Het valt op: de zucht van opluchting die opstijgt bij Open Vld en CD&V, nu de N-VA eindelijk de regering verlaten heeft. En ook het enthousiasme over de nieuwe bevoegdheden. Maar een felle aanval van Maggie De Block (Open Vld) op voorganger Theo Francken (N-VA) zette meteen de relaties tussen de kleine coalitie en de gedoogsteunpartner op scherp. Bij wie wil Michel II die steun dan gaan halen? “Het zal of met N-VA, of met de PS zijn”, zo is te horen.
52 op 150 zetels. Dat is de brute mathematische realiteit van Michel II. Een onuitgegeven experiment, dat de huidige ploeg van liberalen en Vlaamse christendemocraten bijzonder kwetsbaar maakt. Want ze hebben geen democratische legitimiteit, en willen die “dossier per dossier” gaan zoeken in het parlement.
Daarbij schermen ze ook met het argument dat er bij verschillende democratieën in de wereld wél de traditie bestaat. Dat Denemarken werkt met een minderheidskabinet bijvoorbeeld. Of Argentinië, Kroatië, en ook Australië en zelfs Armenië.
Wat men daarbij toch vergeet: om een minderheidskabinet deftig te kunnen laten functioneren, heb je in feiten een ‘gedoogsteunpartner’ nodig. Met andere woorden: een vaste partner in het parlement, die voor de cruciale dossiers steun levert. Die bijvoorbeeld bereid is de begroting te stemmen, en bij een eventuele motie van wantrouwen die regering in het zadel houdt. Er is geen minderheidskabinet ter wereld dat stand houdt zonder zo’n vaste partner.
Dus als in Denemarken de Conservatieven winnen, kregen ze bij een minderheidskabinet steun van de Deense Volkspartij, een rechts-populistische formatie. Bij de vorige coalitie waren het de sociaal-democraten die de regering vormden, waarbij een groen-rode alliantie Enhedslisten de steun vanuit de oppositie leverde.
Wie is dan die ‘vaste partner’? N-VA alvast niet
Die steun is dan ook meestal beperkt tot een aantal zeteltjes, die zo’n minderheidskabinet te kort komt. In het Belgische geval gaat het om de volle 24 zetels: dat is meer dan gelijk welke partij in Michel II heeft. Daar is de MR de grootste met 20 zetels.
En daar knelt meteen het schoentje, wil de regering Michel II nog iets kunnen doen. De N-VA is de enige partij die op zichzelf steun kan geven, ‘per dossier’. Ze heeft ook al aangekondigd dat ze dat wil doen, zeker voor beslissingen die al zo goed als genomen waren, zoals de arbeidsdeal. Maar voor bijvoorbeeld het energiedossier was dat helemaal niet het geval. En eigenlijk het belangrijkste van al: de begroting. Daarover was de N-VA al heel duidelijk: die hangt voor hen helemaal vast aan het zomerakkoord. Enkel als dat in z’n volledigheid wordt uitgevoerd, willen ze de begroting goedkeuren.
En laat die ‘volledigheid’ van het zomerakkoord nu net een serieus knelpunt zijn. Want telkens in het verleden sloot premier Michel een ‘groot akkoord’ dat dan in de uitvoering, in de details, telkens opnieuw moest uit onderhandeld worden. Dat zal ook nu opnieuw moeten, alleen zit de N-VA niet langer aan tafel. Als dan pakweg Kris Peeters (CD&V) niet doet wat de N-VA vraagt, heeft de regering geen begroting. Puppet on a string, het zal snel het gevoel zijn.
De vraag is dus of de N-VA wel de juiste gedoogsteunpartner is. Want emotioneel zijn er, ondanks de verzoenende woorden dit weekend, diepe wonden geslagen. Binnen N-VA is de sfeer duidelijk: de partij is helemaal klaar voor oppositie. En bij de meerderheid is er toch sprake van op z’n minst opluchting, en misschien zelfs wat revanchisme.
De Block meteen met forse aanval op Francken
Op dat vlak viel de communicatie van Maggie De Block (Open Vld) meteen op. Zij kreeg de post van Theo Francken (N-VA), Asiel en Migratie. “Ik ga werken, niet tweeten”, was haar eerste commentaar. Bovendien viel ze fel uit naar de aanpak van haar voorganger, met wie ze nochtans wel in één regering zat gedurende vier jaar: “Theo Francken moest mijn beleid voortzetten, maar dat menselijke aspect is hij gaandeweg blijkbaar uit het oog verloren.”
Daarbij onderstreepte ze dat ze “het departement in complete chaos aantrof”. “Elke dag worden er mensen terug de straat op gestuurd, zelfs een vrouw met een twee maanden oude baby. Daar moet iets aan gedaan worden, en dat gaan we vanaf morgen aanpakken”, zo stelde ze in de studio’s van de VRT, live in Het Journaal. Om zeven uur, prime time, vol in de aanval.
Die forse communicatie werd haar erg kwalijk genomen door de N-VA. Die hadden zich wel verwacht aan communicatie over “lijken in de kast bij de N-VA-kabinetten”, maar dat het zo fel en zo snel zou komen, had niemand zien aankomen. Francken reageerde. “Ik heb nooit nagetrapt toen ik staatssecretaris werd. Spijtig dat ze dat nu onmiddellijk doet. (…) Het zat precies heel diep.”
Ook naar steun vissen op links? Niet zonder risico
Het wijst erop dat Michel II ook steun zoekt aan de linkerkant. De aanpak van Francken de afgelopen weken, waarbij een beperking tot 50 asielaanvragen per dag werd opgelegd, leverde grote kritiek op bij de oppositie. Voor zowel de groenen als socialisten was Francken kop van Jut. De Block neemt actie, en zo hoopt Michel II meteen een breuk te maken met het verleden. “Beetje goedkoop. Ze hebben wel jaren met diezelfde Francken in de coalitie gezeten, en toen niets ondernomen”, zo klinkt bij een groen parlementslid de commentaar.
Vraag is of dat kan werken: een beetje naar links kijken en een beetje bij de N-VA gaan hengelen. Praktisch is het kiezen tussen twee blokken. Met 23 zetels komt de PS er net ééntje te kort om steun te kunnen geven, maar mogelijks willen de groenen dan wel steunen. Dan moet Michel zich verzekeren van een werkbare en stabiele steun langs links. “Laat ze dat maar doen”, zo is bij de N-VA te horen.
Vraag is hoeveel goesting er langs die kant zal zijn: de PS was alvast niet enthousiast, en de sp.a ook niet. Het wordt dus hoe dan ook lastig om telkens steun te vinden om nog iets te kunnen doen, maar evengoed om een val van de regering te vermijden.
“Maar niemand wil de regering laten vallen, want dan zijn er verkiezingen”, zo klinkt vanuit de regering. “Zullen de PS en de N-VA dan zij aan zij onze regering wegstemmen, in een motie van wantrouwen? Dat zien we nog niet zo snel gebeuren”, is het commentaar daar. Maar ook hier is duidelijk: overleg op voorhand over gedoogsteun met links was er niet, met de N-VA in feite ook niet. De vraag is dus maar of de nieuwe van trots glimmende ministers veel zullen kunnen doen, dossier per dossier. En op iets langere termijn, zeker vanaf januari, of die coalitie wel kan overleven.