ernstigere schade zou kunnen ontstaan wanneer de chip reageert met een bron van buitenaf, bijvoorbeeld een sterk magnetisch veld zoals een MRI-scanner. De sterke magneten die in deze apparaten gebruikt worden kunnen het implantaat vernietigen en ernstige brandwonden veroorzaken, zowel intern als extern.
Op Mythbusters hebben ze dat al eens getest. De conclusie was daar dat die kans klein is. Hun proefkonijn liet toen geen tekenen zien van pijn of wonden, maar werd daar bij opgemerkt: het hangt natuurlijk af van het type chip en hoe en waar die ingebracht is.
Gezond?
Veterinair en toxicologisch onderzoek dat uitgevoerd werd tussen 1996 en 2006 heeft aangetoond dat zich bij laboratoriumratten en -muizen die geïnjecteerd werden met microchips soms onderhuidse gezwellen vormden. Uit de gegevens blijkt dat tot 10% van de geïmplanteerde dieren kwaadaardige tumoren ontwikkelden in het weefsel rond de microchips.
Bij gechipte honden en katten is dat bijvoorbeeld nog niet bewezen, maar zeggen onderzoekers, er is eigenlijk niet genoeg data beschikbaar om daar conclusies te trekken.
Wat er met zo’n onderhuidse chip bij een mens allemaal kan, is overigens nog redelijk beperkt. Een chip met gps, om mensen via satelliet te volgen bijvoorbeeld, kan nog niet, want zo’n chip verbruikt bijvoorbeeld te veel energie en je zou dan ook al een batterij moeten gaan inplanteren. Ook een praktische neurologische interface is er nog niet.
De implantatie van microchips in mensen heeft al wel een hoop ethische discussies veroorzaakt. In 2007 publiceerde de raad voor ethische en justitiële zaken van de American Medical Association een rapport waarin gesteld werd dat geïmplanteerde chips een bedreiging vormen voor de privacy van mensen, omdat er geen zekerheid is dat de informatie op de chip op een degelijke manier beschermd wordt, en omdat er gezondheidsrisico’s zijn.
In de Verenigde Staten heeft, na Wisconsin en North Dakota de staat Californië ondertussen een wet aangenomen die werkgevers verbiedt om iemand te dwingen een RFID onder de huid aan te laten brengen.
Vrijwillig
Maar het Mechelse bedrijf New Fusion gaat het dus volgende week wel doen. Zes van de twaalf personeelsleden hebben zich hiervoor vrijwillig opgegeven.
Met de chip zullen ze bijvoorbeeld de deuren van het bedrijf kunnen openen. De chip met een lengte van 1 centimeter en een dikte van 1 millimeter wordt volgende week bij de eerste werknemers van het technologie- en marketingbedrijf New Fusion geplaatst.
Directeur Vincent Nys zegt dat het idee van één van de werknemers zelf komt. Die was op zoek naar een praktische manier “om te ontsnappen aan al die verschillende badges, toegangskaarten en scans”. Nys wil met deze zogeheten RFID-chips ook een statement maken, zegt hij. “Technologie maakt ons leven makkelijker. Je moet er niet bang voor zijn, maar het gewoon proberen. Digitalisering en vernieuwing zijn bovendien echt een must voor bedrijven.”
Opvallend is dat het alleen mannelijke werknemers zijn die zich willen laten chippen. “De dames vinden het nog eng. Heren vinden het spannend, science fiction-achtig”, volgens Nys. Misschien schrikt de manier van inbrengen ook wel wat af: met een dikke naald wordt de chip in de handpalm geduwd.
Betalen
Nys wil de chip niet alleen gebruiken voor het openen van deuren en uitwisselen van visitekaartjes. “Het is ook toepasbaar bij evenementen waar je dan binnen kunt komen met je chip, of handig om contactloos mee te betalen. We zijn al met een paar banken in gesprek.”
Volgens Nys moeten gebruikers niet bang te zijn dat hun chip gehackt wordt. “Informatie kan pas gelezen worden als je de chip op enkele centimeters van een smartphone of speciaal kastje houdt.” Om die reden kunnen werknemers ook niet door de baas gevolgd worden in hun pauzes of tijdens werkbezoeken.
Wie ontslagen wordt, of ergens anders gaat werken, kan de chip gewoon laten zitten. “We kunnen de chip deactiveren en een nieuwe werkgever kan ‘m eventueel weer activeren en informatie aanpassen.” Het ding moet zeker tien jaar lang kunnen blijven zitten.