In het kort
- 16,6 procent van de Europese jongeren is ontevreden over hun leven.
- Landen als Nederland, Finland en Denemarken hebben lagere niveaus van ontevredenheid onder tieners.
- Het Verenigd Koninkrijk scoort het hoogst wat betreft lage levenstevredenheid onder jongeren, met een aanzienlijke kloof tussen kansarme en kansrijke jongeren.
Ondanks de reputatie van Europa als welvarende regio, worden veel jongeren geconfronteerd met een zorgwekkende achteruitgang in welzijn en geestelijke gezondheid. Een recent rapport van The Children’s Society (via Euronews) werpt licht op deze kwestie en onthult grote verschillen in het geluk van kinderen op het hele continent.
Het rapport geeft aan dat gemiddeld één op de zes Europese jongeren (16,6 procent) ontevreden is met zijn of haar leven. Landen als Nederland, Finland en Denemarken laten lagere niveaus van ontevredenheid zien, met minder dan 15 procent. Daarentegen scoort het Verenigd Koninkrijk het hoogst als het gaat om lage levenstevredenheid onder jongeren, met 25,2 procent ontevredenheid, gevolgd door Polen en Malta. Cijfers van België zijn er niet.
Oorzaken van lage levenstevredenheid
Het rapport schrijft deze verschillen toe aan verschillende factoren. Hoewel geen enkele oorzaak de lage positie van het Verenigd Koninkrijk volledig verklaart, wijzen specifieke zwakke punten op elementen die bijdragen. Het Verenigd Koninkrijk vertoont ook een aanzienlijke kloof in levenstevredenheid tussen kansarme en kansrijke jongeren, wat suggereert dat sociaaleconomische ongelijkheid een rol speelt.
Wat de uitdagingen voor kinderen in het Verenigd Koninkrijk nog groter maakt, is het hoge percentage voedselarmoede in het land. 11 procent van de 15-jarigen geeft aan maaltijden over te slaan vanwege financiële beperkingen. De voortdurende kosten van levensonderhoud beperken de mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding, gezelligheid en gezinsuitstapjes nog verder. Veel gezinnen hebben moeite om zich vakanties, buitenschoolse activiteiten en zelfs feestelijkheden te veroorloven, waarbij 41 procent aangeeft in dit opzicht financiële beperkingen te hebben.