Samen met de cinema’s herleeft ook de Vlaamse film. De eerste die sinds de heropening in onze zalen binnenwaait heet Mijn Vader Is Een Saucisse. De film is beter dan de titel doet vermoeden: in deze debuutfilm van Anouk Fortunier speelt Johan Heldenbergh Paul, een kantoorklerk die besluit om zijn leven om te gooien en vol voor zijn droom te gaan: hij wil acteur worden.
Johan Heldenbergh: Eén van de redenen waarom ik dit wilde doen, is omdat dit een andere soort rol is dan die waarin mensen me doorgaans zien. Mensen die me kennen van theater weten wel dat ik lichtere rollen aan kan, maar om één of andere reden vragen ze me alleen maar voor films waarin ik de gepijnigde ziel mag spelen. (lacht)
En dit was iets geheel anders. Ik vind het een ideale film om nog eens met het hele gezin mee naar de cinema te trekken. Het is een mooie en grappige film en ook wel een film waar ik best trots op ben. De boodschap is prachtig: ga voor je dromen. Ga altijd voor je dromen.
Hoe is het als acteur om iemand te spelen die acteur wil worden? Dan moet je eigenlijk alles wat je al geleerd hebt in de duur van je carrière uitzetten.
Heldenbergh: Dat viel nog wel mee, want in mijn ogen had Paul geen onrealistische verwachtingen. Paul is acteur en nog een goed acteur ook. Op het einde van de film speelt hij ook een monoloog van Cyrano de Bergerac en ik heb die gewoon gespeeld zoals ik die zou spelen. Het is wel zo: ik heb al een hele weg afgelegd en ik weet bepaalde dingen en ik kan bepaalde dingen die Paul nog niet kan en nog niet weet, maar tegelijkertijd is die naïviteit die een acteur in het begin heeft heel erg mooi.
Volgens IMDb heb jij vroeger nog in Familie en in Wittekerke gespeeld. Het zijn beide dingen die ik in hun beginperiode gezien heb, maar ik kan me ’t me niet meer herinneren.
Heldenbergh: Ten tijde van Familie zat ik nog op de Studio Herman Teirlinck en ik betaalde m’n kot en m’n studies helemaal zelf. ’s Avonds werkte ik in cafés en restaurants om alles te kunnen bekostigen en toen kreeg ik een aanbieding van Familie. Het was de eerste aflevering en ik wist niet wat dat ging worden. Ik had het scenario gelezen en dat leek me behoorlijk, het deed me zowat denken aan Peyon Place– en Dallas-achtig. En het betaalde de rekening. Na zes weken heb ik wel gevraagd om me te laten sterven, want ik voelde: dit was niet wat ik wilde doen.
Vandaag zeg ik tegen alle jonge acteurs: door te spelen in Thuis of Familie ga je heel snel heel veel leren. Je gaat geen vijf opnames krijgen, het tempo ligt snel en het is goed om dat ook te kunnen. De keerkant is dat je in zo een setting ook nooit de kans gaat krijgen om eens een risico te nemen.
De 20-jarige Johan
Paul neemt wel een risico in zijn leven: als hij verkondigt dat hij acteur wil worden, wordt dat niet bepaald of veel enthousiasme onthaald. Er is weinig steun, zijn beslissing wordt op hoongelach onthaald en er wordt over “een bevlieging” en “een burn-out” gesproken. Hoe werd er bij jou gereageerd toen duidelijk werd dat je voor je acteercarrière zou gaan?
