Sinds vorige maand zijn Instagram en Facebook niet langer beschikbaar in Rusland. Het land heeft die apps verboden omdat het Meta, het moederbedrijf boven die twee platforms, heeft bestempeld als een extremistische groepering.

De oorlog in Oekraïne heeft ook vergaande gevolgen voor internationale bedrijven die actief zijn in Rusland. Veel van die ondernemingen hebben hun Russische activiteiten volledig of tijdelijk gestaakt. Ook voor Meta gaat de oorlog gepaard met vergaande consequenties. Het bedrijf ligt sinds vorige maand op ramkoers met het Oost-Europese land.

Vrijheid van meningsuiting

Rusland was namelijk niet te spreken over het feit dat Facebook toeliet dat gebruikers bedreigingen uiten tegen Russische militairen in Oekraïne. Het socialemediaplatform deed dat om “de vrijheid van meningsuiting van de Oekraïense bevolking te beschermen.” “De burgers hebben het recht om kritiek te uiten op de invasie van Oekraïne”, liet Nick Clegg, die verantwoordelijk is voor de buitenlandse aangelegenheden van Meta, toen weten via Twitter.

Rusland daagde op zijn beurt Meta voor de rechter om het bedrijf te laten bestempelen als “extremistische organisatie.” Een Russische rechtbank oordeelde op 21 maart dat Meta zich wel degelijk schuldig had gemaakt aan “extremistische activiteiten”. Daardoor mag Meta niet langer als bedrijf opereren in Rusland, met vergaande gevolgen voor de gebruikers in het land. Zo hebben zij sinds de uitspraak van de rechter niet langer toegang tot Facebook en Instagram.

Meta gaat in beroep

Vreemd genoeg was de uitspraak niet van toepassing op WhatsApp, dat echter ook eigendom is van Meta. De rechtbank besloot de berichtendienst uit te sluiten “vanwege het gebrek aan functionaliteit voor de openbare verspreiding van informatie”.

Nu, bijna een maand later, gaat Meta in beroep tegen die uitspraak. Dat meldt het Russische persagentschap Interfax.

(lb)