Berggletsjers zijn essentiële waterbronnen voor bijna een kwart van de wereldbevolking. Maar uitzoeken hoeveel ijs ze bevatten – en hoeveel water er beschikbaar zal zijn als gletsjers krimpen in een opwarmende wereld – was notoir moeilijk. In een nieuwe studie brengen wetenschappers de snelheid van meer dan 200.000 gletsjers in kaart om dichter bij een antwoord te komen. Wat ze ontdekten, is niet zo’n goed nieuws.
Wereldwijd vertrouwen bijna 2 miljard mensen op berggletsjers en snowpacks als hun belangrijkste bron van drinkwater. Velen zijn ook afhankelijk van gletsjerwater voor de opwekking van waterkracht of voor de landbouw, vooral in het droge seizoen. Maar de overgrote meerderheid van de gletsjers over de hele wereld verliezen meer massa dan ze winnen in de loop van het jaar doordat het klimaat opwarmt, en ze verdwijnen langzaam. Dat zal grote gevolgen hebben voor al deze mensen.
Veel minder ijs dan we dachten
Het is dus essentieel om te weten hoe lang hun gletsjers water zullen blijven leveren en wat ze kunnen verwachten als de gletsjers verdwijnen, zodat ze zich kunnen voorbereiden. En het nieuws is niet echt goed. Op de meeste plaatsen vonden de onderzoekers significant lagere totale ijsvolumes dan eerdere schattingen aangaven.
In de tropische Andes, van Venezuela tot het noorden van Chili, bijvoorbeeld, ontdekten ze dat de gletsjers ongeveer 23% minder ijs bevatten dan eerder werd aangenomen. Dit betekent dat stroomafwaartse populaties minder tijd hebben om zich aan te passen aan de klimaatverandering dan ze misschien hadden gepland. Zelfs in de Alpen, waar wetenschappers veel directe ijsdiktemetingen hebben gedaan, ontdekten ze dat de gletsjers mogelijk 8% minder hebben dan eerder werd gedacht.
De grote uitzondering is de Himalaya. Daar zit mogelijk 37% meer ijs in dan eerder werd geschat. Dit koopt wat tijd voor gemeenschappen die afhankelijk zijn van deze gletsjers, maar het verandert niets aan het feit dat deze gletsjers smelten door de opwarming van de aarde.
Satellieten kunnen niet door ijs kijken
Satellieten hebben ons begrip van gletsjers sinds de jaren zeventig getransformeerd. Maar satellieten kunnen niet “door” het ijs kijken. In feite is er voor 99% van de gletsjers in de wereld geen directe meting van de ijsdikte. Wetenschappers hebben meer tijd besteed aan het in kaart brengen van de ijskappen van Groenland en Antarctica en het terrein eronder, en we hebben daar veel gedetailleerdere volumemetingen. NASA heeft bijvoorbeeld een hele luchtmissie, Operation IceBridge, gewijd aan het verzamelen van ijsdiktemetingen in Groenland en Antarctica.
Wetenschappers hebben verschillende technieken bedacht om het volume van gletsjers te bepalen, maar de onzekerheid over afgelegen berggletsjers is behoorlijk groot. Voor deze studie gebruikten ze satellietbeelden om de snelheid van de gletsjers in kaart te brengen. Het in kaart brengen van de verplaatsing van meer dan 200.000 gletsjers was geen gemakkelijke taak, maar dat leverde een dataset op die niemand eerder had gezien. Ze gebruikten deze nieuwe informatie over de snelheid waarmee de gletsjers bewegen en eenvoudige principes van ijsvervorming om de dikte van het ijs bij elke pixel van deze satellietbeelden te bepalen.
Elk nadeel heeft zijn voordeel. Of toch niet
Je zou denken dat het feit dat er minder ijs in de berggletsjers zit, ook wel een goede kant heeft: minder smeltwater om de zeespiegel te doen stijgen. Maar smeltende gletsjers zijn slechts één element van de zeespiegelstijging naarmate het klimaat warmer wordt. Ongeveer een derde van de huidige zeespiegelstijging is te wijten aan de thermische uitzetting van de oceaan – naarmate de oceaan opwarmt, zet het water uit en neemt het meer ruimte in beslag. De andere tweederde is afkomstig van krimpende berggletsjers en ijskappen.
De onderzoekers ontdekten dat als alle gletsjers, de grote ijskappen in Groenland en Antarctica niet meegerekend, volledig zouden smelten, de zeespiegel met ongeveer 25 centimeter zou stijgen in plaats van 33 centimeter. Dit klinkt misschien als een groot verschil, gezien de grootte van de oceaan, maar je moet de zaken in perspectief plaatsen. Een volledige desintegratie van de Antarctische ijskap zou een zeespiegelstijging van 60 meter veroorzaken en het verdwijnen van de Groenlandse ijskap nog eens een meter of acht. De 8 centimeter waar ze het in deze studie over hebben, doen er dus niet echt toe.
(lb)