Heldenbergh: Ik was sowieso al niet de beste student, ben twee keer blijven zitten in m’n middelbaar. Ik had ook m’n legerdienst al gedaan en een nieuwe beslissing diende zich aan. Ik ging voor het toegangsexamen gaan, met als plan B: een studie journalistiek. Maar het was me redelijk duidelijk dat ik gewoon toegelaten moest worden in De Studio. Toen ik m’n moeder vertelde dat ik de volgende dag ingangsexamen ging doen voor een acteeropleiding zag je haar denken “Hij zal er toch niet door zijn.” (lachje)
Toen bleek dat ik er wel door was, was het meteen duidelijk dat m’n ouders mijn studie niet zouden kunnen betalen. Ik heb dan besloten om door te zetten en alles zelf te betalen. En daar teer ik nog steeds op. Nog steeds denk ik: “Je mag het nu niet laten hangen, want de 20-jarige Johan heeft hier veel te hard voor gewerkt.” Die gedachte sterkt me op de momenten dat ik het lastig heb met m’n beroep.
Wat maakt dat je telkens doorzet, ook al heb je het soms lastig met je beroep?
Heldenbergh: Dankbaarheid. Ik heb het mooiste beroep ter wereld. Het is ook het enige beroep waarbij ik niet in de goot terecht zou gekomen zijn. Ik heb zo’n laag zelfbeeld dat ik heel snel opgeef als ik niet gepassioneerd ben. Aan de andere kant: als ik wél passie voel kan ik gaan en blijven gaan voor een project. Ik weet dat ik moet blijven acteren, uit zelfzorg. Ik kan afgaan op toneel en denken “Dit is het mooiste dat ik ooit heb meegemaakt.” (lacht) Toneelspeler is voor mij de belangrijkste identiteit naast vader.
En dat is bij Paul ook zo, alleen heeft hij ergens een andere afslag genomen.
Heldenbergh: Klopt! Eigenlijk heeft Paul zijn eigen leven opgeofferd om te zorgen voor anderen. Hij heeft drie kinderen en hij heeft hen zekerheid willen bieden. Zijn vrouw is heel vaak weg, dat wil ook zeggen dat de zorg voor die kinderen grotendeels bij hem is komen te liggen. Onderschat Paul niet: meer nieuwe man vind je niet. En aan het begin van de film beslist hij om eindelijk eens te kiezen voor zichzelf.
Paul kiest door zijn leven om te gooien op een bepaalde manier voor financiële onzekerheid. Hij geeft in ieder geval zekerheid op. Tijdens het googelen kwam ik een interview tegen met jou waarvan de kop luidde: “Ik heb dingen gemaakt waar ik heel trots op ben, maar dat vertaalt zich niet in geld.” Paul heeft in het op de planken staan de echte waarde van het leven gevonden. Meer dan in bankzaken of pralines verkopen. Tegelijkertijd maak je als acteur ook deel uit van een industrie. Dat zakelijke aspect is nooit ver weg.
Heldenbergh: Na twee weken toneelschool was het me al heel duidelijk gemaakt: ik ga nooit een huis kunnen kopen. Kiezen voor acteren, is kiezen voor onzekerheid en banken vertrouwen je niet. Ik heb zwarte sneeuw gezien, maar zwarte sneeuw zien is niet erg als je weet waarvoor je ’t doet. Ik heb ook geleerd hoe heel zuinig te leven. Sinds The Broken Circle Breakdown is het makkelijker en krijg ik meer aanbiedingen. Ik zou vijf films per jaar kunnen doen en zo meer kunnen verdienen, maar ik kies ervoor om twee of drie films per jaar te doen en redelijk relaxed te leven. Ik werk om m’n huur te kunnen betalen en ik zorg ervoor dat ik m’n kinderen niets moet ontzeggen.
Wat is de impact van zo’n Oscarnominatie zoals bij The Broken Circle Breakdown?
