Er werden vorig jaar voor het eerst meer kinderen geboren bij 35-plussers dan bij vrouwen tussen 20 en 25 jaar. Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van Kind & Gezin, waarover De Standaard vandaag bericht.

In het afgelopen jaar registreerde Kind & Gezin 68.135 geboortes: een daling van bijna 2 procent in vergelijking met vorig jaar én al de derde daling op rij. Nochtans zijn er in vergelijking met de vorige jaren niet minder vruchtbare vrouwen in ons land, integendeel zelfs: er waren zelfs meer vrouwen tussen 20 en 40 jaar dan in 2010.

Wat wél veranderd is, is dat er in die groep meer vrouwen zijn tussen 20 en 25 jaar. En dat zijn net de vrouwen die hun kinderwens uitstellen. Jonge twintigers studeren steeds langer, beginnen later aan een vaste relatie én dus ook aan kinderen. In 2013 werden per 100 vrouwen tussen 20 en 25 jaar dan ook amper 4,2 kinderen geboren. Voor het eerst minder dan bij de 35-plussers.

Economische crisis

Een bijkomende verklaring voor het uitstelgedrag is de economische crisis, die ook late twintigers hun kinderwens doet uitstellen. Hetzelfde is ook al een tijdje te zien in andere West-Europese landen én deed zich ook voor in de jaren 80.

Na de economische crisis van toen kwam er wel een boom, vanaf 2000. Toen begonnen zowel de uitstelmoeders van de jaren 80 als de jonge moeders aan kinderen. Dat lijkt nu niet het geval te zijn…