Heldenbergh: Dat veel mensen je aan het werk zien. Die Oscarnominatie heeft The Broken Circle Breakdown een wereldwijde distributie opgeleverd. Dat wil zeggen dat regisseurs uit Frankrijk, Portugal, Bosnië en de Verenigde Staten je aan het werk zien. Als je dan nog zo’n prominente rol hebt als ik in die film én je film gaat ook nog eens over een universeel thema, dan voel je die impact. Mijn rol naast Jessica Chastain in The Zookeeper’s Wife was daar een rechtstreeks gevolg van. Zij had me gezien en zij wilde met mij werken. De impact van Quo vadis, Aida? – die ook voor een Oscar genomineerd werd – zal voor mij veel kleiner zijn omdat mijn rol in die film veel kleiner is. Maar in Frankrijk bijvoorbeeld heeft The Broken Circle Breakdown alle deuren voor mij geopend.
Droomrol in de film gesmokkeld
Paul onderschat het acteren wel wat in het begin. Daarna duikt hij er helemaal in. Is acteren iets dat je moet leren?
Heldenbergh: Ja, en bij voorkeur op een toneelschool. Een toneelschool is een beschermde omgeving, een werkplaats waar je de ruimte krijgt om te zoeken en te experimenteren. Je doet er veel ervaring op omdat je heel veel verschillende dingen heel snel na elkaar doet. Acteren is een beroepsopleiding, net als loodgieterij. En ook loodgieterij moet je leren: een loodgieter die zijn eerste wc maakt, is minder goed dan een loodgieter die er al 300 heeft gezet en daar bakken ervaring in heeft. De toneelschool is vier jaar ongestoorde ervaring.
Dat terzijde: geen enkele acteur ter wereld heeft het gevoel dat hij zijn vak beheerst. (lacht) Het is telkens opnieuw een gevecht tegen jezelf. Hard werken. Maar opnieuw zijn er wel dingen die erbij komen door ervaring. In het Nederlands zit ik niet meer mijn zinnen 100 keer te oefenen. Ik weet nu hoe ik zinnen moet plaatsen in het Nederlands. Voor een rol in het Frans is dat vertrouwen er nog niet. Ik ben niet Franstalig en ik moet dus eerst aan de taal werken voor ik over de intenties van het personage kan beginnen nadenken.
Paul heeft een duidelijke droomrol, heb jij die ook?
Heldenbergh: Ik heb mijn droomrol in de film gesmokkeld: het is die van Cyrano de Bergerac. De monoloog op het einde van de film heb ik uit het Frans vertaald. Ik ben nu zelf te oud voor die rol dus nu heb ik ‘m toch nog een beetje gespeeld. (lachje) Een advocaat zou ik ook graag spelen. Heel de film pleiten. Veel monologen. Heerlijk!
De sector komt stilaan terug op gang, maar hoe was het voor jou om tijdens de coronapandemie amper te kunnen werken?
Heldenbergh: Mijn werk is mijn motor. Ik vind het heel moeilijk om niet te werken. De eerste twee maanden lockdown in 2020 heb ik het heel moeilijk gehad. In 2020 heb ik sinds 13 maart maar zes dagen kunnen werken. Dat is financieel een behoorlijke aderlating, maar 2021 wordt stilaan beter. Ik heb net veertig draaidagen in Frankrijk gehad en drie weken draaien in Portgual. Sindsdien heb ik ook wat audities gedaan en wie weet levert dat iets op.
Doe jij nog vaak audities?
Heldenbergh: Het wisselt. Voor De Twaalf hebben ze me gewoon gebeld. Voor Mijn Vader Is Saucisse heb ik auditie moeten doen.
Had je ooit gedacht dat je verkleed als saucisse door Antwerpen-Centraal zou lopen?
Heldenbergh: Nee, die had ik niet zien aankomen als jong acteur. (lacht) Ik heb wel ooit een maand lang in een Goofy-pak dvd’s van Disney verkocht in alle shopping centra in België en Nederland dus eigenlijk: ja, het hoort erbij.
Mijn Vader Is Een Saucisse gaat op 19 juni in avant-première in diverse bioscopen in het kader van een FFO Night. Bekijk hier alle vertoningen. Vanaf 23 juni is de film overal in de bioscopen te bekijken.